29 11, 2019

Hier was het en hier lagen de schepen

2019-11-29T11:32:16+00:0029 november 2019|0 Reacties

Een mooi artikel uit het de maandkrant: Barradiel meiinoar ien. De krant was een uitgave van de middenstandsvereniging Barradeel. De gemeente publiceerde daarin het woordelijk verslag van de maandelijkse gemeenteraadsvergadering en voor het overige was het voornamelijk een advertentieblad. Verder artikelen over andere zaken die in de dorpen speelde. Zoals onderstaand artikel over het afdammen van de Minnertsgaastervaart en het laatste schip dat met een lading suikerbieten vertrok. Men schrijft ons: Het laatste schip wordt geladen met suikerbieten Wanneer ik dit schrijf kan de Minnertsgaastervaart afgesloten worden. Wij hebben de laatste lading bieten ingenomen. Het schip ligt gereed te vertrekken. Bij het wegvaren kijkt men onwillekeurig nog een paar keer om. Immers, het is voor het laatst. Nimmer zal er weer een schip in de haven van Minnertsga meren. Nu hoeft men daar niet zo lang bij stil te staan, want de vaart daar ter plaatse was toch de laatste jaren al niet zo best meer. Zij, die daar wat aan hadden kunnen doen, hebben zich er niet zo druk over gemaakt; dat is wel jammer want veel bieten zijn er geladen door de heren Talsma en De Groot. En toch zal er in de toekomende tijd wat aan moeten gebeuren anders zal het over enkele jaren ook geen afwatering meer zijn. Hiermee nemen wij afscheid. De jeugd van Minnertsga die altijd tegenwoordig was bij het laden van de schepen zullen misschien later nog aan hun kinderen zeggen: hier was het, en hier lagen de schepen. C. Keuning, Tzummarum “Tiden hawwe tiden” Aldus onze correspondent uit Minnertsga die eveneens een bericht wijdt aan de laatste bietenverscheping vanuit het dorp. De ruilverkaveling, zo schrijft hij, brengt veel veranderingen in onze omgeving en hij noemt dan achtereenvolgens: de nieuwe weg van Wier over de z.g. Oude Meer langs de boerderij van Krol, over de Minnertsgaastervaart, aansluitend op de nieuwe weg Firdgum-Ried. Dit bracht met zich mee, dat ook deze vaart moest worden afgesloten voor alle verkeer te water. Dat moment is nu aangebroken. Donderdag 10 december laadde het laatste schip van een Groninger schipper de laatste vracht bieten, waarmee een periode van grote bedrijvigheid werd afgesloten. Van dit historische gebeuren werd bijgaande plaatje gemaakt. Hoewel het meeste vervoer van landbouwproducten de laatste jaren al per vrachtauto plaats vond, kwamen in de herfst toch geregeld de bietenschippers die dan voor de nodige drukte en vertier zorgden. Daar gaat het laatste schip de haven uit In het verleden werd bij het vervoer van bieten vanaf het veld naar het schip gebruik gemaakt van paardentractie, wat vele handen werk gaf. De bieten werden namelijk met de ‘gripe’ in het schip gewerkt. Thans komen trekkers met kiepwagens en is lossen van zo’, wagen een kwestie van seconden. De trekkerchauffeur trekt aan een hendel, de laadbak gaat omhoog en door de wet van de zwaartekracht glijden de bieten in het ruim van het schip. Tijdens de bietencampagne was het in het haventje, dat toen nog in het dorp lag, een drukte van belang. [...]

