30 05, 2015

Schoolfoto’s 1906 – 1911 Christelijke Lagere School

2015-05-30T08:37:57+00:0030 mei 2015|0 Reacties

Van diverse kanten komen er steeds meer foto's binnen. In de meeste gevallen zijn het digitale foto's, maar zo nu en worden mij prachtige oude originele foto's aangeboden die ik dan mag scannen. Zo kreeg ik onlangs twee prachtige,  haarscherpe schoolfoto's in handen gedrukt. Plaatjes!   Het zijn schoolfoto's van kinderen van de Christelijke Lagere School in Minnertsga. Beide foto's staan ook in het jubileumboek: Yn 'e spegel 1869 - 1994, 125 jier kristlik ûnderwiis Minnertsgea. Daar staan ook alle namen bij vermeld voor zover die bekend waren. De foto's staan nu ook in de beeldbank en via de menuoptie Vroeger bewoners kunt u familiegegevens vinden over deze kinderen, voor zover die zijn ingevoerd in de database. Foto is gemaakt omstreeks 1906. 1. Meester Post?, 2. Sijke Miedema, 3. Trijntje Zoodsma, 4. Japke Nieuwhof, 5. Trijntje Herrema, 6. meester Uilke Glazema, 7. meester Hogenhuis, 8. Juffrouw Noordmans, 9. meester Bartlema, 15. Tjerkje Terpstra, 17. Juf Schotanus. De overige namen zijn niet bekend maar één van de jongens moet Johannes A. Vogel zijn. Deze foto is gemaakt omstreeks 1911. 1. meester Wieske, 9. meester Bekius, 10. meester Hogenhuis, 11. Janke Zuidema, 12. Japke Nieuwhof, 13. Trijntje Vrieswijk, 14. Blijke van der Velde, 15. Trijntje Herrema, 16. meester Bartlema, 17. Grietje Zuidema, 18. Liebeth Vis, 19. Aaltje Vogel, 31. Dirkje Bruinsma, 32. Sietske Wijngaarden, 33. Jantje Vis, 35. Hendrikje Faber, 36. Sake Faber. De andere namen zijn helaas onbekend. Als u nog gezichten herkend en namen weet, dan zou ik erg op prijs stellen om een bericht van u te ontvangen.  

26 04, 2015

Oorlogsjaren op de Miedleane (deel III slot)

2024-02-01T05:42:46+00:0026 april 2015|0 Reacties

Jelle Feenstra heeft een verhaal geschreven over de oorlogsjaren op de Miedleane, in de volksmond bekend als de 'Boomsma's' Mieden. Dit is het vervolg op deel II van Jelle zijn verhaal.   Detail oude landkaart mer Ald Meer Twee mannen sprongen aan de kant van Wier uit de praam en de beide anderen aan de Berlikumer kant. In alle verwarring was de praam niet vastgemaakt en dreef intussen weer naar de andere kant. Gijsbert Boomsma is toen uit de boot in het water gestapt hoewel hij niet kon zwemmen. De overkant was daar minder diep en hij heeft zich toe tussen het riet schuil gehouden. De Duitsers waren intussen ook aan de waterkant verschenen na de nodige problemen met mijn grootvader die tijd had geprobeerd te rekken. Toen hij in de gaten kreeg dat de praam terugdreef kon hij zogenaamd zijn klompen niet meer vinden. De Duitsers schenen met hun zaklantarens naar de overkant van het Ald Meer maar konden niemand ontdekken. Gijsbert Boomsma hield zich schuil onder water aan de kant tussen het riet. Hij besefte heel goed dat toen de Duitsers hun zaklantaarns uit deden zij die hierna waarschijnlijk opnieuw aan zouden doen en bleef daarom onder water. Uiteraard gingen de lantaarns hierna weer aan maar er was niemand te zien. Nadat zij de lantaarns opnieuw hadden uitgedaan klauterde hij aan land en verdween tussen de tabaksplanten. Maar doordat hij doorweekt was hoorden de Duitsers hem lopen en hebben toen in het wilde weg geschoten zonder hem echter te raken. In die tijd werd er veel tabak verbouwd en dat was aan de overkant van het Ald Meer ook het geval. Na de Tweede Wereldoorlog is de tabaksteelt geheel uit Nederland verdwenen. Gijsbert Boomsma was een verstokt roker en ook hij maakte veel gebruik van het papier van de psalmboeken ter vervanging van vloei. Dat dit ongezond was door de giftige drukinkt hoeft geen betoog. August Seidel die al de tegenwerking meer dan beu en uiterst verbolgen was over het feit dat zij opnieuw niemand hadden opgepakt heeft mijn grootvader, Dirk Boomsma, toen in elkaar geslagen met de kolf van een geweer en voor dood achtergelaten. Hij is echter hersteld van zijn verwondingen. Vlnr: Johannes Boersma, Aaltje Kuiper, Marten Reitsma en Gijsbert Boomsma De Duitsers bleken ook op de hoogte te zijn van de schuilplaats die op de zolder was gemaakt maar troffen hier uiteraard niemand meer aan. Wieger Terpstra die niet mee in de boot gevlucht was, hield zich voor het huis verborgen. Omdat de Duitsers er vanuit gingen dat iedereen in de boot was gevlucht hebben zij daar niet gezocht. Wel werden de beide jongste zonen Johannes en Tjeerd, die toen respectievelijk 8 en 6 jaar zullen zijn geweest, ondervraagd of er soms mannen op de zolder sliepen maar die hebben niets losgelaten hoewel aan de hand van het aanwezige beddengoed het toch wel duidelijk moet zijn geweest dat dit het geval was. Bij de volgende razzia’s vertrokken zij dan naar het [...]

