Jelle Feenstra heeft een verhaal geschreven over de oorlogsjaren op de Miedleane, in de volksmond bekend als de ‘Boomsma’s’ Mieden. Dit is het vervolg op deel II van Jelle zijn verhaal.

 

Detail oude landkaart mer Ald Meer

Detail oude landkaart mer Ald Meer

Twee mannen sprongen aan de kant van Wier uit de praam en de beide anderen aan de Berlikumer kant. In alle verwarring was de praam niet vastgemaakt en dreef intussen weer naar de andere kant. Gijsbert Boomsma is toen uit de boot in het water gestapt hoewel hij niet kon zwemmen. De overkant was daar minder diep en hij heeft zich toe tussen het riet schuil gehouden. De Duitsers waren intussen ook aan de waterkant verschenen na de nodige problemen met mijn grootvader die tijd had geprobeerd te rekken. Toen hij in de gaten kreeg dat de praam terugdreef kon hij zogenaamd zijn klompen niet meer vinden. De Duitsers schenen met hun zaklantarens naar de overkant van het Ald Meer maar konden niemand ontdekken. Gijsbert Boomsma hield zich schuil onder water aan de kant tussen het riet. Hij besefte heel goed dat toen de Duitsers hun zaklantaarns uit deden zij die hierna waarschijnlijk opnieuw aan zouden doen en bleef daarom onder water. Uiteraard gingen de lantaarns hierna weer aan maar er was niemand te zien. Nadat zij de lantaarns opnieuw hadden uitgedaan klauterde hij aan land en verdween tussen de tabaksplanten. Maar doordat hij doorweekt was hoorden de Duitsers hem lopen en hebben toen in het wilde weg geschoten zonder hem echter te raken.

In die tijd werd er veel tabak verbouwd en dat was aan de overkant van het Ald Meer ook het geval. Na de Tweede Wereldoorlog is de tabaksteelt geheel uit Nederland verdwenen. Gijsbert Boomsma was een verstokt roker en ook hij maakte veel gebruik van het papier van de psalmboeken ter vervanging van vloei. Dat dit ongezond was door de giftige drukinkt hoeft geen betoog. August Seidel die al de tegenwerking meer dan beu en uiterst verbolgen was over het feit dat zij opnieuw niemand hadden opgepakt heeft mijn grootvader, Dirk Boomsma, toen in elkaar geslagen met de kolf van een geweer en voor dood achtergelaten. Hij is echter hersteld van zijn verwondingen.

Vlnr: Johannes Boersma, Aaltje Kuiper, Marten Reitsma en Gijsbert Boomsma

Vlnr: Johannes Boersma, Aaltje Kuiper, Marten Reitsma en Gijsbert Boomsma

De Duitsers bleken ook op de hoogte te zijn van de schuilplaats die op de zolder was gemaakt maar troffen hier uiteraard niemand meer aan. Wieger Terpstra die niet mee in de boot gevlucht was, hield zich voor het huis verborgen. Omdat de Duitsers er vanuit gingen dat iedereen in de boot was gevlucht hebben zij daar niet gezocht. Wel werden de beide jongste zonen Johannes en Tjeerd, die toen respectievelijk 8 en 6 jaar zullen zijn geweest, ondervraagd of er soms mannen op de zolder sliepen maar die hebben niets losgelaten hoewel aan de hand van het aanwezige beddengoed het toch wel duidelijk moet zijn geweest dat dit het geval was. Bij de volgende razzia’s vertrokken zij dan naar het huis van Jan en Attje Heeringa.

Vlnr: Aaltje Kuiper, Gijsbert Boomsma, Ine (Ynskje) Boomsma en Johannes Boersma. Met harmonica Marten Reitsma

Vlnr: Aaltje Kuiper, Gijsbert Boomsma, Ine (Ynskje) Boomsma en Johannes Boersma. Met harmonica Marten Reitsma

Bij een volgende razzia kregen de Duitsers twee mannen in het oog die werkzaam waren op het land van Sevenster. Het betrof twee broers, afkomstig uit Wier, met de achternaam Beintema. Hun voornamen zijn helaas niet meer bekend. Hoewel zij gewaarschuwd waren dat de Duitsers bij Durk Boomsma waren gingen zij er van uit dat zij wel onopgemerkt zouden blijven. Dit bleek ijdele hoop te zijn, een Duitse soldaat die hen in de gaten kreeg leunde met zijn geweer op takken van een boom naast het huis en nam hen onder vuur wanneer een van de beiden bewoog. Een paar andere soldaten zijn vervolgens met de praam naar de plek gevaren en hebben hen opgepakt.