10 06, 2019

SPAR-winkel Winsemius

2019-09-15T13:17:28+00:0010 juni 2019|0 Reacties

In de gevel van het pand Hege Buorren 3 zit in de uitloop van de dakgevel aan elke kant een gekrulde siersteen met de teks(en) ‘Anno 1917’. Wordt daarmee gesuggereerd dat de woning toen gebouwd is of stond de woning er al veel eerder? Wat zeker is dat in dit pand vroeger een SPAR-winkel was gevestigd en dat er een mooi verhaal bewaard is gebleven van mevrouw Winsemius-Boonstra (1929-2017) over die tijd dat zij daar met haar man een aantal jaren een SPAR-winkel hebben geëxploiteerd. Hege Buorren 3 [foto Aalzen de Haan, juni 2019] Maar eerst even een stukje geschiedenis over het pand zelf. Op de kadastrale kaart uit 1832 staat op deze plaats een pand. Het pand staat dan op naam van de gardenier Jacob Sietzes Duimstra (1785-1855). Mogelijk dat het oude pand in 1917 is afgebroken en er een (deels) nieuw pand is gebouwd. Ik heb een oude prentbriefkaart van omstreeks 1900 met het zicht op de Hege Buorren, maar de fotograaf staat net iets te ver zodat het hier bedoelde pand niet op de foto staat. Jammer . . . . want dan hadden we de gevels van voor en na 1917 met elkaar kunnen vergelijken. Vanaf 1920 tot 1952 heeft Hendrik Haarsma (1882-1953) er gewoond met zijn vrouw Akke van der Leij. Hendrik was schoenmaker en uit het verhaal van mevrouw Winsemius-Boonstra blijkt dat hij ook een schoenenwinkel had. Verhaal van mevrouw Winsemius-Boonstra “Nu zal ik me dan maar eens schrap zetten en proberen het geheugen wat op te frissen. Als je daar mee bezig bent komen de eerste jaren van je huwelijk weer boven. Het was een mooie maar ook moeilijke tijd. We zaten ook nog met de naweeën van de oorlog en iedereen had het niet zo breed. Veel dorpsgenoten (de wat ouderen) verkochten thee, koffie en waspoeder waar ze mee op pad gingen. Jaap Winsemius voor de SPAR-winkel in 1955 Het was begin 1952 toen we trouwplannen maakten en om dan voor onszelf een winkel te starten. Het oude familiebedrijf Winsemius (aan de Meinardswei) was failliet gegaan en min man Jaap had thuis bij zijn ouders in het schuurtje een kleine voorraad kruideniersartikelen, wat met venten aan overgebleven klanten werd verkocht. In maart 1952 hoorden we dat de familie Haarsma het schoenenwinkeltje naast bakker Feenstra wilde verkopen. Het leek een geschenk uit de hemel. We konden voor ons zelf beginnen. Met hulp van een oom werd het pand gekocht en konden we plannen maken. De “SPAR” werd onze leverancier en de verbouwing kon beginnen. In mei zijn we getrouwd en begin juni 1952 is de winkel geopend. Jaap ging nog steeds boekjes ophalen bij klanten die ver buiten het dorp woonden en dan hielp ik in de winkel. Wat een verandering: van het Diaconessen[zieken]huis in Leeuwarden achter de toonbank in ons Sparwinkeltje. We woonden in het kleine kamertje naast de winkel maat toen onze eerste dochter geboren was, in de achterkamer. Deze was veel groter en door onszelf opgeknapt. [...]

26 05, 2019

Schippersfamilie Zwart

2019-09-15T13:17:54+00:0026 mei 2019|0 Reacties

In de 19e eeuw en begin 20e eeuw gaat het vrachtvervoer voornamelijk over het water. Tot in de kern van Minnertsga loopt de vaart die in verbinding staat met De Rie en Berlikumerwiid. Een groot netwerk van vaarwegen zorgt ervoor dat de dorpen vanuit de steden kunnen worden bevoorraad met tjalken, skûtsjes  en andere vaartuigen. Ook in Minnertsga zijn in die tijd schippersfamilies die er wonen of Minnertsga als hun standplaats hebben. Een van die schippersfamilies is de familie Zwart. Omstreeks 1940 Sjoerd Minderts Zwart In 1830 komen de Zuidelijke Nederlanden in opstand tegen koning Willem I. Die probeert de Belgische Revolutie neer te slaan. De bekende marineofficier Jan van Speijk krijgt in 1830 het bevel over een kanoneerboot  en neemt op 27 oktober 1830 deel aan het bombardement van Antwerpen. Nadat er een wapenstilstand is afgekondigd blijft Jan van Speijk met zijn boor voor Antwerpen liggen. De stad is op dat moment in bezit van de Nederlandse commandant David Hendrik Chassé en Van Speijk controleert alle scheepsladingen van de Antwerpenaren om er zeker van te zijn dat er geen oorlogsmateriaal wordt gesmokkeld. Op 5 februari 1831 steekt er een stormachtige wind op en wordt zijn boot tegen de Scheldewal gedreven. De kanonneerboot komt hierdoor binnen bereik van mensen op de kade en wordt bestormd door een woedende menigte. Van Speijk gooit dan een sigaar of brandende lont in het buskruit waardoor zijn schip ontploft. Vrijwel alle opvarenden, waaronder Van Speijk zelf, komen om het leven. Vier dagen eerder, op 1 februari, is in Leeuwarden Sjoerd Minderts Zwart geboren. Het staat niet in de geboorteakte, maar het is niet ondenkbaar dat hij in een schip is geboren. Zijn vader Mindert was schipper en had als wettelijke woonplaats St. Jacobiparochie. ’s Nachts om half twaalf was het alle hens aan dek toen moeder Antje Lourens Lijmberg in de kleine verblijfruimte van het schip in het kraambed lag te baren van haar vierde kind. De andere drie kinderen waren: Jan (1824), Baukje (1826) en Lourens (1829). Uit de archieven blijkt dat vader Mindert Zwart turf vervoerde en ook in Langezwaag heeft gewoond. Sjoerd Minderts Zwart wordt ook schipper en als hij 21 jaar is treedt hij op 28 juli 1852 in het huwelijk met de 19-jarige Lijsbert Lautenbach van Berlikum. Vlak voor de jaarwisseling in 1855 wordt hun zoon Jacobus geboren. Sjoerd en Lijsbert liggen dan met het schip in Oldemarkt. Waarschijnlijk zijn zij dan onderweg om een vracht turf op te halen uit de veenderijen in Overijssel naar Minnertsga te brengen. Twee jaar later overlijd Lijsbert op de zeer jonge leeftijd van 23 jaar. Voor zover nu bekend is zijn er niet meer kinderen uit het huwelijk van Sjoerd en Lijstbert geboren. Na het overlijden van Lijsbert wil Sjoerd opnieuw trouwen, maar er wordt dan eerst een inventarisatie opgesteld van zijn bezittingen en die van zijn wijlen vrouw Lijsbert. Die inventarisatie wordt gedaan op 17 juni 1861. De waarde van het huisraad wordt geschat op ƒ 76,75 en ‘manslijfdracht’ [...]

