17 05, 2020

Oorlogsevacué John van Heijst over zijn verblijf in Minnertsga

2020-05-18T16:57:46+00:0017 mei, 2020|0 Reacties

John van Heijst volgt Minnertsga Vroeger ook op Facebook en hij attendeerde mij op zijn herinneringsverhaal over zijn verblijf als evacué in Minnertsga. Hij was toen 12 jaar en kwam als hongerevacué uit Voorburg naar het hoge noorden. Hieronder zijn verhaal. John van Heijst in 2013 in Minnertsga In juni bezocht ik de Regionale Veteranen Dag van Friesland in de WTC-hallen van Leeuwarden, die daar traditioneel een  jaarlijkse bijeenkomst vierde. De festiviteit werd daar met diverse optredens en speaches opgeluisterd maar in hoofdzaak betrof het toch de samenkomst van Veteranen en hun relaties die hun militaire missie hadden voltooid. Na afloop van het hele gebeuren overdacht ik het feit dat het toch alweer 70 jaar geleden is dat ik als 12 jarige hongerlijder vanuit Voorburg via de NH kerk op transport kon worden gesteld naar Friesland om het vege lijf te redden. Dat scheelde toen voor vader en moeder zo wie zo een mond om te voeden hoewel dat al niet veel meer om het lijf had. Omdat de omgeving en dorpen anno 2015 nog steeds tot de verbeelding sprak besloot ik om de resterende tijd te gebruiken om daar weer eens een kijkje te gaan nemen. Zodoende zette ik koers naar het dorp waar mijn toenmalige pleegouders mij gedurende de laatste oorlogsjaren in leven hadden gehouden. Het was de imposante kerk met zadeldaktoren van Minnertsga die zich aan de horizon zeer herkenbaar aftekende. Plaats ook waar destijds een delegatie van de NH-kerk het transport opving en een indeling maakte voor de gezinnen die zich kennelijk hadden opgegeven om enige nood te lenigen aan ondervoede kinderen uit het westen. September 1944. Na een enerverende reis achter in de met stro gevulde laadbak van een vrachtauto, met een lange stop voor de brug van Zwolle, belandde ik met zo’n 15 andere kinderen in Leeuwarden. Daar werden we in eerste instantie opgevangen door de Diaconie in Leeuwarden en een dag later, na een herindeling van meer getransporteerde kinderen, met een stel andere scharminkels naar Minnertsga en Tzummarum gebracht. Opgevangen in de kerk wachtte ik op de adoptieouders die zich over mij zouden ontfermen. De gezin van Gerrit Groeneveld en Ansje de Vries woonde in een eenvoudige arbeiderswoning aan de Hege Buorren. Eigenlijk in een smalle steeg die zo op de Hoge Buorren uitkwam. Zij hadden nog een zoontje, de vierjarige Jaap. Hij deelde toen met mij een plaatsje in de bedstee. Bepaald niet comfortabel moet ik zeggen maar verdere ruimte kon ook niet geboden worden. Ansje de Vries deed haar Hege Buorren met recht een van de woningen waar John van Heijst verbleef uiterste best om met de schaarse middelen het hoofd boven water te houden. Gerrit was loonarbeider. De inkomsten waren natuurlijk navenant laag en alleen daarom al heb ik nog de meeste respect voor de wijze waarop zij het toch maar rooiden. De herinneringen daaraan liggen me nog duidelijk in het geheugen . De opkomende heimwee en de zorg voor de achtergebleven familieleden. Het kleine maar Lees meer

26 04, 2015

Oorlogsjaren op de Miedleane (deel III slot)

