Over Gerryt

Deze auteur heeft nog geen informatie verstrekt.
So far Gerryt has created 308 blog entries.
13 01, 2013

Bestolen slager Sipma levert agent bonus op

2013-01-13T14:04:57+00:0013 januari 2013|1 Reactie

Het is zondagavond 18 november 1883 als slager Lieuwe Sipma samen met zijn vrouw en de knecht de deur uitgaan. Lieuwe trekt de deur goed achter zich dicht en doet hem op slot. Waar ze naar toe gingen is niet bekend. Wat achteraf wel bekend is, is dat Lieuwe niet aan het zolderluikje heeft gedacht om dat ook af te sluiten. Het zolderluikje had hij open gezet  omdat op zolder worsten hingen te drogen. Het pand waar het hier om gaat is Hege Buorren 8, de voorkant van de Coöp supermarkt van Wiersma. Hege Buorren 8 Tussen half elf en elf uur komen slager Sipma en zijn vrouw en knecht weer terug. Om een of andere reden waarschuwde Sipma zijn knecht waardoor Sipma zijn vrouw Antje eerst de woning ingaat. Sipma gaat er direct achteraan en steekt eerst een lucifer aan  om licht te maken. Dan schrikt zijn vrouw zo erg dat zij haar man in de armen valt. In het schemerlicht is te zien dat de ornamenten van de secretaire  op de tafel staan. De flap en de laden van de secretaire stonden open en een hakmes uit de slagerij lag op de grond. Bij nader onderzoek bleek dat uit de secretaire een aantal gouden en zilveren voorwerpen werden vermist en een zakje met zes rijksdaalders. Op zolder lag bij het luik een slachtmes. Het vermoeden was dat de Minnertsgaaster Sjoerd van der Wal dit geflikt had. Hij had al een tuchthuisstraf van zes jaar uitgezeten. Sjoerd was een vrijgezel van 30 jaar en woonde bij zijn ouders in aan de Lytse Buorren.  Huiszoeking bij zijn ouders leverde niets op en visitatie bij hemzelf leverde ook geen resultaat op. De verdenking bleef wel bestaan, maar zolang er geen bewijs was; bleef de dader van de insluiping en de diefstal onbekend. Een aantal weken later is er ene Pieter Proost uit Tzummarum, die in het bijzijn van anderen gezegd heeft, dat de dader van de diefstal maar bij hem moest komen met de gesloten spullen en dat hij hem er dan wel mee zou redden. Pand met zonneschermen is Hege Buorren 8 Sjoerd van de Wal ontmoette deze Pieter Proost in de avond van 9 december en bood hem, samen met twee anderen die bij Pieter waren, te trakteren. Sjoerd gaf een gulden en er werd een fles jenever gehaald en met hun vieren gingen ze naar het huis van Pieter Proost in Tzummarum. Onder het drinken haalde Sjoerd uit zijn broekzak een met goud beslagen sigarenkoker en een portemonnee met zilverbeslag te voorschijn. Tussen ’s nachts twaalf en één uur gingen ze allemaal naar de herberg van De Jong in Tzummarum. Sjoerd en Pieter lopen achteraan. Sjoerd zei toen tegen Pieter: “je weet wel wat je gezegd hebt, dat je met gestolen goed kunt redden”. Vervolgens deed Sjoerd een greep in zijn broekzak en gaf Pieter enige voorwerpen. Het is hartstikke donker op de weg dus Pieter ziet niet wat voor voorwerpen het precies zijn. [...]

