28 08, 2020

ALE ALES BAKKER, bakker, Jacobijn, inquisiteur, bakker (door Sjoerd Schaaf)

2020-11-18T14:50:16+00:0028 augustus 2020|1 Reactie

Hoe komt een bakker uit een Fries dorp plotseling in de grote politiek terecht en waarom wordt hij daarna van de ene dag op de andere weer bakker? Ale Ales Bakker (1745 – 1807), bakker uit Minnertsga, klimt in de beginjaren van de Bataafse Republiek op tot belangrijke functies in de plaatselijke, provinciale en landelijke politiek. Even plotseling als hij van bakker politicus wordt, wordt hij van politicus weer bakker. In de Bataafse Republiek kunnen, voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis,  ‘homines novi’ (nieuwe mannen) politiek carrière maken. Hoe dit hun leven volkomen verandert, beheerst en (vaak) frustreert, wordt geïllustreerd aan het levensverhaal van Ale Bakker. Links rood omlijnd het pand waar Ale Ales Bakker zijn bakkerij had. Tot eind 2019 was het nog steeds een bakkerij. (foto omstreeks 1900) Ale wordt in de nacht van 18 op 19 maart 1745 geboren in Minnertsga in de grietenij Barradeel als jongste zoon van Ale Jelles Bakker en Saakje Wouters. Hij wordt op 27 april 1745 gedoopt in de  Nederduits Gereformeerde kerk. Vader Ale is bakker aan de Tsjillen in Minnertsga. De bakkerij is geen eigen bezit maar van de plaatselijke diaconie. Het gezin wordt omschreven als ‘weinig gegoed’. Zoon Ale volgt zijn vader op als bakker. Als hij twintig jaar is, trouwt hij op 9 februari 1766 in Minnertsga met de boerendochter Trijntje Jans, afkomstig uit Wijnaldum. Hun huwelijk blijft kinderloos. Als de Fransen, samen met gevluchte patriotten, in 1795 Nederland binnenvallen en  stadhouder Willem V verjagen, begint Ales politieke loopbaan. Van februari 1795 tot juni 1798 is hij actief in de plaatselijke, provinciale en landelijke politiek. Ale overlijdt op 23 september 1807 in Minnertsga op 62-jarige leeftijd. Zijn weduwe Trijntje betreurt zijn heengaan op 3 oktober van dat jaar in een overlijdensbericht in de Leeuwarder Courant: ‘Alle die zijn caracter kenden zullen met mij mijn verlies betreuren’. Toch zal niet iedereen het overlijden van Ale Ales Bakker betreurd hebben. Hij heeft namelijk tijdens zijn politieke carrière vele vijanden gemaakt. De bakker aan het werk. Detail van tekening gemaakt door Anton Pieck. ALE, DE BAKKER In de tweede helft van de achttiende eeuw woedt een felle strijd tussen de patriotten en de prinsgezinden. De Republiek verkeert in een politieke, financieel-economische, militaire en morele crisis en de patriotten houden stadhouder Willem V hiervoor verantwoordelijk. Zij streven naar democratisering van de samenleving en richten gewapende vrijkorpsen op. In 1787 ontwikkelt zich een revolutionaire situatie. De stadhouder trekt zich terug in Nijmegen maar wordt weer op zijn zetel in Den Haag geholpen door zijn zwager Frederik Willem II, koning van Pruisen. Deze stuurt een groot leger naar de Republiek. De patriottische vrijkorpsen vormen hiervoor geen enkele partij. Veel patriotten vluchten, het merendeel naar Frankrijk. Er zijn geen aanwijzingen dat Ale bij de gebeurtenissen van 1787 betrokken is geweest. Hij is ook niet als balling naar Frankrijk gevlucht. Maar in 1795 blijkt Ale zich tot de patriottische zaak bekend te hebben. Of misschien is hij er wel toe bekeerd. Minnertsga [...]