2024-02-01T05:42:46+00:0026 april, 2015|0 Reacties

Jelle Feenstra heeft een verhaal geschreven over de oorlogsjaren op de Miedleane, in de volksmond bekend als de 'Boomsma's' Mieden. Dit is het vervolg op deel II van Jelle zijn verhaal.   Detail oude landkaart mer Ald Meer Twee mannen sprongen aan de kant van Wier uit de praam en de beide anderen aan de Berlikumer kant. In alle verwarring was de praam niet vastgemaakt en dreef intussen weer naar de andere kant. Gijsbert Boomsma is toen uit de boot in het water gestapt hoewel hij niet kon zwemmen. De overkant was daar minder diep en hij heeft zich toe tussen het riet schuil gehouden. De Duitsers waren intussen ook aan de waterkant verschenen na de nodige problemen met mijn grootvader die tijd had geprobeerd te rekken. Toen hij in de gaten kreeg dat de praam terugdreef kon hij zogenaamd zijn klompen niet meer vinden. De Duitsers schenen met hun zaklantarens naar de overkant van het Ald Meer maar konden niemand ontdekken. Gijsbert Boomsma hield zich schuil onder water aan de kant tussen het riet. Hij besefte heel goed dat toen de Duitsers hun zaklantaarns uit deden zij die hierna waarschijnlijk opnieuw aan zouden doen en bleef daarom onder water. Uiteraard gingen de lantaarns hierna weer aan maar er was niemand te zien. Nadat zij de lantaarns opnieuw hadden uitgedaan klauterde hij aan land en verdween tussen de tabaksplanten. Maar doordat hij doorweekt was hoorden de Duitsers hem lopen en hebben toen in het wilde weg geschoten zonder hem echter te raken. In die tijd werd er veel tabak verbouwd en dat was aan de overkant van het Ald Meer ook het geval. Na de Tweede Wereldoorlog is de tabaksteelt geheel uit Nederland verdwenen. Gijsbert Boomsma was een verstokt roker en ook hij maakte veel gebruik van het papier van de psalmboeken ter vervanging van vloei. Dat dit ongezond was door de giftige drukinkt hoeft geen betoog. August Seidel die al de tegenwerking meer dan beu en uiterst verbolgen was over het feit dat zij opnieuw niemand hadden opgepakt heeft mijn grootvader, Dirk Boomsma, toen in elkaar geslagen met de kolf van een geweer en voor dood achtergelaten. Hij is echter hersteld van zijn verwondingen. Vlnr: Johannes Boersma, Aaltje Kuiper, Marten Reitsma en Gijsbert Boomsma De Duitsers bleken ook op de hoogte te zijn van de schuilplaats die op de zolder was gemaakt maar troffen hier uiteraard niemand meer aan. Wieger Terpstra die niet mee in de boot gevlucht was, hield zich voor het huis verborgen. Omdat de Duitsers er vanuit gingen dat iedereen in de boot was gevlucht hebben zij daar niet gezocht. Wel werden de beide jongste zonen Johannes en Tjeerd, die toen respectievelijk 8 en 6 jaar zullen zijn geweest, ondervraagd of er soms mannen op de zolder sliepen maar die hebben niets losgelaten hoewel aan de hand van het aanwezige beddengoed het toch wel duidelijk moet zijn geweest dat dit het geval was. Bij de volgende razzia’s vertrokken zij dan naar het Lees meer

11 05, 2014

Emigranten uit Minnertsga

2015-05-21T16:45:09+00:0011 mei, 2014|0 Reacties

Jelle Feenstra heeft al eerder een prachtig verhaal over de emigratie van zijn familie geschreven. Deze keer heeft hij een verhaal gemaakt over de familie Heeringa.   Jan Heeringa werd geboren op 5 februari 1915 in Tzummarum. Hij was een zoon van Jan Harmens Heeringa en Sijke Kuiken. Op 21 mei 1941 trouwt hij met Attje Boomsma, geboren op 17 januari 1922 te Minnertsga. Zij was een dochter van Dirk Gijsberts Boomsma en Tjerkje Terpstra. Na hun trouwen komen zij bij de ouders van Attje inwonen op de Miedleane 23. Het was oorlog en het vinden van een woning zal toen wel de nodige problemen hebben gegeven. Hier wordt ook hun eerste zoon, Jan, geboren. Na het overlijden van Gijsbert Tjeerds Boomsma, de grootvader van Attje, op 18 maart 1942 gaat het gezin in dat huis, Miedleane 10 A, wonen in april 1942. Hier staat tegenwoordig het pand van Garagebedrijf F. de Groot. In dat huis worden 2 kinderen geboren: Tjerkje op 6 juni 1944 en Dirk op 18 oktober 1945. Op 8 november 1947 vindt er opnieuw gezinsuitbreiding plaats. Zij krijgen dan nog een zoon, Harmen, maar deze wordt in Leeuwarden geboren. Dit was in het ziekenhuis en enige tijd werd er zelfs voor zijn leven gevreesd. Foto links: Attje Heeringa-Boomsma, en dochter Tjerkje, voor het huis van haar ouders. Dit huis is, Miedleane 23 en is later afgebroken en stond aan “de oude meer”. De foto dateert uit december 1944. Foto rechts: Jan Heeringa op 22 mei 1941 bij het huwelijk van Jan en Attje. In 1951 besluit het gezin naar Canada te emigreren en op 8 februari vertrekken zij met de S.S. Zuiderkruis vanuit de haven van Rotterdam. Een beslissing die moet zijn ingegeven door de slechte economische situatie in Nederland in die tijd. In de periode tussen 1950 en 1959 emigreerden meer dan 128.000 mensen alleen al naar Canada. Ander populaire bestemmingen waren de Verenigde Staten, Australië en Nieuw Zeeland.   Foto links: Jan Heeringe en Gijsbert D. Boomsma (22-05-1941). Foto rechts: gezin Jan Heeringa,voor vlnr: Jan, Dirk, Harmen en Tjerkje. Achter vader en moeder Attje en Jan. Het beeld van de rechter foto kwam destijds veelvuldig voor bij families in Nederland bij het vertrek van familieleden of kinderen uit Nederland. In Nederland heerste grote werkeloosheid en de overheid hielp geïnteresseerden, die bereid waren te vertrekken, financieel om de overtocht mogelijk te maken. In die tijd werd emigratie naar Canada gezien als een afscheid voor altijd. In de haven van Rotterdam hebben zich dan ook hartverscheurende taferelen afgespeeld omdat de betrokkenen aannamen dat zij elkaar nooit weer zouden zien. Aan het einde van de jaren vijftig werd het veel gemakkelijker om een bezoek aan Nederland te maken door de komst van de straalmotor in vliegtuigen. Hierdoor werd het aanmerkelijk goedkoper om de oceaan over te steken en een bezoek aan Nederland te brengen. Ook in Nederland veranderde de economische situatie wardoor in de jaren zestig en daarna ook vanuit Nederland familiebezoek naar Lees meer

