Onderduikers en evacuees

Door Jelle Feenstra, april 2017

In de eerste drie delen heb ik al aantal onderduikers beschreven die tijdens de oorlog waren ondergedoken op de Miedleane. Ik heb toen ook geschreven over de evacuees die vanuit Limburg naar Minnertsga waren ondergebracht. Later bleek dit niet helemaal te kloppen en dat ook de namen niet juist waren. Tijdens mijn onderzoeken naar de stamboom van de familie Boomsma kwam ik in contact met Janke Speek – de Haan. Na een aantal mailwisselingen schrijft zij, dat zij ook uit Minnertsga afkomstig is en dat zij in het bezit is van een schilderij van Minnertsga waarvan zij in de veronderstelling is dat het gemaakt is door een onderduiker. Volgens haar was hij kunstschilder en was zijn naam Rouwns, maar daar is zij niet helemaal zeker van.

Links de woning van het gezin van Fokke de Haan (1911 – 1987) en Antje Lont (1912 – 2011). Zij hebben hier gewoond van mei 1939 tot 1948. In 1955 komt het in het bezit van Folkert Sijbesma die het voorhuis sloopt en de kap doortrekt waardoor het pand zijn huidige vorm kreeg.

Op haar vraag of ik daar belangstelling voor heb, mail ik haar dat ik daar uiteraard grote interesse voor heb en dat ik daar graag een kopie van wil hebben. Wie schetst mijn verbazing, wanneer ik de foto krijg, dat het om een aquarel gaat die op de Miedleane is gemaakt. Tot dat moment had ik geen idee waar zij had gewoond. Op deze aquarel staat de boerderij van haar ouders afgebeeld en ook de woning ernaast, die toen werd bewoond door Marten Gratama. Later heeft mijn grootvader Dirk Boomsma het huis van Marten Gratama gekocht en heeft mijn oom Johannes Boomsma er met zijn gezin in gewoond.  Het gezin van Fokke de Haan heeft in de linker boerderij gewoond van mei 1939 tot 1948. In 1955 komt de boerderij in het bezit van Folkert Sijbesma die het voorhuis sloopt en de kap doortrekt waardoor het pand zijn huidige vorm kreeg.

In deel III van De Oorlogsjaren op de Miedleane heb ik geschreven dat Sjarel en Marie Braun als evacuee naar Minnertsga waren gekomen en bij mijn grootouders waren ondergebracht. Ik wist inmiddels dat dat niet klopte en ook dat er meer personen van de familie Braun, zoals ik toen veronderstelde, in Minnertsga waren geweest. Bij het zien van de signatuur onder de aquarel, begreep ik dat de naam Brouns moest zijn. Op de aquarel stond volgens mij H. Brouns. Vervolgens heb ik opnieuw contact met Janke opgenomen en haar verteld dat het waarschijnlijk om een evacuee ging en geen onderduiker, ik vroeg ik haar of zij er zeker van was dat hij kunstschilder was geweest. Zij was er van overtuigd dat dat het geval was waarna ik verder ben gaan zoeken om meer informatie.  Al snel bleek dat het om Hub (Hubertus Wilhelmus) Brouns moest gaan.

Hubertus Brouns is geboren in 1887 in Maasniel (gemeente Roermond) en woonde in Roermond.  Hij was getrouwd met Maria v.d. Born (1886-1955) maar ik weet niet of zij ook in Minnertsga verbleef. Ondanks de voortreffelijke hulp van de gemeente Franekeradeel heb ik daar niets over kunnen vinden. Hub Brouns volgde een opleiding aan het Instituut voor Beeldende kunst in Roermond en was beeldhouwer, kunstnijveraar en ornamentist.  Hij was betrokken bij de Christophorus (Kathedraal) te Roermond en de Gerlachus te Houthem-St. Gerlach. In de Kathedraal maakte hij een groot aantal van de kerkbanken. Hij heeft ook het beeldje bij de Heilige Hartkerk gemaakt. Hubertus Brouns is in 1974 in Roermond overleden.