3 07, 2020

Firma L.S. Brouwers Minnertsga-Leeuwarden

2020-07-03T06:51:24+00:003 juli 2020|2 Reacties

In de nieuwsbrief van de Boerderijenstichting Fryslân staat een uitvoerig verhaal over Brouwers-stalinrichting. Hans de Haan en Jacob van der Vaart zijn met bezig met het onderzoeksproject: Boerderijen van het gelede en Amerikaanse type in Fryslân. Voor het onderzoek heeft Gerrit Bouma ook tips en informatie aangereikt daarom ontvangt hij regelmatig de nieuwsbrief over de voortgang van het project. Eigenlijk mag het verhaal in deze nieuwsbrief niet ontbreken op deze website. Vandaar dat gevraagd is om de nieuwsbrief hier op Minnertsga Vroeger te publiceren.   PROJECT BOERDERIJEN VAN HET GELEDE EN AMERIKAANSE TYPE IN FRYSLAN Nieuwsbrief 14, juli 2020  Aan de eigenaren van en betrokkenen bij een boerderij van het gelede en het Amerikaanse type in Fryslân. Waarom en op welke manier kwamen de technische materialen uit Amerika terecht in de Amerikaanse boerderijen die vanaf 1923 in Fryslân en in enkele andere provincies zijn gebouwd? We wisten dat het bedrijf Brouwers stalinrichting daar een belangrijke rol bij heeft gespeeld, maar waar zijn de gegevens uit die tijd te vinden. Tot voor kort een mysterie. Nog functionerende Amerikaanse boerderij in Haren bij Groningen In deze nieuwsbrief aandacht voor de firma L.S. Brouwers uit Minnertsga, later in Leeuwarden gevestigd. Reimer Rauwerda uit Leeuwarden attendeerde ons kortgeleden op het oude bedrijfsarchief van deze firma. Dit archief is ondergebracht bij het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) en bestaat uit 115 archiefdozen (16 strekkende meter) met volgens Rauwerda bedrijfsgegevens van de jaren 1919 tot 1960. Helaas is dit archief (nog) niet ontsloten. Wat komen we in dit archief allemaal tegen? We nemen u mee op onze speurtocht. Firma L.S. Brouwers Minnertsga – Leeuwarden Wie is deze L.S. Brouwers en waarom is hij voor de bouw en stalinrichting van de Amerikaanse boerderijen zo belangrijk? Lammert Simons Brouwers is een boerenzoon, geboren in 1878 in Minnertsga. In 1898, hij is dan 20 jaar, onderneemt hij helemaal alleen een voor die tijd opzienbarende reis naar Amerika. Na wat omzwervingen komt hij terecht in Fairfield in de staat Iowa. Hier kan hij werken in het bedrijf van de Louden Machinery Company. De oprichter van het bedrijf William Louden, heeft in 1867 patent gekregen op een takelinstallatie voor het omhoog hijsen van hooi en graan. Daarnaast specialiseert het bedrijf zich in boerderijbouw, landbouwmechanisatie en materiaal voor de stalinrichting. In een 240 pagina’s dikke catalogus uit 1923, afkomstig van de firma Brouwers, noemt Louden twee belangrijke eisen voor een stal: schoon en comfortabel. Deel van een bladzijde uit de catalogus van de Louden Machinery Company Dit bedrijf, de Louden Machinery Company is voor Brouwers heel interessant. In Fryslân is veel van wat in dit bedrijf wordt gemaakt niet of nauwelijks bekend. Hij voelt, hier zit handel in en besluit bij zijn terugkeer in Fryslân om de producten van Louden te gaan verkopen en bij de boerenbedrijven te installeren. Door de Eerste Wereldoorlog lukt het hem pas in februari van het jaar 1919 weer in Minnertsga terug te komen. Hij is dan in het bezit van een verklaring dat [...]

