8 10, 2016

Timmer- en Aannemersbedrijf Bloembergen

2016-11-12T18:39:45+00:008 oktober, 2016|3 Reacties

Galt Bloembergen zijn 'pake' Gjalt (1875-1958), had met zijn broers een timmerbedrijf in de Friese Wouden. Toen ze een opdracht kregen in Tzummarum, besloot Gjalt in deze omgeving te blijven en vestigde zich in de Mieden, aan de westkant van Minnertsga. Hij begon op 1 mei 1911 een timmerbedrijf in Minnertsga en werkte erbij als weger bij de laad- en losplaats midden in de dorpskom waar toen nog de haven aan toe liep.  Gjalt Bloembergen met zijn vrouw Aurelia van Mourik en de kinderen Roel en Rinske. Foto omstreeks 1912. Na de verkoop van de boerderij Groot Hermana en daardoor het uitéénvallen van de percelen van deze boerderij, besloot Gjalt rond 1911 een laag stuk grond te kopen vlakbij de ingang van boerderij Groot Hermana. Hij hoogde de grond op met onder andere stobben, die uit Leeuwarden vandaan kwamen. Hierop bouwde hij een woonhuis met werkplaats. Dit was het eerste huis dat op die streek na de verkoop van Groot Hermana werd gebouwd. Later volgde de rest. Eerst ten westen en daarna ten oosten en zuiden hiervan. De singel van Groot Hermana liep eerst nog langs de noordzijde van dit huis. Achteraf gezien was de ophoging met deze stobben niet zo’n succes want in latere tijd kregen de bewoners hierdoor last van zwamvorming zodat het hout in het onderste gedeelte van het huis verrotte. Zijn zoon Roel hielp mee in het bedrijf en nam in 1929 de zaak van zijn vader over. Roel verhuisde per 12 mei 1929 van de Skoalstrjitte 10 naar de Hermanawei 13 en Roel zijn vader ging naar de Skoalstrjitte 10. Leeuwarder courant 1912 In 1961 runde Roel samen met zijn zoon Gjalt het bedrijf. In die 10 jaar daarvoor werden voor de Woningstichting veel huizen gebouwd en ook daarna zette dit door met de bouw van de huizen in de P.B. Winsemiusstrjitte en de Collot d’Escurystrjitte (rond 1965) en daarna de huizen in de Vikarijbuorren en De Kamp met vlak daarvoor in 1976 de koopwoningen aan de westkant van de Tilledyk. De winstgevendheid van de bouw voor de Woningstichting was niet erg hoog maar dit werd gecompenseerd doordat Gjalt zoveel mogelijk huizen voor de winter wind- en waterdicht bouwde en deze in de normaal rustige winterperiode dan aftimmerde zodat ze dan ook nog werk hadden. Rechts de timmerwerkplaats rond 1960 In het voorjaar van 1963 vond een grote verbouwing plaats aan de Hermanawei 13. Het woonhuis werd verhoogd en de werkplaats opnieuw opgebouwd. Een tegenvaller was dat de muur van de werkplaats tijdens de bouw een keer omwaaide door een storm. Dit gebeurde op een zondag zodat ze niet bezig waren met de bouw. In 1965 werd Gjalt Bloembergen, samen met zijn vrouw Neeltsje, eigenaar van het bedrijf. Op 2 januari 1968 werd het bedrijf veranderd in een N.V., zodat bij een eventueel faillissement de privé-eigendommen niet zouden worden verbeurd. Gelukkig heeft dit niet plaatsgevonden. Datzelfde jaar werd het pand aan de Meinardswei 38 gekocht. Voor 1960 was hierin Lees meer