Tijdens mijn onderzoek  vond ik ook de gegevens van zijn zoon Charles Hubertus Wilhelmus Brouns getrouwd met Maria van Helvoirt. Ik twijfelde er geen moment meer aan dat dit dezelfde personen waren die destijds als evacuee op de Miedleane verbleven. Op mijn zoektocht naar meer gegevens kwam ik al vrij snel in contact met Hub (Hubertus) Brouns, de oudste zoon van Charles en Marie. Dan blijkt dat het inderdaad zijn ouders zijn die destijds in Minnertsga verbleven en dat zij daar prettige herinneringen aan over hadden gehouden. Wanneer ik hem over het aquarel vertel heeft hij de nodige twijfels of zijn grootvader die wel heeft gemaakt. Zijn grootvader was beeldhouwer en werkte alleen met hout. Hij vertelt mij ook dat zijn vader een olieverfschilderij van de boerderij heeft gemaakt die in het bezit van zijn oudste zuster Riet is.

Uiteraard wil ik daar graag een kopie van hebben maar wanneer ik zijn mail ontvang blijkt de verrassing nog veel groter. Zij was in het bezit van zowel een olieverfschilderij als ook een aquarel en dat deze niet van de boerderij van Fokke de Haan zijn gemaakt maar dat de aquarel van  de woning van mijn grootouders is en dat het bij het olieverfschilderij om de boerderij van Gerrit Boomsma gaat. Wat onmiddellijk opvalt is dat de signatuur op alle drie werken hetzelfde is en dat het eerste aquarel niet door Hubertus Brouns, maar ook door Charles Brouns is gemaakt zoals Hub al veronderstelde.

Nu is het niet zo dat Hub Brouns stil heeft gezeten in de tijd dat hij in Minnertsga verbleef. Hij was immers  beeldhouwer die vrijwel uitsluitend met hout werkte. Dat heeft hij toen ook gedaan en hij heeft in elk geval twee prachtige pijpenrekken gemaakt.Een daarvan was voor mijn grootvader Dirk Boomsma en de andere voor mijn oom Gijsbert Boomsma.

Marie en Charles Brouns bij hun woning in Roermond. Rechts het verzetsmonument in Roermond en gemaakt door Charles.

Bij het schrijven van De Oorlogsjaren Op De Miedleane in 2015 ging ik er van uit dat de evacuees die bij mijn grootouders waren ondergebracht Sjarel en Marie Braun heetten. Zo had ik het in mijn beleving altijd gehoord en ik had behalve de foto’s verder niets over de familie kunnen vinden. Het klonk ook als echte Limburgse naam en niet onbelangrijk, het is een veel voorkomende naam. Door deze nieuwe ontwikkelingen kwam ik hun achter hun ware identiteit.

Wel wist ik al een tijdje dat mijn eerdere verhaal niet helemaal klopte. Marie Brouns was samen met een paar van haar kinderen niet bij Dirk en Tjerkje Boomsma ondergebracht maar bij Gerrit en Aafke Boomsma op de Miedleane 25. Charles Brouns was eigenlijk geen evacuee maar was door de Duitsers te werk gesteld. Omdat hij zich zorgen maakte over zijn vrouw en kinderen had hij de benen genomen, met alle risico’s van dien en was naar Minnertsga afgereisd om als onderduiker bij mijn grootouders terecht te komen. Charles hielp ook regelmatig mee met de werkzaamheden op het land.

Pijpenrekken gemaakt door Hub Bouns. De linker gemaakt voor Dirk Boomsma, nu in bezit van Johannes D. Boomsma en rechts gemaakt voor Gijsbert D. Boomsma, nu in bezit van zoon Dirk Boomsma.

Zo hielp hij op een dag mee met het bemesten van het land, door mest met een schuit aangevoerd via een zijvaart, over het land verspreiden. Wanneer pake de opmerking maakt dat het mooie “stront” is, moet Charles onbedaarlijk lachen want daar had hij nog nooit gehoord. Het feit dat “stront” mooi kon zijn was voor hem volkomen nieuw. Natuurlijk ging het daarbij om dat de mest goed verweerd was. Charles Hubertus Wilhelmus Brouns is geboren in 1914 in Roermond en daar ook overleden in 2005. Hij was getrouwd met Maria (Marie) Catharina van Helvoirt geboren in 1918 en in 1988 overleden te Roermond. Hij volgde een opleiding aan de School voor Beeldende Kunsten te Roermond en was een leerling van Hubertus Brouns (zijn vader), August Falise,Heinrich Maessen en Charles Vos.