4 01, 2013

Huis moet plaats ruimen voor straat

2013-01-04T15:26:00+00:004 januari 2013|0 Reacties

Met deze tekst kopte de Leeuwarder Courant op 12 augustus 1954 met erbij een prachtige foto van een rijtje van drie woningen. In mijn verzameling foto’s en prentbriefkaarten heb ik geen mooier beeld kunnen vinden van deze drie woningen, dan de foto in de krant. Waar is dit? Ten opzichte van de situatie van nu, is dit beeld vrijwel onherkenbaar te plaatsen. De foto zou daarom uitermate geschikt zijn als quizvraag: Waar is dit? Het enige wat herkenbaar is het hekwerk waarachter de fotograaf stond om deze foto te maken en de woning rechts. Midden huisnummer 50. Het hekwerk is de afscheiding van het kerkhof met de straat. En de woning rechts op de foto is Lytse Buorren 1. Alleen deze woning staat er anno 2013 nog. De ander twee zijn afgebroken en geruimd. Regeren is vooruitzien, stond er in de krant. ‘Deze wijsheid vergeet ook het gemeentebestuur van Barradeel niet en daarom heeft het in Minnertsga het middelste huisje op de foto aangekocht. Dit zal mettertijd worden afgebroken om plaats te maken voor de nieuwe straat tussen de Lytse Buorren en de Havenstraat. Overigens zullen de bewoners voorlopig nog niet behoeven te verhuizen, want de uitvoering van het uitbreidingsplan in Minnertsga zal in verband met het kleine bouwvolume nog wel even op zicht laten wachten’. Dat schreef de krant dus in 1954. In het begin van de jaren ’50 is de uitbreiding van de Tsjerkestrjitte gerealiseerd. In eerste instantie zijn de woningen aan de oostzijde van de straat gebouwd. Op een luchtfoto van 1953 is dat goed te zien. De grond waarop de woningen van de Havenstrjitte later zijn gebouwd, ligt er nog ongerept bij. Detail luchtfoto 1953 Wie goed de luchtfoto bekijk ziet dat het dak van het schip van de kerk nog open is. Men was toen druk bezig met de herbouw/restauratie van de kerk die in juni 1947 door brand was verwoest. Het dak op de toren is al wel weer aangebracht.   Wie hebben in de woning gewoond? Op een kadastrale kaart uit 1832 staat de woning ingetekend als kadastraal nummer B 484. De toenmalige bewoners was Frans Baukes Tilstra. Hij was getrouwd met Akke Jurjens Hamer. Frans was gardenier en kooltjer; hij had dus wat bouwland en tuinderij.   Kadasterkaart 1832, havenkom loopt nog door aan de noord- en zuidzijde van de kerk De woning heeft, volgens de beredenering van Dooitze Zwart, die in 1996 het bevolkingsregister 1850 – 1862 in boekvorm heeft uitgegeven, huisnummer 50. In die jaren woont Ate de Vries er met zijn vrouw Antje Tilstra. Ate is arbeider en het gezin telt vijf kinderen. Ook staat Simon Aardema met zijn vrouw Grietje Andringa te boek op dit adres. Simon is arbeider en hij heeft met zijn vrouw één kind. Als we het huisnummer aanhouden in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw dan komen we Janke Zijlstra, weduwe van Douwe de Jong, tegen als bewoner en later Metje Winsemius die weduwe was [...]

23 12, 2012

Wie waren de eerste Bekius in Minnertsga?