Jan Willem Boomsma

Jan Willem Boomsma

Ondanks de permanente dreiging was er ook noch wel tijd voor ontspanning zoals uit beide onderstaande foto’s blijkt. Helaas is niet bekend om welke gelegenheid het ging maar er werd wel een feestje gevierd.

Toen de oorlog teneinde liep en de Duitse bezetters zich dit ook beginnen te realiseren werden er nauwelijks nog razzia’s uitgevoerd en beginnen de mensen zich veiliger te voelen en verlaten hun schuiladressen om huiswaarts te keren. Dat was op de Miedleane ook het geval maar dat bleek toch een verkeerde inschatting te zijn. Geheel onverwachts verschenen de Duitsers toen en hebben Gijsbert Boomsma meegenomen en naar Leeuwarden overgebracht. Hier heeft hij toen ongeveer een week gevangen gezeten in de Blokhuispoort. Bij zijn arrestatie dreigde de situatie volkomen uit de hand te lopen wanneer Ynskje Boomsma zich hevig verzet tegen de arrestatie van haar broer. De jonge soldaat uit Würzburg haar dreigde neer te zullen schieten. Haar vader is toen tussenbeide gesprongen en heeft de situatie kunnen redden.

Foto links Gijsbert D. Boomsma (1944), midden Geert Leemburg, rechts Geert Leembur en Maartje van der Meer (1944)

Foto links Gijsbert D. Boomsma (1944), midden Geert Leemburg, rechts Geert Leemburg en Maartje van der Meer (1944)

In Leeuwarden is Gijsbert verteld dat August Seidel zo gefrustreerd was dat zij hem niet te pakken hadden kunnen krijgen en dat zij, ondanks het kerende tij, alsnog hadden besloten om een poging te wagen hem te arresteren wat toen lukte omdat niemand hier nog rekening mee had gehouden.

In het verhaal van Pieter Steensma wordt al beschreven dat de Duitsers bij hun terugtocht paarden en wagens vorderden. Op die bewuste dag was mijn grootvader bezig met het poten van aardappels op een stuk land aan de Langedijk. Als hij de colonne van de Duitsers gewaar wordt, beseft hij het gevaar onmiddellijk. Het paard wordt snel in een schuurtje bij een van de bewoners verstopt. Helaas is niet meer bekend bij wie dit was. De wagen werd in een sloot gereden en de boven het water nog zichtbare wielen worden afgedekt met wat lege aardappelkisten.

Stoarmbuorren-Feenstra-Jelle

De Langedijk voorheen Stormbuurt – In een schuurtje achter een van deze huizen werd het paard verborgen. Hierachter lag ook land waar de aardappels werden gepoot.

August Seidel is na de overgave van de Duitsers opgepakt en in Alkmaar aan de Amerikanen uitgeleverd. Daar heeft hij kans gezien te ontsnappen. Hoewel het niet met zekerheid is te zeggen is hij waarschijnlijk niet naar Duitsland teruggekeerd maar in Nederland gebleven. Hij beheerste de Nederlandse taal goed en zal om die reden ook niet zijn opgevallen.

 

 

 

 

 

 

Foto links echtpaar Dirk Boomsma en Tjerkje Terpstra, midden Gijsbert Boomsma en Fran de Groot, foto rechts vlnr: Marie Braun, Tjerkje BoomsmaTerpstra, Johanna Feenstra-Boomsma, Dirk Boomsma, Sjarel Braun met een kleinkind.

Foto links echtpaar Dirk Boomsma en Tjerkje Terpstra, midden Gijsbert Boomsma en Fran de Groot, foto rechts vlnr: Marie Braun, Tjerkje BoomsmaTerpstra, Johanna Feenstra-Boomsma, Dirk Boomsma, Sjarel Braun met een kleinkind.

In het verhaal van Pieter Steensma komen de evacuees uit Zeeland ook ter sprake maar het waren niet alleen maar mensen uit Zeeland die naar Minnertsga kwamen, ook uit Limburg kwamen er evacuees naar de drie noordelijke provincies. Bij mijn grootouders waren dat Sjarel en Marie Braun. Zij waren afkomstig uit het Limburgse Roermond. Een andere evacuee was Frans de Groot hij was ondergebracht bij Outger en Maaike Terpstra op de Tilledyk. Kwamen de Zeeuwse evacuees hier omdat de dijken waren gebombardeerd en Zeeland gedeeltelijk onder water stond in Limburg moesten de bewoners op bevel van de Duitser op de avond van 13 januari 1945 hun woning verlaten.

