Bij een bezoek aan oud-Minnertsgaaster Antje Dijkstra (Stiens) voor het bekijken van foto’s van haar voorouders en andere familieleden, kwam ook een oude brief tevoorschijn. De brief is afkomstig van Tjittske (Jessie) Tallman en is gericht aan de weduwe Jantje Miedema. De brief is verzonden op 24 februari 1953 vanuit Hammond USA en is later aangekomen bij de weduwe Jantje Miedema in Minnertsga. Jantje Miedema (meisjesnaam Bakker) is de overgrootmoeder van Antje Dijkstra. In de brief worden verschillende personen genoemd en dat gaf aanleiding om wat onderzoek te doen naar de onderlinge familierelaties. Wie is nu wie en kunnen we wat meer te weten komen over de genoemde personen?

Wie is de briefschrijfster?
De briefschrijfster Tjittske begint de brief met: ‘Ge Liefde Zuster Jantje’.  Dat is vreemd want Jantje Miedema-Bakker (1875-1960) had geen zuster(s) maar wel twee broers, namelijk: Waling (1872) en Jacob (1880). Dus de briefschrijfster kan geen zuster van Jantje zijn. Maar wie is zij dan wel? Waling, de oudste broer van Jantje, is geboren in St. Annaparochie en trouwde in mei 1900 met de Minnerstgaaster Tjitske Wetterrauw (1874). In juni 1905 werden zij verblijd met de geboorte van hun zoon Pieter, naar zal later blijken, hun enig kind. Op 17 februari 1912 emigreert het gezin vanuit de gemeente Het Bildt (St. Jacobiparochie) naar Amerika. Zij vertrekken vanuit de haven van Rotterdam met het schip de Rotterdam en komen op 13 maart aan op Ellis Island. Uit de immigratieregistratie blijkt dat Waling niet alleen Bakker heet, maar ook bakker is en dat terwijl hij volgens het emigratieregister hier als werkman staat ingeschreven en als zodanig is vertrokken.

Het lijkt er op dat de briefschrijfster Tjitske Wetterauw moet zijn geweest omdat zij in haar brief ook verwijst naar Casper die zij wel eens een brief schrijft. Aan Casper had zij geschreven: ‘gij moet maar tegen Jantje zeggen dat ik haar wel eens zal schrijven’. Deze Casper is de oudste broer van Tjitske en woont in Minnertsga. Tot zo ver wordt het al wat duidelijker wie nu wie is, maar waarom noemt Tjitske zich dan bij haar achternaam Tallman?

Tjitske haar echtgenoot Waling Bakker ligt begraven op de begraafplaats in Highland, Indiana USA. Waling is in maart 1927 overleden. Op diezelfde begraafplaats staat ook een grafsteen van Jessie Bakker-Tallman. De geboortedatum op de grafsteen klopt met de geboorteakte van Tjitske Wetterauw. Dus deze Jessie is Tjitske Wetterauw en dus de schoonzuster van Jantje Miedema-Bakker. Tjitske schreef de brief in februari 1953, zij was toen, zo zij in haar brief ook schrijft, 78 jaar. Zij heeft haar man op vrij jonge leeftijd verloren. Het is dus zeer aannemelijk dat zij voor de tweede keer is getrouwd en daarbij de achternaam van haar tweede echtgenoot Tallman gebruikt. Familiegegevens over dit tweede huwelijk zijn nog niet gevonden.

Simon Miedema (1871-1944) en Jantje Bakker (1875-1960)

Broeder Klaas
Tjitske schrijft in haar brief ook dat ‘mijn broeder Klaas is 3 december overleden, Pietje zijn vrouw is 5 november al 2 jaar geweest’. Klaas is de jongste broer van Tjitske. Hij is met zijn vrouw Pietje Kok en hun twee kinderen Jacobus (1909) en Marten (1910) ook naar Amerika geëmigreerd samen met Pietje haar vader Marten Gerrit Kok en haar broer Sijmen. Op 10 maart 1911 zijn zij uitgeschreven uit de Burgerlijke Stand van de gemeente Het Bildt. Op 4 april dat jaar zijn zij aangekomen op Ellis Island in Amerika. Tjitske haar jongste broer is dus een jaar eerder geëmigreerd dan zij zelf. Het emigreren werkte aanstekelijk en het kwam vaker in de emigratiegolven voor dat het ene familielid later werd gevolgd door het andere familielid. Van Klaas Wetterauw en Pietje Kok, die zich later Nellie noemde, is de grafsteen ook gevonden. Zij liggen begraven in Matwah, New Jersey USA.  De kinderen van Klaas en Pietje kunnen geen Hollands lezen en ook niet verstaan, schrijft Tjitske in haar brief, dus die contacten zijn ‘afgebroken’ aldus de briefschrijfster.