2013-01-01T09:48:13+00:0023 december 2012|6 Reacties

In de beeldbank van het Bildts dokumintasysintrum zijn een paar prachtige foto’s te vinden van enkele familieleden Bekius. De beschrijvingen bij de foto zijn summier; misschien past er niet meer bij of is er niet meer bekend. Vooral dat laatste wekt mijn nieuwsgierigheid. Zo langzamerhand kan ik uit veel genealogische informatie putten die ik in de loop der jaren heb verzameld van Minnertsgaasters. Van heel veel dorpelingen heb ik geboorte-, trouw- en overlijdensdatums gevonden en aan de hand van die gegevens de familierelaties gelegd. Maar gegevens zijn maar gegevens en daarmee begint een persoon nog niet te ‘leven’. Het mooiste is dan dat je ook nog een afbeelding van die personen kunt vinden. Dat lukt natuurlijk nooit van allemaal maar . . . . . . . inmiddels heb ik al een flinke fotocollectie van Minnertsgaasters bij elkaar gescharreld. Trijntje Koopal De werkwijze is deze keer anders om; aan de hand van de foto’s uit het Bildts dokumintasysintrum heb ik de familiegegevens opgezocht want in mijn eigen gegevens kwam ik niet veel Bekius’en tegen. In het verleden hebben de oud-Minnertsgaasters Gosse Vogel ( 1924 – 1998) en Dooitzen Zwart de bevolkingsregisters van Minnertsga in lijsten uitgetikt. Daaruit blijkt dat er tot 1862 geen Bekius’en voorkomen in Minnertsga. Dat veranderde in 1876 toen Trijntje Koopal trouwde met Doeke Bekius die eerst haar zwager was, want Doeke was eerst getrouwd geweest met Trijntje haar oudere zuster Rinske. Doeke trouwde in 1872 met Rinske, een dochter van de (brood)bakker Reimer Sjoerds Koopal die zijn bakkerij aan de Hege Buorren had. Doeke en Rinske woonden in St. Annaprochie. Doeke was arbeider en was wat een ‘gernierke’. Zij kregen één kind; dochter Akke die in 1873 werd geboren. Rinske overleed op 16 juli 1875. Doeke is dan 24 jaar en hij blijft dan achter met zijn kleine meid van nog 2 jaar. Doeke zijn schoonzuster Trijntje Koopal wordt zijn tweede echtgenoot. Zij trouwden op 24 februari 1876. Doeke is dan volgens de aktegegevens winkelier. Het echtpaar settelde zich in Minnertsga en kreeg acht kinderen: Reimer (1876 – 1936) Sijbrigje (1878 - 1940) Jouke (1880) Sjoerd (1883 – 1966) Jitske (1885 – 1977) Jan (1889 – 1959) Leendert (1891 – 1967) Wiltje (1894) Doeke staat in 1883 weer te boek als arbeider en later als gardenier. Hij is in 1933 overleden in Leeuwarden. Trijntje overleed in juni 1935. Reimer Bekius onderweg in Sexbierum (?) Riemer Bekius (1) trouwde in 1903 met Trijntje Groeneveld. Reimer ventte met textiel in Minnertsga en omstreken. Eerst deed hij dat met de hondenkar en later met paard en wagen tot hij uiteindelijk ook een winkel aan de Stasjonsstrjitte (nr. 3) had. Reimer en Trijntje kregen drie kinderen: Baukje, Tine en Doeke. Reimer overleed na een langdurige ziekte op 16 maart 1936 in Zuidlaren. Volgens het handelsregister had hij een handel in kleding en kruidenierswaren. Na zijn overlijden hebben zijn dochters Tine en Baukje de winkel voortgezet. Beide dochter waren toen ongehuwd en stonden in Minnertsga bekend als [...]

17 12, 2012

Oproep voor nazaten Barradeelster emigranten

2013-01-04T14:49:30+00:0017 december 2012|0 Reacties

Sinds januari dit jaar hebben al ruim 15.000 bezoekers dit blog over de Minnertsga vroeger bekeken. Het bijzondere hieraan is dat bijna de helft van de bezoekers buitenlanders zijn. Vooral Amerikanen zijn goed vertegenwoordigd.  In de loop der jaren, ja eeuwen, zijn er veel mensen uit Friesland dat er in 1954 een boekje verscheen van de hand van J.D. Wildeboer met de angstaanjagende titel: Friesland verliest zijn kinderen. Ook uit de oude gemeente Barradeel zijn veel bewoners geëmigreerd naar onder andere Amerika. Op de website Oud Tzummarum zijn een aantal foto's te vinden van Barradeelsters die hun vaderland hebben verlaten om een nieuw begin te maken. Wellicht zijn er nog lezers van dit blog die herinneringen hebben dat zij met hun ouders zijn geëmigreerd. Vandaar de oproep aan die mensen die nog foto's hebben van familieleden die aan de andere kant van de oceaan een nieuw bestaan hebben opgebouwd.  Ik zou graag een scan van die foto's willen ontvangen om het verhaal en de dorpsgeschiedenis van Minnertsga en omgeving 'levendiger' in beeld te brengen.  U kunt uw verhaal, herinnering, foto of een ander document sturen naar minnertsgavroeger@gmail.com Rechts: Leeuwarder Courant 1927. Klik op afbeelding voor groter beeld.