1 03, 2014

Emigreerde familie Feenstra kwam weer terug

2024-02-01T05:44:23+00:001 maart, 2014|3 Reacties

Tjipke Feenstra, geboren in 1924 te Hardegarijp, was een zoon van Jelle Tjipkes Feenstra en Gaitske van Houten. In juni 1949 trouwt hij met Johanna Ynskje Boomsma, geboren in 1928 te Minnertsga. Zij was een dochter van Dirk Gijsberts Boomsma en Tjerkje Terpstra. Tjipke Feenstra en Johanna Ynskje Boomsma 9 juni 1949 Zij komen te wonen op de Miedleane 8 in het huis waar tegenwoordig het pand van garagebedrijf De Groot staat. Dit was de woning van de oude stemplaats no 9. Het was toen een dubbele woning en eigendom van de familie Boomsma. Zij komen daar naast hun zwager en schoonzuster Jan Heeringa en Attje Heeringa – Boomsma te wonen, die sinds april 1942 in het linker gedeelte van het huis wonen. Hier worden drie kinderen geboren: Jelle (1949), Dirk (1951) en Gooitske Gonnie (1954).         Deze boerderij staat ook bekend als stempleats no 9, later no 405 en uiteindelijk als Miedleane no 8 en 10A. Dit type boerderij is een Bildtse Boerderij. De woning staat haaks t.o.v. de schuur. De schuur is later afgebroken en van de woning werd een dubbele woning gemaakt. Op het het land voor de boerderij stond in de jaren veertig rechts een boomgaard en de linker helft was moestuin. Tegenwoordig staat hier het pand van garagebedrijf F. de Groot en herinnert niets meer aan deze prachtige boerderij. Miedleane 8 - 10a Tjipke was als schilder werkzaam bij Glazema in Minnertsga en Ganzinga. Hij hield in zijn vrije tijd kippen en postduiven en kweekte in de grote moestuin violen voor zaad voor de zaadhandel als zijn bijverdienste. Sportief gezien kaatste hij verdienstelijk als Waldpyk en deed mee aan damwedstrijden. Tijdens de wintermaanden namen zij samen deel aan diverse schaatstochten. Daarnaast maakte hij deel uit van de Nationale Reserve. Dit was een reserve eenheid van het leger, in het leven geroepen na de oorlog. Maar af en toe was de motivatie bij deze eenheid ver te zoeken. De Dubbele woning zoals die er in 1949 uitzag - zonder de bijbouw van kalkzandsteen Het kwam regelmatig voor dat de broekriem was vervangen door een stuk touw. Deelname was verplicht en het wegblijven van zo’n oefening was strafbaar net als bij de Bescherming Bevolking. In 1957 besluiten zij om naar Canada te emigreren. Dit zal vooral ingegeven zijn door het feit dat hij gedurende de wintermaanden vaak thuis zat vanwege de vorstverlet. De winters in die jaren waren lang en koud. Ook de gezondheid van Durk zal hierin mee hebben gespeeld, die had regelmatig last van bronchitisaanvallen tijdens de winters. Inmiddels was zijn zwager Jan Heeringa met zijn gezin al naar Canada vertrokken omdat zijn schoonzuster Attje Heeringa dezelfde gezondheidsproblemen had als zijn  zoon Durk, maar in Canada was dat niet het geval. Op 7 juni 1957 vertrekt het gezin Feenstra met de SS Groote Beer vanuit Rotterdam naar Canada. S.S. Groote Beer   Deze boot was één van drie schepen van de Holland America Lijn Lees meer

Ga naar de bovenkant