Tijdens de kuiertocht “Slach troch it doarp” op vrijdagmiddag 30 juni 2017, kwamen we ook op de hoek Stasjonstrjitte en Langedyk. Daar heeft aan het eind van de Molendijk de koren- en pelmolen De Welkomst gestaan. Het was eenzelfde vrijdagmiddag, maar dan 20 april 1888, toen er een hevig onweer losbarstte boven onze provincie. Op veel plaatsen in de provincie sloeg de bliksem in waardoor brand ontstond. In Damwoude sloeg de bliksem in een molen die volledig door brand werd verwoest. En dat gebeurde ook met de molen van Auke Koning in Minnertsga. De molen, met de opslag van graan en losse goederen, stond in een ogenblik in lichterlaaie en was in korte tijd in een puinhoop veranderd. Met het opruimen van wat krantenknipsel kwam ik onderstaand bericht tegen wat hier op Minnertsga vroeger niet mag ontbreken. Het bericht dateert van 28 januari 1969 en is geschreven door J.G. de Boer uit St. Jacobiparochie.

De reeds jaren verdwenen korenmolen van Minnertsga, was afkomstig uit Leeuwarden. Die overplaatsing geschiedde toen Minnertsga zonder molen was komen te zitten omdat de voorganger tijdens een onweer door de bliksem was getroffen en afgebrand.
Eén der molenaars die de molens hebben bemalen, heette Koning. Hij richtte de molen destijds in als pelmolen hetgeen voor die tijd zeker heel vooruitstrevend was. Werd de gort vroeger meestal los verkocht, molenaar Koning leverde ze ook verpakt in papieren zakjes van een halve of hele kilo. Toen ik in de dertiger jaren eens in de molen kwam stond er nog altijd een paktafel met enige gele papieren zakjes waarop gedrukt stond: “Koning’s gort”. Die waren van het begin van deze eeuw, in elk geval van vóór 1910 want in dat jaar had de molen weer een andere eigenaar, een zekere Knol. Dat was in mijn jeugdjaren. Knol is op de molen oud geworden, maar met hem ook de molen, want de zaak verliep en de molen kwam in verval. Lange tijd heeft de molen met één roede gestaan.

Toch is later weer wat opgeknapt en is er nog weer graan mee gemalen. Dat was in de jaren na 1930 toen de graanprijzen abnormaal laag waren. Op de gemengde bedrijven werd bij ons toen veel van het verbouwde graan aan het vee gevoerd. De molen werd toen gehuurd door Sieds Hogerhuis, een molenaarsknecht. Hij liet een gebruikte roede komen van een molen uit Marrum (Fr.) waarop hij ook knecht was geweest. De roede, die zelfzwichting had, miste nogal wat kleppen, maar ja. Hogerhuis zat ook niet al te ruim bij kas en dan valt het niet mee om een molen, die al afgetakeld is, weer helemaal in orde te brengen.

In de jaren dat ik boer was, heb ik nogal veel graan op deze molen laten malen. Ik herinner me nog, dat ik voor een partij goed houdbare haver niet meer dan zes cent per kilo kon krijgen. We hebben het op de zolder gebracht en het is allemaal tussen de stenen doorgegaan en door de koeienmaag! In die tijd waren we blij als het jaar voorbij was en we onze kost hadden. ’t Was op een keer dat Hogerhuis mijn meel bracht en zei: “Nu heb ik deze week iets vreemds beleefd”. Wat was het geval? Toen hij bij één van zijn klanten was gekomen, zei deze tegen hem: “Ik denk dat je deze keer ’n dure zak meel voor mij op de wagen hebt”. Het bleek dat de boer ’n gasmengsel bij zijn leverancier had besteld maar de leverancier had deze zak met graszaad toevallig op een door Hogenhuis nog te malen stapel zakken met graan gelegd. Toevallig was deze partij bij duisternis opgehaald en gemalen, zodat niemand er iets van had gemerkt want de te malen producten waren ook niet altijd van een even zware kwaliteit.

De molen van Minnertsga was uitgerust met twee paar pelstenen en twee paar maalstenen. Van de maalstenen was het ene paar kleiner dan de andere, diameter ca. 120 cm. Wanneer de molen is afgebroken, weet ik niet meer precies, maar dat moet tussen 1934 en 1940 geweest zijn.
En zo bleef ook van deze molen, evenals van zo vele andere molens, alleen de herinnering over.

Tot zover de herinneringen van J.G. de Boer.

In 1943 werd de in slechte staat verkerende molen onttakeld en drie jaar later gingen de Groninger molenmakers Roemeling en Hassing over tot sloop van de resterende achtkant. En zo bleef ook van deze molen, net zoals vele anderen, de fundamenten over en een aantal oude vergeelde foto’s van de molen.