16 11, 2018

Een dominee in verlichtingstijd (Van der Schaaf – dominee 1790)

2020-03-29T06:57:38+00:0016 november 2018|0 Reacties

Op 5 augustus 1790 wordt de dominee van Minnertsga, Dominicus van der Schaaf, door het college van Gedeputeerde Staten van Friesland ontslagen en voor drie jaar verbannen buiten Friesland. Wat heeft hij misdaan dat hij tot zo’n zware straf wordt veroordeeld, hoe is hij tot deze ‘misdaden’ gekomen en hoe hebben deze zijn leven beïnvloed? Douwe van der Schaaf is geboren op 29 juli 1753 in Franeker. Zijn vader, Adam Douwes van der Schaaf, is daar meester-timmerman. Zijn moeder is Reinske Wiebes. In 1769 staat Douwe ingeschreven als student in de godgeleerdheid aan de Franeker universiteit. Waarschijnlijk heeft hij in die tijd, zoals vrij gebruikelijk was, zijn naam gelatiniseerd tot Dominicus. In 1790 wordt de dominee van Minnertsga, Dominicus van der Schaaf, uit zijn ambt gezet en in 1791 voor drie jaar verbannen buiten Friesland. Wie was deze dominee, wat heeft hij misdaan dat hij tot zo’n zware straf wordt veroordeeld, hoe is hij tot zijn ‘misdaden’ gekomen en hoe hebben deze zijn leven verder beïnvloed? Douwe van der Schaaf is geboren op 29 juli 1753 in Franeker. Zijn vader, Adam Douwes van der Schaaf, is daar meester-timmerman. Zijn moeder is Reinske Wiebes. In 1769 staat Douwe ingeschreven als student in de godgeleerdheid aan de Franeker universiteit. Waarschijnlijk heeft hij in die tijd, zoals vrij gebruikelijk was, zijn naam gelatiniseerd tot Dominicus. DOMINICUS’ IDEEËN De 18e eeuw, de eeuw waarin Dominicus opgroeit, opgeleid wordt en werkzaam is als predikant, is de eeuw van de Verlichting. Kern hiervan is de gedachte dat vergroting van de kennis over de mens en de natuur zal leiden tot deugdzamer mensen en tot een betere samenleving. Deze gedachten vinden veel aanhang onder theologen. Zij stellen dat meer kennis over de natuur zal leiden tot deugdzamer mensen en tot meer begrip van God, de schepper van de natuur en de natuurwetten. Het zal ook leiden tot meer eerbied en dankbaarheid voor het Opperwezen. De Verlichting heeft ook maatschappelijke en politieke componenten. Onderzoek naar de natuurlijke wetmatigheden op deze terreinen leidt tot de gedachten dat alle mensen gelijk zijn, dezelfde rechten hebben en alle godsdiensten gelijkwaardig zijn. Deze verlichtingsideeën leven sterk bij de patriottenbeweging die streeft naar democratisering van de samenleving en zich afzet tegen stadhouder Willem V. De boeken van de verlichte wetenschappers worden in hun sociëteiten gelezen en bediscussieerd. Veel professoren en studenten, onder andere in de universiteitsstad Franeker, voelen zich tot deze nieuwe ideeën aangetrokken. Waarschijnlijk is Dominicus in zijn Franeker studententijd hiermee in aanraking gekomen. Hij wordt aanhanger van de Verlichting en patriot. Op 19 november 1775 wordt Dominicus bevestigd als Nederduits Gereformeerd predikant in Minnertsga. Op 31 maart 1776 trouwt hij met Anna (Antje) Wopkens, afkomstig van Hollum op Ameland. Hun huwelijk blijft kinderloos. Coert Lambert van Beyma REVOLUTIE, VERBANNING EN TERUGKEER In 1787 ontwikkelt zich in Nederland een revolutionaire situatie. De patriotten richten gewapende genootschappen, vrijkorpsen, op en komen in opstand tegen stadhouder Willem V. Deze wordt echter weer aan de macht geholpen door zijn zwager Frederik Willem II, [...]