7 12, 2012

E-mailbericht uit 1915

2013-01-04T14:50:48+00:007 december 2012|0 Reacties

Ruim vijftien jaar geleden kocht ik voor mijn verzameling een oude prentbriefkaart van ‘Groeten uit Minnertsga’. De kaart is gestempeld op 18 februari 1915 in Minnertsga, maar er zit geen postzegel op. Op zich is het niet vreemd dat deze kaart niet met ‘porto is bezwaard’ zoals dat officieel heet, want het gaat hier om een groet naar een milicien die ten tijde van de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 gemobiliseerd was in Haarlem. Poststukken van en naar miliciens waren in die tijd vrijgesteld van portokosten. Achter op de kaart staat een kort berichtje en dat maakt zo’n kaart nog interessanter dan dat de kaart op zich al is. Zo’n prachtige kaart geeft een aardige indruk van hoe het vroeger was in het dorp. Tegenwoordig sturen we in dit soort gevallen een E-mailbericht en voegen daar een foto toe als bijlage. Eigenlijk verschilt het principe van een prentbriefkaart niet veel van een E-mail. Op 18 februari 1915 lag deze prentbriefkaart op tafel in de roef aan boord bij de Walter Ales Hylkema (1870-1940) en Trijntje Eiberts Sikkema (1870-1935). Walter is turfschipper en koopman en ligt dan met zijn schip in de havenkom in het dorp. De kaart was bestemd voor hun zoon Ale die op dat moment milicien is en in Haarlem was gemobiliseerd. Ale is dan nog geen twintig jaar als hij het Vaderland moet dienen. Wie de kaart heeft geschreven is niet uit de tekst op te maken, maar de kans is groot dat ‘mem’ Trijntje de kaart heeft geschreven. Op de kaart is de datum, die met potlood is geschreven, dezelfde als die van het poststempel. De kaart moet dus voor de laatste lichting van de postbus bij het hulppostkantoor aan de Stasjonstrjitte zijn gebracht. Voor het gemak ga ik er maar even vanuit dat haar man Walter Ales, die turfschipper en koopman was, er op uit was voor de handel. Maar het is op dat moment winter en het kan ook best zijn dat de Hylkema’s toen met het schip vastgevroren lag in de havenkom in het dorp. Het zijn allemaal maar veronderstellingen. Walter Hylkema en Trijntje Sikkema Hoe het ook zij, op de achterkant van de kaart is de volgende tekst nog waar te nemen: ‘Hedenmiddag bericht ontvangen, alles best aan het [ . . .] P. van der Veen heeft hier geweest met kunstmest. De groeten van haar. Wij zijn maar blij dat het aardig lijkt. Hier is ook thuis [. . .] voor wij vertrekken krijgt u eerst bericht. Zijt van ons allen gegroet maar vooral van uw vader en moeder en zusters’. Dus voordat de Hylkema’s met hun schip Minnertsga weer verlaten voor een vracht, sturen ‘heit en mem’ nog even een kaart naar Ale om hem op de hoogte te houden waar zijn ouders naar toe zijn om vracht op te halen. Wouter Hylkema, zoals hij in het dorp werd genoemd, had ook een of meerdere pramen in zijn bezit. Deze werden gebruikt voor de aan- en afvoer van vracht door [...]

Ga naar de bovenkant