2 10, 2016

Outger Terpstra – Soldaat In Dienst Van Het Vaderland

2016-10-02T04:58:50+00:002 oktober, 2016|0 Reacties

Beelden van oorlogsgeweld en gewapende soldaten bereiken ons bijna dagelijks via de hedendaagse media. Het lijkt wel alsof wij er mee opgroeien maar hoe was dat vroeger, en vooral wat is er bekend over familieleden en bewoners van Minnertsga in de tijd dat je noch werd opgeroepen voor de dienstplicht. Natuurlijk zijn er de nodige films en documentaires maar daarin komen geen bekenden voor. Outger Terpstra (1907-1976) Helaas zijn er maar heel weinig foto’s van beschikbaar of worden die niet of nauwelijks gepubliceerd. Als ze er al zijn gaat het vaak om 1 of 2 en die geven geen werkelijke indruk van de diensttijd in die jaren. Een uitzondering hierop vormt Outger Terpstra van wie een hele serie foto’s bewaard zijn gebleven. Outger werd geboren in Minnertsga in 1907 als jongste kind van Johannes Terpstra en Atje Lantinga. Het zijn foto’s van zowel zijn diensttijd als van de tijd waarin hij werd opgeroepen voor de mobilisatie in 1939. Op 29 augustus werd de Algemene Mobilisatie afgekondigd vanaf de lichting 1924. Dit betrof toen niet alleen maar jonge mannen maar ook vaders van gezinnen. Ook bedrijven werden erdoor getroffen. Die kwamen stil te liggen of werden zo goed en kwaad als dat ging door hulpvaardige collega’s in stand gehouden. Het is helaas niet bekend welke foto’s uit de mobilisatie periode afkomstig zijn en welke uit zijn diensttijd stammen. De militieregisters uit die jaren zijn nog niet vrij toegankelijk zodat het niet mogelijk is om die in te zien en te weten te komen waar hij was gelegerd en waar deze foto’s zijn genomen. Met dank Jelle Feenstra voor de tekst en de foto's. Rechts Outger Terpstra                     Rechts Outger Terpstra In de beeldbank staan nog meer foto's die bij dit verhaal horen. Vul de naam Outger Terpsra in bij ZOEKEN IN BEELDBANK en alle foto verschijnen op uw scherm. Meer over Outger Terpstra op Minnertsga Vroeger: 'Fervers' aan de Tilledyk Outger de 'Ferver'          

15 11, 2015

VIVO kruideniers- en textielwinkel Boersma

2015-11-15T09:51:45+00:0015 november, 2015|0 Reacties

Dooitze Zwart heeft in 2004 een boek samengesteld over de middenstand en ondernemers vanaf 1956 tot en met 2004. Hij heeft besloten al die beschrijvingen van de verschillende middenstanders en ondernemers ook te publiceren op Minnertsga vroeger. Dat is natuurlijk een prachtig initiatief! Zo kunnen nog meer mensen genieten van wat er vroeger allemaal is geweest aan bakkers, slagers, kruideniers, groenteboeren en ondernemers in Minnertsga. De eerste in deze serie de VIVO-winkel van de familie Boersma. Vroeger deed je de klompen uit als je de winkel inging   Het familiebedrijf werd opgestart in 1935 door weduwe Eva Boersma – Runia. De zaak werd eerst vele jaren uitgeoefend op de Hermanawei 38, tegenwoordig bewoond door familie G.O. Terpstra. In 1958 verhuisden ze naar het pand aan de Hermanawei nummer 6. Vele jaren had de familie Leicht hier een slagerij in gehad maar toen weduwe Boersma met haar zoon en dochter het huis kochten op 8 september 1958 werd het alleen maar gebruikt als woonhuis. Deze woning werd gedeeltelijk verbouwd tot een kruideniers- en textielwinkel. Deze winkel is gestart in maart 1959. Op 1 januari 1960 is het bedrijf overgenomen door Johannes Boersma, zoon van Dirk en Eva Boersma. Op 10 mei 1961 is Johannes getrouwd met Lottie van der Veen en werden zij samen eigenaar van de Vivo-winkel. Vlnr: Lottie Boersma-van der Veen, Johannes Boersma, Janke D. Meersma-Boersma en Eva Boersma-Runia   In 1961 is de zaak weer groter gemaakt door een verbouwing. Weduwe Boersma was inmiddels verhuisd naar Hermanawei 38a. Van 1961 tot 1968 hebben er drie verbouwingen plaats gevonden. In 1968 was de laatste verbouwing. Deze leidde tot de eerste zelfbedieningszaak van het dorp. Ook al met de eerste winkelwagentjes. In deze jaren veranderde er ook heel wat aan de werkwijze. In het begin haalde Johannes de bestellingen per boekje op bij de klanten. Ook werden de boodschappen, die afgerekend werden bij de kassa, daar dan met de pen opgeteld. Alle artikelen werden nog voor de bedragen geschreven, wat in deze tijd bijna niet meer is voor te stellen. Verder werd er een kaartenbak bijgehouden met de namen van de klanten, die doordeweeks hun boodschappen lieten opschrijven en deze aan het eind van de week betaalden. In 1968 kwam er een elektrische kassa en werd het assortiment flink uitgebreid, vooral in textiel. Eerst werkten Johannes en Lottie samen met Janke Boersma in de zaak. In verband met haar huwelijk in februari 1963 stopte Janke met werken en werd ze opgevolgd door Tytsje Terpstra Daarna in volgorde: Klaske Stellingwerf, Tryntsje Binnema en Jantsje de Vries. In 1974 heeft de heer Joop Bloem de zaak overgenomen wegens ziekte van Johannes en werd Vivo veranderd in Mikromarkt. Vanaf 1978 is er in dit winkelpand geen kruidenierszaak meer gevestigd. Dit artikel is geschreven op basis van gegevens uit een brief Lottie Boersma – van der Veen, Minnertsga.  

