Ruim 50 jaar geleden was Minnertsga in de ban van een bijzonder man die in de Mieden woonde en  als bijnaam ‘Revolver Johnny’ had. Met die naam stond hij niet alleen in Minnertsga bekend, maar ook landelijk. Hij had een woning aan de Miedleane 8 (later Autobedrijf F. de Groot) die verbouwd moest worden. Durk Binnema werkte in die tijd bij het timmer- en aannemersbedrijf van Gjalt Bloembergen. Durk heeft zijn belevenissen op papier gezet en daar hebben we onderstaand verhaal van gemaakt.

Ford Tunderbird (bron: Wikipedia GPS 56 from New Zealand)

Op een zekere dag stond Durk met zijn collega en metselmaat Fokke een Ford Tunderbird te bekijken achter de timmerwinkel van bouwbedrijf Bloembergen aan de Hermanawei. Even later komt Gjalt Bloembergen naar buiten met een man met een grote baard. “Dit is Johnny Verkerk en die heeft een huis gekocht in de Mieden”, zei Gjalt tegen de mannen. Meteen die middag moesten de mannen naar de Mieden om een begin te maken met het slopen voordat met het verbouwen van het huis kon worden begonnen. Gjalt Bloembergen kwam zelf ook om te kijken wat er allemaal moest gebeuren. Nadat de werkzaamheden waren doorgenomen kreeg Bloembergen alvast een voorschot. Johnny Verkerk telde twintig briefjes van duizend gulden en overhandigde die aan Durk zijn verbaasd staande baas die er verlegen mee werd. Durk was hier getuige van en volgens hem kon je niet zien dat de stapel bankbiljetten kleiner was geworden.

Woning van Verkerk in de Mieden (bron: Algemeen Dagblad 3 jan. 1969)

Er is geld . . . . dus kon er worden verbouwd. De woning moest worden vergroot en daarom werd er achter de woning een stuk aangebouwd. In verband met de verbouw stond er tijdelijk een stacaravan op het erf waarin Verkerk zijn verblijf had. Durk en zijn collega Fokke brachten meestal hun schaftijd door in de woning maar werden ook wel eens in de stacaravan uitgenodigd. Dan kwamen de verhalen los en Verkerk ondersteunde zijn sterke verhalen met stapels foto’s. Een van die verhalen was hoe hij (Verkerk) vroeger in Noord Duitsland overvallen pleegde en dan in snelle auto’s naar het zuiden reed om te ontsnappen aan de politie die naar hem op zoek was. Bij die overvallen maakte hij kennelijk ook gebruik van wapens zoals revolvers, want daar had hij zijn bijnaam Revolver Johnny aan te danken.

Revolver Johnny werd veroordeeld en belandde in de gevangenis. Als gedetineerde kwam hij tot het geloof en werd evangelist. Hij liet Durk en Fokke daar foto’s van zien dat hij op de preekstoel stond. Maar het preken verdiende zeker niet genoeg want hij begon toen een tapijthandel in Marokko waarvan hij ook veel foto’s van liet zien. Elke week ging Verkerk of een handlanger van hem met een auto naar Marokko die vervolgens dan met Berbertapijten terugkwam. De tapijten werden door Verkerk in de schuur gegooid. Waarschijnlijk diende deze handel als dekmantel voor andere handel die niet door de beugel kon. Op het laatst lagen er wel meer dan dertig van die mooie tapijten in de schuur. In de auto zat een gastank bestemd voor autobrandstof maar het zou blijken dat die tank ook een keer vol met hasj zat.

Johnny (Jan) Verkerk (bron: Volkskrant 28 aug. 1970)

Met de verbouwing kwam er iemand van een verwarmingsbedrijf uit Leeuwarden want er moest een rooster voor de verwarming worden ingemetseld. “Wat voor man is dit?” vroeg de verwarmingsman aan Durk en Fokke. “Dit heb ik nog nooit meegemaakt!” zo zei hij. Wat bleek, ook de verwarmingsman had een voorschot gekregen van Verkerk van maar liefst elfduizend gulden contant.

In 1973 werd het Westen getroffen door een olieboycot die wel de oliecrisis werd genoemd. Het betrof een wereldwijd opzettelijk gecreëerd tekort aan aardolie. De crisis werd veroorzaakt door een aantal politieke acties van de Arabische olieproducerende landen, gericht tegen het Westen. Benzine was toen alleen verkrijgbaar via distributiebonnen. Verkerk had voor zijn ritten naar Marokko meer benzinebonnen nodig dan aan hem via de distributie waren toebedeeld. Daarom vroeg hij ook aan Durk of die zijn benzinebonnen wilde verkopen. Maar die koop ging niet door want dan kon Durk zelf niet meer autorijden.