Charles Brouns werkte voornamelijk in steen en hout.
Oeuvre: diverse beelden in hout en steen voor kerken in Limburg en Centraal en West Nederland waarvan sommige in samenwerking met Piet Schoenmakers. Verzetsmonument Zwartbroekplein, verzetsmonument Nassaustraat Roermond, restaurateur van o.a. beeld H. Ursula hoek Godsweerderstraat/Voogdijstraat.

Na zijn opleiding tot de sluiting is hij werkzaam geweest bij de Kunstwerkplaatsen van Pierre Cuypers en is hij werkzaam geweest bij Charles Vos te Maastricht waar hij heeft meegewerkt aan het Verzetsmonument Zwartbroekplein te Roermond.

Charles Brouns – aquarel gemaakt in 1945. Miedleane 23

Hier woonde gezin van mijn grootouders Dirk en Tjerkje Boomsma. Dit pand is afgebroken en niets herinnert meer aan die tijd. In 1969 is het als bergplaats gebruikt en afgebroken in juli 1970 nadat het was afgebrand.  Alleen de lange rij elzenbomen zijn blijven staan langs de weg die nu W. Binnemaleane heet. Een vierde aquarel, ook gemaakt van de woning van mijn grootouders maar dan vanuit een andere hoek, moet helaas als verloren worden beschouwd omdat niet bekend is waar deze is gebleven.

Fraai is ook het olieverfschilderij dat Charles heeft gemaakt van de boerderij van Gerrit en Afke Boomsma. Hiervoor is hij naar de overkant van het “Ald Meer” gevaren om van daaruit de boerderij op het doek vast te kunnen leggen en weer te geven zoals die er in 1946 uitzag.

Olieverf Charles Brouns 1946 – Miedleane 25

Ik had in mijn fotocollectie twee foto’s waar een vrouw op stond van wie ik geen idee had wie dat was. Ik wist dat deze foto’s in de jaren 40-45 gemaakt moesten zijn en dat op de ene mijn moeder samen met mijn tante stond en dat op de andere mijn moeder met die onbekende vrouw was afgebeeld, maar wie dat was daar had ik geen idee van. Maar soms komt het geluk uit een onverwachte hoek. Eind vorig jaar kreeg ik een aantal foto’s uit Canada toegezonden en daar zat de tweede foto ook bij en op deze foto staan de namen vermeld. Die onbekende vrouw was Marie Brouns gemaakt tijdens haar verblijf op de Miedleane. De foto van de aquarel was niet de enige foto die ik van Janke kreeg. Zij bleek ook nog foto’s te hebben van personen die wel bij haar ouders ondergedoken hebben gezeten.

Foto links vlnr: Johanna Boomsma en Marie Bouns. Foto rechts vlnr: IJnskje Boomsma, Marie Bouns en Johanna Boomsma.

Een van die onderduikers was Jan Vermeer. Van hem weet zij dat hij tomatenkweker in Waddinxveen, Zevenhuizen en later Erica was. Ook weet zij dat hij was getrouwd met Atje Slob en dat ook na de oorlog  het contact is blijven bestaan. Haar broer Wiebe heeft later nog bij hem gewerkt. Wanneer Jan op bezoek kwam ging hij samen haar vader apart zitten, waarbij de gesprekken over de oorlog gingen. Wat er dan precies werd besproken kwam zij echter niet te weten.

Fokke de Haan en Antje (Anne) Gadzes Lont – 19-8-1937. Mei 1939 gaan zij op de Miedleane 17 wonen en blijven daar tot 1948 om vervolgens naar de Langedijk en in 1955 naar Appelscha te verhuizen. In 1962 vertrekken zij naar Dronten. Hier zijn zij beiden ook overleden. Fokke en Antje kregen 9 kinderen.

Aanvankelijk schiet mijn onderzoek naar meer gegevens over Jan niet erg op. Ik kan niets over hem gewaar worden. Ik besluit daarom een mail naar de gemeente Emmen te sturen met het verzoek of zij mij verder kunnen helpen. Tegelijkertijd wijzig  ik ook de gegevens bij mijn zoektocht want, hoewel niet onmogelijk, vind ik de naam van zijn vrouw niet erg voor de hand liggen. Al heel snel stuit ik dan op de namen van Jan Vermeer een Aartje Slob en dat klinkt een stuk geloofwaardiger. Wanneer ik de volgende dag de gegevens van de gemeente Emmen binnen krijg blijken mijn vermoedens te kloppen. Ik ben de heer Kraan van de gemeente Emmen dan ook bijzonder erkentelijk voor de vlotte afhandeling en het toesturen van de informatie.