WOII-04

Foto links Marten Reitsma en foto rechts Johannes Boersma

Dit betrof inwoners van de dorpen Velden, Lomm en Arcen. In verband met de heersende oorlogssituatie daar, de volgende morgen hun woning moeten ontruimen en naar het Duitse Straelen moeten vertrekken. De volgende morgen worden de bewoners uit hun huizen gehaald en lopen onder begeleiding van Duitsers met handbagage naar Straelen. Daar wachten ze uitgeput uren in het donker op een trein. In veewagons met mest en stro rijden ze een onbekende bestemming tegemoet. Eerst waren zij nog in de veronderstelling dat zij wellicht naar werkkampen werden afgevoerd. Maar door de spleten in de wagons zagen zij tot hun opluchting dat dit niet het geval was. Er wordt dag en nacht gereden en op 15 januari komen de eerste grote groepen in het noordelijke provincies aan. Zij komen voornamelijk in Friesland, Groningen maar ook in Noord-Drente terecht. Deze transporten vinden onder erbarmelijke omstandigheden plaats mede veroorzaakt door de bittere kou en gebrek aan eten en drinken.

Vanaf 22 januari 1945 worden ook de inwoners van Roermond en omliggende dorpen naar veiliger oorden gebracht. Zij lopen twee weken voor de bevrijding van Roermond vijftien kilometer naar het Duitse plaatsje Brüggen om ook daar in veewagons te stappen. Onderweg komen enkele reizigers om het leven bij een aanval door Engelse jachtvliegtuigen. Deze groep gaat vooral naar Leeuwarden. Ongeveer 30.000 Limburgers belanden in januari en februari 1945 per trein in Drenthe, Groningen en vooral Friesland.

 

 

Naschrift
Tegenwoordig worden terreur en verzetsacties gefinancierd uit de opbrengsten van de verkoop van drugs, bloeddiamanten, ontvoeringen of illegale olieverkopen. In de jaren 1940-1945 was er ook geld nodig voor de financiering van bepaald activiteiten. Naast de overvallen op bonnenbureaus en gemeentehuizen voor de noodzakelijke persoonsbewijzen. De overvallen op de bonnenbureaus waren noodzakelijk om aan de benodigde voedselbonnen te komen ten behoeve van de onderduikers en verzetsmensen. In sommige gevallen hielpen ook medewerkers op de kantoren met het verduisteren van de bonnen die vervolgens weer werden gedistribueerd aan de personen die onderduikers hielpen. Door de steeds erger wordende schaarste waren steeds meer producten alleen maar verkrijgbaar tegen het inleveren van bonnen.

Overzicht van producten waarvoor bonnen nodig waren gedurende de bezetting:

Oktober 1939 suiker, januari 1940 erwten, juni 1940 brood, bloem, koffie, thee, schoenen en textiel, juli 1940 grutterswaren, boter, margarine, spijsvetten, augustus 1940 zeep, september 1940 vlees en vleeswaren, oktober 1940 kaas, november 1940 eieren, koek, gebak, aardewerk, glazen voorwerpen en elektrische artikelen, januari 1941 lucifers, april 1941 melk en aardappelen, juli 1941 jam en puree, november 1941 cacao en cacaoproducten

Men had geld en distributiebonnen nodig . Had men wel geld maar geen bonnen dan mocht er niets worden verkocht. Tot in de jaren 50 bleven veel goederen slechts op de bon verkrijgbaar, koffie was in 1952 het laatste product dat ten slotte weer vrij verkrijgbaar werd.

De eerste distributiekaart werd in 1939 vlak voor het uitbreken van de oorlog ingevoerd. Later werd door de Duitsers de Tweede Distributie Stamkaart ingevoerd om te voorkomen dat de onderduikers aan voedsel zouden komen. Om aan de tweede distributiekaart te komen moest men zich met het persoonsbewijs bij de overheid melden. Werd het persoonsbewijs in orde bevonden dan werden de Distributie Stamkaart en het persoonsbewijs van een zegel voorzien.  Deze maatregel werd door het Ambtenarenverzet zorgvuldig gesaboteerd. Tot irritatie van de Duitse Overheid bleken er uiteindelijk meer stamkaarten verstrekt dan de bevolking volgens haar groot was, zonder dat duidelijk was waar gefraudeerd was.

Jelle Feenstra – Jistrum 2015

 

Bronnen: Johannes D. Boomsma, Wikipedia – distributie van de voedselbonnen, RTV Oost – Evacuees uit Limburg

Foto’s:  Om toer en tsjerke fan Minnertsgea, Jan Leemburg, Ynskje en Margreet Boomsma, Tytsje Terpstra, Gijsbert D. Boomsma en Frans de Groot

Meer documenten (bonkaarten e.d.) over de Tweede Wereldoorlog zijn de vinden in de beeldbank onder de optie: Documenten. Daarnaast staan alle foto’s uit dit verhaal ook in de beeldbank.