Op de Facebook-pagina van ‘Minnertsga vroeger’ verschijnen steeds meer mooie foto’s van vroegere dorpsbewoners, oude dorpsgezichten en portret- en familiefoto’s. Fotoalbums worden doorgekeken en schoenendozen worden omgekeerd om maar weer wat mooie foto’s op Facebook te kunnen zetten. En bij die foto’s wordt vaak in een korte bewoording een herinnering geschreven of de foto’s worden aangevuld met namen. Het is fantastisch om deze herinneringen en informatie op deze wijze met elkaar te delen.
Zelf heb ik ook nog maar eens een oude foto opgezocht die toch ook wel heel bijzonder is. Op de foto staat mijn oerpake Hendrik Bouma met zijn vrouw, mijn oerbeppe Gatske Tighelaar. Oerpake Hendrik Bouma is geboren op 9 oktober 1870 in Berlikum. Hij trouwde op 25-jarige leeftijd met de toen 21-jarige Gatske Tigchelaar.
In februari 1897 werd hun eerste kind geboren. Later zouden er nog zeven volgen. De kinderen zijn geboren in Beetgum, Berlikum, Dronrijp, Minnertsga, Firdgum en Menaldum. Dat had te maken met het feit dat Hendrik arbeider was en van de ene boer naar de andere ging te werken. Over het algemeen waren arbeiders een jaar in dienst bij de boer. In de buurt van de boerderij stonden vaak een paar arbeiderswoningen waar de arbeider dat jaar dat hij in dienst was kon wonen. Voor zover er over een arbeidscontract kon worden gesproken, ging het arbeidscontract in op 12 mei en liep tot 12 mei in het jaar daarop.
Oorspronkelijk was 1 mei de datum waarop een nieuw arbeidscontract en ook de pachtcontracten van boeren werd aangegaan. Toen in 1700-1701 ook in Friesland overgegaan werd van de Juliaanse op de Gregoriaanse kalender veranderde 1 mei in 12 mei. Na 31 december 1700 volgde namelijk 12 januari 1701. In het Fries wordt 12 mei nog altijd “âlde maaie” genoemd, doelend dus op oude datum 1 mei. Op 12 mei werd er vroeger veel getrouwd. Het was op die datum, of er vlak voor of na die datum, druk op het gemeentehuis met het voltrekken van huwelijken. Vijftien paren in de echt verbinden op zo’n dag was geen bijzonderheid.
Henrdik en Gatske hebben het laatst gewoond in een woning op Dirkjebuorren. Daar stond vroeger nog het oude voorhuis van een afgebroken boerderij. In dat oude voorhuis waren verschillende wooneenheden gemaakt. Volgens een plattegrond die mijn vader ooit een keer heeft getekend van Dirkjebuorren waren er vier wooneenheden in gemaakt. Mijn oerpake- en beppe woonden in het tweede vanaf de voorkant gezien.
In november 1923 trouwde hun zoon Gerrit (mijn pake) met Grietje de Jong en op 18 april 1924 werd in St. Annaparochie hun eerste kindje geboren. Een meisje met de naam Grietje. Pake Gerrit woonde later met zijn gezin in een kleine arbeiderswoning in de Mieden. Waarschijnlijk zijn de woonomstandigheden slecht geweest want toen mijn pake zijn vrouw in verwachting was van mijn vader in 1926, kreeg zij TBC. Na de bevalling werd het zo erg dat zij opgenomen moest worden in het sanatorium in Appelscha. In die periode kreeg ook het dochtertje en zusje van mijn vader TBC. Ook zij raakte ernstig ziek.
Mijn vader is geboren in juni 1926 en op 1 december van datzelfde jaar is zijn zusje Grietje overleden aan de gevolgen van TBC terwijl. Twee dagen later is zijn moeder Grietje overleden in het sanatorium waar zij toen verbleef. Volgens overlevering heeft moeder Grietje nooit geweten dat haar dochtertje is overleden. In die tijd moet het leven van mijn pake Gerrit op de kop hebben gestaan toen hij alleen achterbleef met een kindje van nog geen 6 maanden oud.