26 04, 2015

Oorlogsjaren op de Miedleane (deel II)

2024-02-01T05:42:58+00:0026 april 2015|5 Reacties

Jelle Feenstra heeft een verhaal geschreven over de oorlogsjaren op de Miedleane, in de volksmond bekend als de 'Boomsma's' Mieden. Dit is het vervolg op deel I van Jelle zijn verhaal.   Johanna en Ynskje Boomsma met de hond Max Waren het in de begin jaren alleen de Joden die onder doken later kwamen daar steeds vaker mannen tussen de 18 en 40 jaar bij die opgeroepen waren voor de Arbeitseinsatz (dwangarbeid) in Duitsland. Die waren nodig omdat de Duitse mannen aan het front vochten. Velen van hen weigerden dit en doken onder. Verder waren er nog veel onderduikers die deel hadden genomen aan de April-Mei stakingen en aan de spoorwegstaking eind september 1944. Het geschatte aantal onderduikers moet eind 1944 ongeveer 350.000 zijn geweest. Ook bij Dirk en Tjerkje Boomsma vonden steeds meer onderduikers onderdak. Het huis lag afgelegen aan het Ald Meer en de Duitsers moesten eerst ongeveer drie honderd meter over de kale landweg gaan om de woning te bereiken. Het was een ideale plek voor onderduikers. Naast hun eigen zoon Gijsbert Boomsma waren dat Wieger Terpstra, Jan Boomsma, Geert Leemburg, Johannes Boersma en Marten Reitsma. Wieger Terpstra was een zoon van Willem en Annigje Terpstra en dus een neef evenals Jan Boomsma, een zoon van Willen en Japke Boomsma. Geert Leemburg was afkomstig uit Beetgum. Marten Reitsma kwam uit Wier en Johannes Boersma uit Berlikum. Wieger Terpstra verbleef overigens niet permanent bij mijn grootouders maar wanneer er weer razzia’s dreigden plaats te vinden, dook hij daar onder. Wieger was als oudste zoon opgeroepen voor de “Arbeitseinsatz”.  Geert Leemburg, Johannes Boersma en Marten Reitsma kwamen weer op een heel andere manier bij mijn grootouders terecht. Johannes Boomsma met de hond Max In die tijd, en ook later nog, stonden er een aantal schuilhutten op het land. Het waren vaak kleine hutten van hout of in een enkel geval van steen die gebruikt werden om te schuilen tegen de regen wanneer men op het land werkzaam was. Het was mijn grootvader wel eens opgevallen dat hij meende stemmen te horen uit een van deze hutten aan de overkant van het “Ald Meer” maar had daar verder weinig aandacht aan geschonken. Op een dag werd er echter nogal luidruchtig gesproken en kreeg hij het idee dat er onderling ook sprake van irritatie was. Waarschijnlijk hebben zij zich niet gerealiseerd dat hun stemmen over het water veel verder hoorbaar waren dan over land maar het was op afstand duidelijk hoorbaar. Dirk Boomsma is toen met zijn praam, veel vervoer vond immers over water plaats in die dagen, naar de hut gegaan en kwam al gauw achter de oorzaak van hun irritatie. Door de regenval was er geen droge plek meer in de hut te vinden en was als schuilplaats ongeschikt geworden. Hij heeft de drie mannen toen mee naar huis genomen en daar ondergebracht.Ook Dr. Stevens, die als assistent bij Gramsbergen aanwezig was, bleef regelmatig overnachten om uit handen van de Duitsers te blijven. Aan aardappelen [...]

4 04, 2015

Foto’s Janna van Dijk (II)