7 06, 2020

Myn bernejierren yn Minnertsgea

2020-06-07T07:30:28+00:007 juni 2020|1 Reactie

In de beginjaren van dorpkrant 'Nijs út eigen doarp' staan verhalen van dorpsbewoners over vroeger. Die verhalen mogen eigenlijk niet ontbreken op deze website. Oud-Minnertsgaaster Dooitze Zwart is zo vriendelijk geweest de verhalen over te typen daarom is het eenvoudig om ze nu te publiceren. De verhalen zijn hier en daar met foto's of ander beeldmateriaal aangevuld. We beginnen met de jeugdherinneringen van Neno Plat.  Ik bin geboren op ‘e Tsjillen, doedestiids hûsnûmer 257, yn de simmer fan 1942. In rêstich plakje tsjinoer it lytse brechje. Oan de iene kant hie kapper Nijholt syn saak en oan de oare kant wie it stolt. Wy wiene moai ticht by it wetter om de boatsjes (klompen) yn it wetter te setten. Oer it brechje stie in gaslantearne. Hjir moasten geregeld nije kouskes yn. Moarns stiene dêr ek de molk- en brijbussen en jûns wer de lege fan Sjoerd Molkboer. Hy wenne ek op ‘e Tsjillen. Zicht op de Tsjillen met het brugje en de lantaarn De feart wie lykwols wol hiel moai midden yn de buorren. Soms wie it wetter hiel helder en seagen wy de fisken swimmen. Dêrom hiene wy ek altyd byt. De readfinnen wienen it moaist. Dy bieten ek fûler. Mar it kaam ek wol geregeld foar dat it wetter grien wie fan it einekroas. Wannear’t it in soad reinde dan stie it wetter  oant de râne fan de haven en wie it stolt net mear te sjen. Wy fisken faak yn de feart mar ek wol by de barte, by de Herfoarme pastorij en ek wol yn it âld dok, mar dêr stie faak tefolle reid. As bern hawwe wy allegearre wolris yn de feart lein. De muzyktinte wie ek in moai gesicht yn de buorren. Dy stie yn de tún fan Oane Vogel, de pake fan Anne en Baukje Vogel, dy no noch op de Lytsebuorren wenje. Yn de simmer hong der sneons by moai waar in boardsje oan de tinte, mei dêrop de wurden “Hedenavond concert”.  It korps spile der dan. Dat wie eltse kear wer in hichtepunt. Der kamen dan in soad minsken te sjen en te lústerjen. Dan de hjerst, de bitetiid. Geregeld kamen skippers yn de haven mei turf sa as lytse en grutte Sjoerd en Cobus Zwart en ek Jan Wouters de Roos. Soms wienen der ek hiele moaie skûtsjes by yn ‘e kleuren grien mei giel, read en brún mei wyt; alles der op en der oan. Soms mochten wy wolris yn it roefke sjen. Binnen wie it wol lyts mar o sa moai en  smûk. De buorren like dan wer hiel oars en heech! Omstreeks 1955 zijn de kinderen volop aan het vissen Moarns waarden wy wol wekker fan de earste biten, dy’t op de houten flier yn it rom goaid waarden.Hynders stiene foar de weinen, meast heaweinen, te dampjen en te switten as gongen se op stoom. Foaral de swiere hynders (Belgen). Mar se hiene dan wol in drege rit hân. Wy holpen graach mei [...]

17 05, 2020

Oorlogsevacué John van Heijst over zijn verblijf in Minnertsga

2020-05-18T16:57:46+00:0017 mei 2020|0 Reacties

John van Heijst volgt Minnertsga Vroeger ook op Facebook en hij attendeerde mij op zijn herinneringsverhaal over zijn verblijf als evacué in Minnertsga. Hij was toen 12 jaar en kwam als hongerevacué uit Voorburg naar het hoge noorden. Hieronder zijn verhaal. John van Heijst in 2013 in Minnertsga In juni bezocht ik de Regionale Veteranen Dag van Friesland in de WTC-hallen van Leeuwarden, die daar traditioneel een  jaarlijkse bijeenkomst vierde. De festiviteit werd daar met diverse optredens en speaches opgeluisterd maar in hoofdzaak betrof het toch de samenkomst van Veteranen en hun relaties die hun militaire missie hadden voltooid. Na afloop van het hele gebeuren overdacht ik het feit dat het toch alweer 70 jaar geleden is dat ik als 12 jarige hongerlijder vanuit Voorburg via de NH kerk op transport kon worden gesteld naar Friesland om het vege lijf te redden. Dat scheelde toen voor vader en moeder zo wie zo een mond om te voeden hoewel dat al niet veel meer om het lijf had. Omdat de omgeving en dorpen anno 2015 nog steeds tot de verbeelding sprak besloot ik om de resterende tijd te gebruiken om daar weer eens een kijkje te gaan nemen. Zodoende zette ik koers naar het dorp waar mijn toenmalige pleegouders mij gedurende de laatste oorlogsjaren in leven hadden gehouden. Het was de imposante kerk met zadeldaktoren van Minnertsga die zich aan de horizon zeer herkenbaar aftekende. Plaats ook waar destijds een delegatie van de NH-kerk het transport opving en een indeling maakte voor de gezinnen die zich kennelijk hadden opgegeven om enige nood te lenigen aan ondervoede kinderen uit het westen. September 1944. Na een enerverende reis achter in de met stro gevulde laadbak van een vrachtauto, met een lange stop voor de brug van Zwolle, belandde ik met zo’n 15 andere kinderen in Leeuwarden. Daar werden we in eerste instantie opgevangen door de Diaconie in Leeuwarden en een dag later, na een herindeling van meer getransporteerde kinderen, met een stel andere scharminkels naar Minnertsga en Tzummarum gebracht. Opgevangen in de kerk wachtte ik op de adoptieouders die zich over mij zouden ontfermen. De gezin van Gerrit Groeneveld en Ansje de Vries woonde in een eenvoudige arbeiderswoning aan de Hege Buorren. Eigenlijk in een smalle steeg die zo op de Hoge Buorren uitkwam. Zij hadden nog een zoontje, de vierjarige Jaap. Hij deelde toen met mij een plaatsje in de bedstee. Bepaald niet comfortabel moet ik zeggen maar verdere ruimte kon ook niet geboden worden. Ansje de Vries deed haar Hege Buorren met recht een van de woningen waar John van Heijst verbleef uiterste best om met de schaarse middelen het hoofd boven water te houden. Gerrit was loonarbeider. De inkomsten waren natuurlijk navenant laag en alleen daarom al heb ik nog de meeste respect voor de wijze waarop zij het toch maar rooiden. De herinneringen daaraan liggen me nog duidelijk in het geheugen . De opkomende heimwee en de zorg voor de achtergebleven familieleden. Het kleine maar [...]