De verbouw vorderde gestaag en inmiddels was het hoogste punt bereikt. De vlag werd daarom op het hoogste punt geplaats. Een traditie die toen der tijd veel meer gebruikelijk was dan tegenwoordig. Verkerk kende deze traditie kennelijk niet en vroeg naar de betekenis ervan. Durk en Fokke vertelden over dit oude gebruik dat als het hoogste punt is bereikt met de bouw van een nieuwe woning of een ander gebouw, een afgezaagde boom op de nok werd geplaats, maar dat de boom vaak wordt vervangen door een vlag. Dit als een teken van meeleven en felicitatie aan de eigenaar die het gebouw laat bouwen. De mannen vertelden daarbij dat de eigenaar daarbij meestal trakteerde op een borrel met een geldelijke bijdrage aan de bouwers. “Miskien krije wy ek wol sa’n tûzentsje”, zei Fokke, maar dat liep anders.

Toen de mannen zaten te schaften in de oude woning, kwamen plotseling van twee kanten politieagenten met getrokken pistolen het erf op gestormd en gingen meteen op de stacaravan af om Revolver Johnny te arresteren. Dat was even schrikken! Verkerk werd meegenomen en later zou blijken dat hij achter slot en grendel zat in de gevangenis. De bouw is vervolgens een jaar stilgelegd maar er lagen ook nog een hoop mooie Berbertapijten in de schuur op de Mieden. De advocaat van Verkerk benaderde Gjalt Bloembergen daarover of die bereid was om de tapijten in Utrecht te brengen. Fokke werd vervolgens met de bedrijfsauto van Bloembergen op pad gestuurd om de tapijten bij de advocaat in Utrecht te brengen.

Na een jaar detentie kwam Verkerk weer vrij, maar hij wilde niet weer terug naar de stacaravan in de Mieden. Hij kreeg een woning toegewezen op de Vikarijbuorren. Fokke werd weer naar Utrecht gestuurd om de tapijten op te halen want die moesten op de vloer in de woning aan de Vikarijbuorren. Het duurde niet lang dat Verkerk zijn handel in tapijten weer oppakte en al vrij snel werd hij in Spanje opgepakt. Na een aantal jaren kwam Revolver Johnny weer naar Minnertsga. Hij had kennelijk geldnood want hij heeft getracht zijn betaalde voorschot aan Bloembergen terug te vorderen.

Tot zover Durk zijn herinneringen aan die tijd van ruim 50 jaar geleden toen Minnertsga in de ban was van Revolver Johnny. In de landelijke kranten tussen 1969 tot 1974 komt de naam van Verkerk en zijn bijnaam als Revolver Johnny nog al eens voor. Enkele krantenkoppen uit die tijd: Misdadiger Verkerk vond weg terug; Revolver Johnny, een bekering; “Johnny Boy” Verkerk bekeerd in kerk. Ex-rover verkoopt antiek als gevangenis-evangelist. De Volkskrant schreef in augustus 1970 in de krant: “In Nederland werd hij diverse malen veroordeeld. Hij pleegde in de wilde jaren ruim zestig bankovervallen, vluchtte driemaal uit de gevangenis en werd bij zijn tweede arrestatie in Duitsland veroordeeld voor misdaden, gepleegd in eenentwintig landen”. In een krantenbericht van 22 december 1972 staat: “Kerstmis 1972 zal de 40-jarige Jan Verkerk, alias Pistolen Johnnie, wonende in Minnertsga, in het huis van bewaring in Utrecht vieren, schrijft deze krant. Hij wordt verdacht van hasjsmokkel. ‘De wat pover uitziende man die geregeld in Minnertsga met bankbiljetten zwaaide, is het gesprek van de dag’. Verkerk had, zo zei hij, twee tapijtfabrieken in Noord Afrika. De tapijten werden in een Ford-Tunderbird naar Fryslân gebracht. In de gastanks waren ruimten gebouwd waar de drugs verstopt werden. ‘Verkerk zal voorlopig niet meer zwaaien met geldbriefjes’.

 

Werkgroep Minnertsga Vroeger

Gerryt Bouma, okt. 2022