2015-04-04T05:21:17+00:004 april 2015|0 Reacties

In het vorige bericht staan enkele foto’s uit de nalatenschap van Janne van Dijk. Maar deze ontbrak nog omdat ik hier nog geen namen bij kon vinden. Maar dat is volgens mij nu ook gelukt.   De foto vertoond forse gebruikssporen.  Er missen hoekjes uit de kartonnen kaart waar de foto op geplakt is en het beeld is bijna verdwenen in de nevelen van de tijd. Kennelijk heeft men de foto vaak in handen gehad en is door vele zonlicht het beeld verbleekt. Wie staan er op de foto? Gelet op de ouderdom van de foto is het vrijwel ondenkbaar dat Janne hier zelf op staat. Is dan misschien haar moeder één van de twee dochters op de foto of is de jongen in het midden de vader van Janne? Door de familiegegevens bij elkaar te zoeken, kom ik tot de conclusie dat dit de pake en beppe van Janne haar vaderskant moeten zijn. De personen op de foto passen niet binnen de gezinssamenstelling van de pake en beppe van moederkant, maar wel aan vaderskant. Op de foto zitten in het midden Reinder van Dijk, geboren op 2 juli 1864 in Ferwerd. Naast hem zit zijn vrouw Renske Sjoerds Hijma die geboren is op 19 november 1863 in Marrum. Links staat dochter Cornelia, geboren op 4 juli 1890 in Ferwerd. Rechts staat dochter Gaatske, geboren op 20 april 1894 in Ferwerd en in het midden achter het tafeltje staat Jan, de vader van Janna, geboren op 11 april 1899 in Vrouwenparochie. Als 20-jarige zit de vader van Janna bij de Nationale Militie en is gelegerd in Leiden of in de directe omgeving. Van hem zijn twee prentbriefkaarten bewaard gebleven die hij naar het thuisfront stuurde. Op één van de kaarten staat op de achterkant: ‘Aan mej. G. van Dijk’. Dat moet dus Jan zijn zuster Gaatske zijn die in 1918 bij Jan Bekius in Minnertsga inwonend was. Op de andere kaart is de aanhef: ‘Lieve M en Z’. Hier bedoelde hij waarschijnlijk zijn moeder mee en zussen. De kaart is gericht aan:  ‘Aan de wed. R. van Dijk, Minnertsga’. De voornaam van Jan zijn vader begint inderdaad met een R. Wat dus aan gegevens voor handen ligt, kan worden vastgesteld  dat deze van de juiste namen is voorzien.

29 03, 2015

Janna van Dijk ‘fjlocht wer troch de buorren’

2015-04-03T08:28:53+00:0029 maart 2015|0 Reacties

Deze kopregel stond op 20 december 1967 boven het artikel in de Leeuwarder Courant over het welfare-werk van Janne van Dijk. Maar Janne van Dijk is op 26 september 2014 op 87-jarige leeftijd overleden. Van Betty Groeneveld kreeg ik onlangs enkele oude foto’s uit de nalatenschap van Janna; zonder namen er bij maar wel met een paar aanwijzingen van Betty. Die aanwijzingen hebben mij geholpen om de foto’s van namen te voorzien, waardoor de foto’s meer historische waarde hebben gekregen. Wie was Janne van Dijk? Janne van Dijk is geboren op 17 januari 1927 en naar ik aanneem in Minnertsga, maar daar ben ik niet zeker van. Zij was een dochter van Jan van Dijk (1899-1971) en Maria Iedema 1899-1957). Haar vader Jan is geboren in Vrouwenparochie en haar moeder in Berlikum. Om een goed beeld van deze vrouw te krijgen heb ik onderstaand artikel uit de Leeuwarder Courant overgenomen. Janne was welfare-werkster bij het Rode Kruis en ging bij patiënten langs in Minnertsga die langdurig ziek waren en wat knutselwerk van haar kregen om voor wat afleiding te zorgen. In 1966, toen ik zelf een week of zes ziek ben geweest, kwam zij ook bij ons thuis over de vloer. Ik mij toen vermaakt met het plakken van kleine mozaïeksteentjes en het maken van een pitrietmandje kan ik mij nog herinneren. Janna van Dijk ‘fjlocht wer troch de buorren’ Welfare-werkster in Minnertsga “Mensenkennis is het belangrijkste voor een welfarewerkster. En liefde voor het vak natuurlijk. Ik zag er eerst wel tegenaan maar nu kan ik het werk niet meer missen. Doel van het werk is de patiënten afleiding te geven, hen losmaken van de zorgen over hun ziekte. Maar het fijne is ook dat het omgaan met die patiënten jezelf rustiger maakt, je leert jezelf en de anderen beter kennen. Maar je raak op een gegeven moment zo verstikt in het werk dat je moet oppassen niet de grond on der je voeten te verliezen”. Mej. Janna van Dijk uit de Tsjillen in Minnertsga weet waar ze over spreekt: vanaf 1962 af gaat ze bij ernstige patiënten in het dorp langs om het ziek-zijn zo onbezorgd mogelijk te laten verlopen. Reumapatiënten, chronische zieken verlamden, kortom iedereen in Minnertsga die voor langere tijd aan het bed gekluisterd is of de woning niet meer mag verlaten, kan een beroep doen op haar. Ook bejaarden, die het grootste gedeelte van de dag achter de ramen van hun woning slijten om de bakker en de melkboer, vier keer daags de schoolkinderen en de trekkerrijdende landbouwers, langs te zien komen, kunnen bij haar aankloppen. Gewapend met pitriet, houtsnijwerk, touw of borduurwerk komt ze dan een bezoek brengen om de smaak en de capaciteit van de kandidaat af te tasten. “De een ligt pitriet heel goed, de andere wil niets anders dan touwvlechten en een derde werpt zich aan het borduren. Als welfare-werkster van het Roode Kruis moet je het ieder naar de zin maken, anders heeft het werk en voor de patiënt en voor [...]

Ga naar de bovenkant