26 04, 2015

Oorlogsjaren op de Miedleane (deel III slot)

2024-02-01T05:42:46+00:0026 april, 2015|0 Reacties

Jelle Feenstra heeft een verhaal geschreven over de oorlogsjaren op de Miedleane, in de volksmond bekend als de 'Boomsma's' Mieden. Dit is het vervolg op deel II van Jelle zijn verhaal.   Detail oude landkaart mer Ald Meer Twee mannen sprongen aan de kant van Wier uit de praam en de beide anderen aan de Berlikumer kant. In alle verwarring was de praam niet vastgemaakt en dreef intussen weer naar de andere kant. Gijsbert Boomsma is toen uit de boot in het water gestapt hoewel hij niet kon zwemmen. De overkant was daar minder diep en hij heeft zich toe tussen het riet schuil gehouden. De Duitsers waren intussen ook aan de waterkant verschenen na de nodige problemen met mijn grootvader die tijd had geprobeerd te rekken. Toen hij in de gaten kreeg dat de praam terugdreef kon hij zogenaamd zijn klompen niet meer vinden. De Duitsers schenen met hun zaklantarens naar de overkant van het Ald Meer maar konden niemand ontdekken. Gijsbert Boomsma hield zich schuil onder water aan de kant tussen het riet. Hij besefte heel goed dat toen de Duitsers hun zaklantaarns uit deden zij die hierna waarschijnlijk opnieuw aan zouden doen en bleef daarom onder water. Uiteraard gingen de lantaarns hierna weer aan maar er was niemand te zien. Nadat zij de lantaarns opnieuw hadden uitgedaan klauterde hij aan land en verdween tussen de tabaksplanten. Maar doordat hij doorweekt was hoorden de Duitsers hem lopen en hebben toen in het wilde weg geschoten zonder hem echter te raken. In die tijd werd er veel tabak verbouwd en dat was aan de overkant van het Ald Meer ook het geval. Na de Tweede Wereldoorlog is de tabaksteelt geheel uit Nederland verdwenen. Gijsbert Boomsma was een verstokt roker en ook hij maakte veel gebruik van het papier van de psalmboeken ter vervanging van vloei. Dat dit ongezond was door de giftige drukinkt hoeft geen betoog. August Seidel die al de tegenwerking meer dan beu en uiterst verbolgen was over het feit dat zij opnieuw niemand hadden opgepakt heeft mijn grootvader, Dirk Boomsma, toen in elkaar geslagen met de kolf van een geweer en voor dood achtergelaten. Hij is echter hersteld van zijn verwondingen. Vlnr: Johannes Boersma, Aaltje Kuiper, Marten Reitsma en Gijsbert Boomsma De Duitsers bleken ook op de hoogte te zijn van de schuilplaats die op de zolder was gemaakt maar troffen hier uiteraard niemand meer aan. Wieger Terpstra die niet mee in de boot gevlucht was, hield zich voor het huis verborgen. Omdat de Duitsers er vanuit gingen dat iedereen in de boot was gevlucht hebben zij daar niet gezocht. Wel werden de beide jongste zonen Johannes en Tjeerd, die toen respectievelijk 8 en 6 jaar zullen zijn geweest, ondervraagd of er soms mannen op de zolder sliepen maar die hebben niets losgelaten hoewel aan de hand van het aanwezige beddengoed het toch wel duidelijk moet zijn geweest dat dit het geval was. Bij de volgende razzia’s vertrokken zij dan naar het Lees meer