27 04, 2020

Siebe Bergsma (1878-1954) houtsnijder – beeldhouwer – garagehouder

2020-04-27T06:51:12+00:0027 april 2020|0 Reacties

Siebe Bergsma werd geboren in Minnertsga op 5 mei 1878. Na de lagere school ging hij werken als boerenknecht, maar zijn belangstelling lag op een ander terrein. Een huisarts ontdekte zijn bijzonder talent voor tekenen en houtsnijden en stelde hem in staat zich hierin verder te bekwamen. Aan het begin van de twintigste eeuw behaalde hij een meestergraad in de houtsnijkunst en beeldhouwkunst aan de Kunstnijverheidsschool in Haarlem. Tijdens zijn opleiding daar werden er werken van hem bekroond op de wereldtentoonstelling van Luik (1905) en Milaan (1906). Siebe Annes Bergsma (1878-1954) Siebe zijn vader Anne kwam van oorsprong uit Oosterlittens en was bakkersknecht toen die trouwde met de Minnertsgaaster Aaltje Sijbes Faber. Het is niet ondenkbaar dat Siebe zijn vader en moeder elkaar in Minnertsga hebben getroffen doordat zijn vader werkzaam was bij één van de bakkers in het dorp. Siebe is het tweede kind uit het gezin. Hij had nog een oudere zus, genaamd Bieke en een jongere zus genaamd Grietje. Op 25 april 1901 trouwde Siebe Annes Bergsma met Jaike Hoekstra uit Oosterbierum. In 1907 raakte zijn vrouw voor het eerst zwanger, maar het kindje, een zoontje, werd halverwege de middag van 29 januari 1908 levenloos geboren. In 1913 raakte zijn vrouw weer zwanger en op 24 mei 1914 werd hun dochter Tietje geboren. Siebe was een kunstenaar, houtsnijder en beeldhouwer. Die uitstraling laat ook de foto zien waarop hij in een smetteloze witte overjas samen met zijn vrouw Jaike staat afgebeeld met in zijn handen een houten hamer en beitel en de Schotse Collie die aan zijn voeten ligt. In het begin van de vorige eeuw werd vanuit het Koninklijk Huis nijverheid in het algemeen, maar dus ook de Friese houtsnijkunst, gestimuleerd. Siebe Bergsma kreeg in 1909 de opdracht om versieringen aan te brengen aan een kast op Paleis Het Loo in Apeldoorn. Welgestelde, adellijke families, werden op die manier ook op het spoor van de getalenteerde kunstenaar gezet. Zo kreeg Siebe Bergsma onder andere opdrachten van de familie Van Harinxma thoe Slooten uit Leeuwarden.Bij dit alles bleef hij bescheiden en heeft hij uiteindelijk mogelijk te weinig publiciteit gehad. Maar van de kunst alleen kon hij zijn gezin niet onderhouden. Siebe was technisch ook vernuft en hij bleek ook een gedegen vakman in de automobielbranche te zijn. Links Siebe met zijn vrouw Jaike. Midden Siebe als leraar op de ambachtsschool en rechts beeldhouwwerk van zijn hand: Petrus bij de hemelpoort. Voor 1913 staan er aan de zuidzijde van de Hermanawei bijna nog geen panden. Vanuit het dorp gezien  was de Openbare Lagere School met het huis van de hoofdmeester het laatste pand. Maar in 1913 laat Siebe op de hoek Hermanwei-Skoalstrjitte een woonhuis met winkel bouwen. Achter de winkel waarschijnlijk een kleine werkplaats. Als we de foto uitvergroten kunnen we een kijkje nemen in de etalage van de winkel. Zo te zien hangen er verschillende olielampen voor de verkoop. Op de zijgevel een reclamebord met Bates Tyres, autobanden. Dat geeft aan dat hij [...]

Ga naar de bovenkant