 

Adres waar de brief is geschreven. Links 2933 Highway ave. en waar de winkel staat stond vroeger het woonhuis van Tjitske (Jessie) Wetterauw (Googleview nov. 2019).

‘Nu iets  over Jacob en Dirkje’
Zo gaat de briefschrijfster verder. Dirkje is een jongere zus van de briefschrijfster Tjitske. Zij is in februari 1912 getrouwd met Jacob Bakker, die weer een broer is van haar man Waling en van Jantje Miedema-Bakker. Jacob is 17 mei 1906 vertrokken vanuit Antwerpen en is 30 mei aangekomen op Ellis Island, maar hij komt ook weer terug. Op 1 februari 1912 staat hij in het gemeentehuis van Het Bildt voor de trouwambtenaar om met Pietje Wetterauw in het huwelijk te treden. Jacob is volgens de trouwakte landbouwer en woont dan in ‘Montana in de Verenigde Staten van Noord Amerika’. Het emigratieregister zwijgt over het vertrek van een Dirkje Wetterauw, maar als Dirkje Bakker staat zij samen met haar man Jacob (Bakker) op passagierslijst van het schip de Rotterdam. Zij zijn op 13 maart 1912 aangekomen op Ellis Island en vertrekken daarna naar Montana. Dirkje noemde zich in Amerika Dora en zij kreeg vier kinderen.

Uit de brief van Tjitske blijkt dat de verstandhouding tussen haar en haar zus Dirkje niet echt goed te noemen was. Zij schrijft dat ze medelijden met Jeek (Jacob) heeft. ‘Ik heb diep medelijden met Jacob dat poor man. Ik ben er 2 keer geweest en Jacob was zoo goed voor mij. En Dirkje het eerste jaar ook maar het 2 jaar zal ik daar maar laten want het doet niets goed om daarover te schrijven. Toen ze me naar de trein brachten zegt Jacob ik moest maar weer eens komen. Ik zeg nouw Jeek dit zal de laatste keer wel geweest wezen. Maar het begroot mij o zoo om Jeek die poer stumpert’.

Watersnoodramp 1953
Tjitske schrijft in haar brief verder nog over haar kinderen dat het er allemaal goed mee gaat. Bijzonder is dat zij schrijft dat zij een televisie-set heeft gekregen voor haar verjaardag van haar zoon Piet. Op de televisie ziet zij beelden van de watersnoodramp in Zeeland. Verder schrijft dat ze dat ze

Hope Cemetery, Highland, Lake County, Indiana, VS

niet over het adres van Jantje Miedema-Bakker beschikte: ‘maar de brief zal wel overkomen aan jou denk ik’ zo schrijft zij. De brief is zeker overgekomen, sterker nog, de brief is er nog steeds en geeft ons nu een mooi inkijkje in de verwevenheid van de familie Bakker en Wetterauw.

Tjitske schrijft ook nog: ‘wat word Casper oud he en altijd zoo gezond’. Casper, zoals hiervoor al is vermeld, is de oudste broer van Tjitske. Hij woont dan nog steeds in Minnertsga en is dan 85 jaar maar op 88-jarige leeftijd is hij overleden.

Foto van een parmantige dame
De brief krijgt een plaats bij de andere documenten in het dorpsarchief van Minnertsga Vroeger.

Naast de brief gaf Antje Dijkstra ook nog een aantal foto’s mee om te bewaren. Op een van de foto’s staat een parmantige dame die meteen mijn aandacht trok. Ik herkende het gezicht maar kon haar niet goed plaatsen totdat ik de foto’s van de Wetterauw’s bekeek.

Vlnr: Dirkje, Sijbrigje en Tjitske Wetterauw. Rechter foto Tjitske.

Die foto’s hadden wij als eens gekregen van Hendrik Muller. Op één van die foto’s staan drie dames Wetterauw. En wat blijkt . . . . op beide foto’s staat dezelfde dame in dezelfde kleding. Het is zeker dat de betreffende dame Tjitske (Jessie) Wetterauw (1874-1968) de briefschrijfster is wat Antje Dijkstra bevestigde met het feit dat de foto in de envelop bij de brief zat. De andere twee dames op de ene foto zijn haar zussen Sijbrigje en Dirkje. Naar alle waarschijnlijkheid is de foto gemaakt vlak voor de emigratie van Tjitske en Dirkje naar Amerika.

En zo vallen de puzzelstukjes in elkaar.

 

 

 

 

Met dank aan Antje Dijkstra voor de foto’s en de brief en Jelle Feenstra voor het aanleveren van emigratiedocumenten.

Dit artikel is ook gepubliceerd in de dorpskrant Nijs út eigen doarp, februari 2021.

Bronnen:
www.allefriezen.nl
www.findagrave.com
https://www.statueofliberty.org/ellis-island
www.minnertsgavroeger.nl
Googleview (afbeelding nov. 2019)