Door deze vreselijke omstandigheden is mijn pake met zijn 6 maanden oud kindje (mijn vader) toen ingetrokken bij zijn ouders op Dirkjebuorren. Zijn ouders hadden toen nog een nakomertje in huis die vijf jaar ouder was dan mijn vader. Oerpake- en beppe waren toen respectievelijk 47 en 43 jaar oud en omdat oerbeppe behoorlijk doof was is mijn vader min of meer opgevoed door het vijf jaar oudere meisje, zijn tante dus. Ik hoop dat u als lezer de familiestructuur heeft kunnen volgen.
Van deze familiegeschiedenis zijn een paar bijzondere foto’s bewaard gebleven. Er is nog een foto van mijn vader samen met zijn zusje en er is nog een foto van zijn moeder die op bed ligt in het sanatorium in Appelscha. Maar er is ook nog een bijzondere foto van mijn oerpake- en beppe.
Zoals ik al vermelde was oerbeppe doof. Op de foto is te zien dat zij een tasje in de hand heeft dat met een snoertje naar haar oor loopt. De foto is in het begin van de ‘jaren 50 van de vorige eeuw gemaakt. Uit overlevering weten we dat als oerbeppe met mensen stond te praten dat oerbeppe dan haar tasje bij de anderen onder de mond duwde om beter te kunnen horen wat anderen tegen haar zeiden. Oerbeppe Gatske was haar tijd ver vooruit met haar I-pod.
Dubbelklik op de foto om oerbeppe haar I-pod beter te bekijken.
Durkjebuorren. Ik lees de reactie van mijn nicht Tine Joostema- Zuidema. Wanneer ik de foto van de woning waar beppe Trijntje woonde schiet mij altijd het verhaal binnen wat ik zo ga opschrijven.
Zondags was het vaak de gewoonte van mijn ouders, Berend en Janke, dat wij even bij beppe op bezoek gingen. Mijn ouders dronken dan een kopje koffie. Wat wij als kinderen wat kregen weet ik niks meer van. En nu mijn verhaal.
Het was op een koude winterse zondagnamiddag toen we met z’n zessen naar beppe toegingen. Het werd al donker toen we daar aankwamen. Dat vonden wij niet erg want dan konden wij het gaslicht met kousje aansteken. Beppe wilde dat niet want dan konden we het kousje kapot maken met de lucifer. Een van mijn familie mocht de lamp aansteken van beppe.
Na een poos moesten we weer huiswaarts. Maar mijn moeder moest nog naar het hûske. De ton stond in het hok naast het woonhuis. Beppe zei dat kon niks worden, dan ga je maar op mijn pispot. Zo gezegd en gedaan, mijn moeder deed haar behoefte op de pispot en zou de pot ledigen vanuit de buitendeur in de sloot voor de woning. Even later kwam moeder lachend de kamer binnen met alleen het oor van de pispot nog in de hand en de pot lag zelf kapot in de sloot. Beppe zei dit is niet best, dan moet ik vannacht maar op de emmer. Vader Berend was woest om de kapotte pispot. Maar uiteindelijk tocht maar op zondagavond naar Van Dijk’s bazar in Minnertsga om een nieuwe pispot. Werd niet betaald, dat mocht niet op zondag. Maar beppe kon ’s nachts weer op de pot.
Wat mooi om dit verhaal te lezen Ook ik heb aan dirkjebuorren
mijn herrinneringen mijn vader is daar geboren ,Jan Zuidema zoon van Pieter Zuidema en Trijntje Jeltema.Zij woonden in het voorste gedeelte.Ik heb mij pake nooit gekent,Hij is overleden toen mijn vader nog jong was Zij hebben daar met 9 kinderen gewoond.onvoorstelbaar.langs de spoorbaan ben ik vaak naar beppe gelopen