Jan Vermeer is in 1924 in Capelle a. d. IJsel geboren en vestigt zich in 1941 in Waddinxveen. Hij is dan volgens de gegevens tuinder waarna hij later bloemenkweker wordt. Het is niet bekend wanneer hij is overgestapt naar het kweken van bloemen. Evenmin is bekend  wanneer hij precies onderduikt in Minnertsga en ook de reden waarom hij is ondergedoken is onbekend. Na de oorlog trouwt hij op 8-9-1949 Met Aartje Slob (1925 – 2014) en gaan zij eerst in Waddinxveen wonen om zich daarna in 1953 in Zevenhuizen te vestigen. Vervolgens verhuizen zij in 1963 naar Nieuwerkerk a. d. IJsel en in 1963 naar Erica in de gemeente Emmen. Uiteindelijk gaan zij in 1979 in Zweeloo wonen waar Jan in 2007 is overleden.

Foto links: Jan Vermeer samen met Tine (Trijntje) Meersma op de Miedleane. Tine was een dochter van Herke Pieters Meersma en Nieske Jensma Zij woonden op nummer 13. Tine is in 1924 in Minnertsga geboren en trouwde met Zweitse Gadzes Lont (1920 – ca 1995). Zweitse was een oom van Janke. In 1954 zijn zij met 4 kinderen naar Australië geemigreerd. Hier kreeg het gezin nog 4 kinderen. Tine is ca 2006, in Traralgon overleden. Foto rechts: Jan Vermeer en Aartje Slob. Huwelijksfoto in 1949.

Het wordt allemaal een stuk ingewikkelder bij de volgende foto’s uit het album van Janke. Volgens haar ging het daarbij om Joodse onderduikers maar meer dan hun namen wist zij ook niet. Het zou gaan om Annie Glazer en haar vader maar zijn voornaam weet zij niet.  Annie zou huisarts in Den Haag zijn geweest dus leek het mij niet zo moeilijk om dit te achterhalen maar dat bleek een illusie. In mijn zoektocht heb ik diverse joodse instanties benaderd waaronder het joods historisch museum in Amsterdam maar de naam van Annie Glazer is helaas nergens bekend. Van Prof. Dr. Mart van Liemburg, hoogleraar medische geschiedenis, krijg ik een antwoord dat in zijn uitgebreide documentatie deze naam niet voorkomt, dat de artsenlijsten van Den Haag deze naam niet vermelden en dat zij niet voorkomt in de registers van artsexamens. Een poging om te kijken of zij wellicht een andere meisjesnaam had en dat haar echtgenoot wellicht Glazer heet brengt mij bij de arts PH. Glaser. Hij was getrouwd met Annie van Bergen, die wel huisarts in Den Haag was geweest. Maar ook dit blijkt een dood spoor te zijn. Zij zijn pas na de oorlog getrouwd en Annie van Bergen was niet van joodse afkomst. Even krijg ik weer hoop wanneer Tresoar recentelijk publiceert dat er onderduikkaarten (registratiekaarten) van enkele  gemeenten zijn gedigitaliseerd. Dit zijn kaarten met gegevens over onderduikers die na de oorlog werden opgesteld om een beeld te krijgen van de onderduikers.

Annie Glazer en haar vader.

Ik neem onmiddellijk contact op met Tresoar maar helaas van Minnertsga bestaan zulke kaarten niet. Het kan niet anders dan dat deze mensen onder een schuilnaam en valse identiteitsbewijzen in Minnertsga verbleven en dat haar ouders de ware identiteit van deze mensen nooit gekend hebben. De namen zijn door Janke, samen met haar moeder, op een later tijdstip onder de foto’s geschreven. Op zichzelf niet uniek want het gebeurde veelvuldig dat onderduikers een schuilnaam aannamen. Na de oorlog is er geen contact meer geweest maar ook dat was op zich niets bijzonders. Overlevenden van joodse afkomst moesten na de oorlog weer proberen hun leven op de rails te krijgen en hun eigen identiteit weer te hervinden,  hadden soms niet de behoefte om eeuwig dankbaar te blijven, emigreerden naar Israël of naar de Verenigde Staten. Het zal wel altijd een mysterie blijven wie deze mensen werkelijk waren.

22-04-2017: [GB] tekst aangepast n.a.v. reacties.