26 04, 2015

Oorlogsjaren op de Miedleane (deel II)

2024-02-01T05:42:58+00:0026 april, 2015|5 Reacties

Jelle Feenstra heeft een verhaal geschreven over de oorlogsjaren op de Miedleane, in de volksmond bekend als de 'Boomsma's' Mieden. Dit is het vervolg op deel I van Jelle zijn verhaal.   Johanna en Ynskje Boomsma met de hond Max Waren het in de begin jaren alleen de Joden die onder doken later kwamen daar steeds vaker mannen tussen de 18 en 40 jaar bij die opgeroepen waren voor de Arbeitseinsatz (dwangarbeid) in Duitsland. Die waren nodig omdat de Duitse mannen aan het front vochten. Velen van hen weigerden dit en doken onder. Verder waren er nog veel onderduikers die deel hadden genomen aan de April-Mei stakingen en aan de spoorwegstaking eind september 1944. Het geschatte aantal onderduikers moet eind 1944 ongeveer 350.000 zijn geweest. Ook bij Dirk en Tjerkje Boomsma vonden steeds meer onderduikers onderdak. Het huis lag afgelegen aan het Ald Meer en de Duitsers moesten eerst ongeveer drie honderd meter over de kale landweg gaan om de woning te bereiken. Het was een ideale plek voor onderduikers. Naast hun eigen zoon Gijsbert Boomsma waren dat Wieger Terpstra, Jan Boomsma, Geert Leemburg, Johannes Boersma en Marten Reitsma. Wieger Terpstra was een zoon van Willem en Annigje Terpstra en dus een neef evenals Jan Boomsma, een zoon van Willen en Japke Boomsma. Geert Leemburg was afkomstig uit Beetgum. Marten Reitsma kwam uit Wier en Johannes Boersma uit Berlikum. Wieger Terpstra verbleef overigens niet permanent bij mijn grootouders maar wanneer er weer razzia’s dreigden plaats te vinden, dook hij daar onder. Wieger was als oudste zoon opgeroepen voor de “Arbeitseinsatz”.  Geert Leemburg, Johannes Boersma en Marten Reitsma kwamen weer op een heel andere manier bij mijn grootouders terecht. Johannes Boomsma met de hond Max In die tijd, en ook later nog, stonden er een aantal schuilhutten op het land. Het waren vaak kleine hutten van hout of in een enkel geval van steen die gebruikt werden om te schuilen tegen de regen wanneer men op het land werkzaam was. Het was mijn grootvader wel eens opgevallen dat hij meende stemmen te horen uit een van deze hutten aan de overkant van het “Ald Meer” maar had daar verder weinig aandacht aan geschonken. Op een dag werd er echter nogal luidruchtig gesproken en kreeg hij het idee dat er onderling ook sprake van irritatie was. Waarschijnlijk hebben zij zich niet gerealiseerd dat hun stemmen over het water veel verder hoorbaar waren dan over land maar het was op afstand duidelijk hoorbaar. Dirk Boomsma is toen met zijn praam, veel vervoer vond immers over water plaats in die dagen, naar de hut gegaan en kwam al gauw achter de oorzaak van hun irritatie. Door de regenval was er geen droge plek meer in de hut te vinden en was als schuilplaats ongeschikt geworden. Hij heeft de drie mannen toen mee naar huis genomen en daar ondergebracht.Ook Dr. Stevens, die als assistent bij Gramsbergen aanwezig was, bleef regelmatig overnachten om uit handen van de Duitsers te blijven. Aan aardappelen Lees meer

Ga naar de bovenkant