De Afscheiding van 1834 in Minnertsga (deel II)
De 19e eeuw was in de Nederlandse kerkgeschiedenis een roerige periode. Op 14 oktober 1834 vond in Ulrum (Gr.) de Afscheiding van het hervormde genootschap plaats onder leiding van ds. H. de Cock (1801-1842), hervormd predikant aldaar. Hij en zijn kerkelijke gemeente tekenden de Acte van Afscheiding of Wedekeer, waarin ze verklaarden met de hervormde kerk te breken, ‘totdat deze terugkeert tot de waarachtige dienst des Heeren’. Behalve de Ulrumse gemeente verlieten ook vele duizenden gelovigen elders in Nederland de ‘Nederlandsche Hervormde Kerk’. Dat gebeurde ook in Minnertsga. De geschiedenis van Minnertsgaaster Afscheiding is door Dr. J. Wesseling beschreven in het boek: De Afscheiding van Friesland 1834 in Friesland. De uitgever van het boek heeft toestemming verleend om het deel uit het boek dat op Minnertsga betrekking heeft, op deze website te publiceren met de vrijheid de tekst aan te vullen met beeldmateriaal en aanvullende (detail)informatie. Onderstaand deel II. In het 3e pand links (grote pijl) woonde Jeltje Annes Snel, weduwe van Jelle Annes IJpma. In het 4e pand woonde Feico de Valk. Later werd dit pand omgebouwd tot kerkje. Processen-verbaal Op zondagmiddag 31 januari 1836 had veldwachter Arend Witholt van Minnertsga en Firdgum gemerkt, dat er bij Feico de Valk aan huis 'op de Tsjillen van den dorpe Minnertsga' een godsdienstoefening werd gehouden. Hij telde 27 mensen in de kamer en hoorde en zag, dat Feico Joh[annes]. de Valk 'zeer ernstig’ in een boek zat te lezen (d.i. een preek voorlas). Men vergaderde geregeld bij De Valk aan huis, maar niet alleen bij hem, ook wel bij Sijmen Wassenaar en Sjoerd Kattje. In de periode van januari tot juni 1836 zijn slechts enkele processen verbaal opgemaakt, beide zeer kort van inhoud en daardoor weinig houvast biedend. Maar toen kwam maandag 27 juni 1836, op welke dag niemand minder dan ds. S. van Velzen in Minnertsga voorging. Het gerucht van zijn komst was op die zomerdag van mond tot mond doorgegeven. Het werd druk op de Tsjillen, vooral ‘s middags. Toch had de grietman de veldwachter geen opdracht gegeven proces-verbaal op te maken, want hij woonde in Sexbierum en verklaarde later, dat de Ds. S. van Velzen (1809-1896) was van 1836 tot 1839 predikant van de Christelijke Afgescheiden Gemeenten in Friesland, ook die van Minnertsga.godsdienstoefening in Minnertsga 'geheel buiten mijn voorweten' had plaats gevonden. Het dagelijks bestuur van de grietenij kon echter niet doen alsof er niets was gebeurd. Nu er geen proces-verbaal was opgemaakt, moest de veldwachter informatie komen geven over het gebeurde op die zondag. Daarvoor werd hij 9 dagen later (!) 's morgens om 9 uur op het grietenijhuis ontboden. Aan de waarnemend grietman Meindert Donia en de secretaris van de grietenij E. J. Alta rapporteerde de veldwachter nu het volgende: Jakkele Jelles Tjessinga, koopman en winkelier te Minnertsga, had hem die zondag Ds. S. van Velzen (1809-1896) op jonge leeftijd. middag tussen 4-5 uur gevraagd op de uitkijk te staan bij het huis van Feico de Valk, kooltjer, wonende op de Tsjillen [...]