15 09, 2018

Smederij Wiersma aan de Hege Buorren

2019-05-26T10:56:42+00:0015 september 2018|0 Reacties

Hege Buorren 24 was vroeger de smederij van de Wiersma’s. Later werd die smederij overgenomen door Foppe Post. Voor het pand staan drie karakteristieke bomen die al op oude prentbriefkaarten te zien uit het begin van de vorige eeuw. Uit de gevelsteen in de muur blijkt dat de woning en smederij in 1874 is gebouwd. Onderstaand verhaal is opgetekend uit de tot nu toe bekende informatie over de smederij en de familie Wiersma. Reinder Wiersma (1837-1917) was de eerste eigenaar van het pand dat hij ook heeft laten bouwen. Het perceel grond was eerst moestuin en Reinder heeft dat voor ƒ 400,00 (gulden) van Jelle Cornelis Tjessinga. Die koop vond plaats in december 1874 waarna, gelet op de inscriptie van de gevelsteen, de bouw van het pand meteen in gang is gezet. Links de smederij rond 1910. Reinder Wiersma (1839-1917). Wie was die Reinder Wiersma? Reinder is geboren in St. Jacobiparochie als kind van Klaas Wijbes Wiersma en Antje Benderts Mug. Zijn vader was geboren in Wouterswoude en zijn moeder in St. Jacobiparochie. In het gezin Wiersma-Mug zijn negen kinderen geboren; vier meisjes en vijf jongens en allemaal geboren in St. Jacobiparochie. Een van de jongens was zeevarend en is op 21-jarige leeftijd op zo’n zes mijl uit de kust bij Arendal (Noorwegen) over boord geslagen en verdronken. Dat gebeurde ’s ochtends omstreeks zes uur tijdens zijn reis van Larvick (Noorwegen) naar Delfzijl. Na het overlijden van Antje Benderts Mug, hertrouwde Klaas Wijbes Wiersma met Janke Haijes van der Lei uit St. Jacobiparochie. Klaas Wijbes was in St. Jacobiparochie eerst smidsknecht en later grofsmid. Hij heeft daar naar alle waarschijnlijk een eigen smederij gehad. Hij is in september 1868 in Wouterswoude overleden. Reinder was het jongste kind uit het gezin van Klaas Wijbes Wiersma en Antje Benderts Mug. Hij is geboren op 29 september 1837 in St. Jacobiparochie. Hij heeft het smidsambacht van zijn vader geleerd. In 1868 staat hij al te boek als grofsmid. Een grofsmid maakte het ijzerwerk voor de wagenmaker, maar smeed zelf ploegen, werktuigen en ander grof smeedwerk. Reinder trouwde in mei 1867 in de gemeente Barradeel met Sijmentje Jellesma uit Oosterbierum. In maart 1868 werd hun eerste kind, Anna, geboren en in februari het jaar daarop werd Klaske geboren maar die overleed toen zij nog net niet 1 jaar was. In mei 1874 werd weer een dochter geboren die de naam kreeg van hun overleden dochtertje. In september 1886 werd hun zoon Klaas geboren. Zoals in de inleiding al is vermeld, kocht Reinder in 1874 een stuk grond aan de Hege Buorren waar hij een smederij met woonhuis heeft laten bouwen. Kennelijk zag hij mogelijkheden in Minnertsga om een bedrijf op te zetten. Reinder Wiersma is dan meester smid en hij maakte ploegen die op een tentoonstelling 1878 werden bekroond. De ploegen voldeden aan alle vereisten van die tijd en werden onder andere gebruikt door de boeren Blanksma, Hasima, Jensma, Schuiling en Hannema uit Minnertsga gebruikt, maar ook door drie boeren [...]

Ga naar de bovenkant