1 10, 2016

Als muren eens konden praten (Meinardswei 36)

2017-07-02T18:46:51+00:001 oktober, 2016|2 Reacties

Onderstaand artikel was voor publicatie in de Bildtse Post van deze week bestemd. Maar de redacteur vond het kennelijk niet nodig om alles over te nemen en daarom staat er in de krant een verkorte versie. Hier dus nu hele hele verhaal. Op het eerste gezicht zou je het niet zeggen, maar het pand Meinardswei 36 is een rijksmonument. Het pand is op 17 november 1971 ingeschreven in het monumentenregister als woonhuis met zadeldak tegen een forse topgevel met beitelingen langs de zijden. Meinardswei 36 (foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.) Het is niet bekend hoe oud dit pand precies is, maar op de kadasterkaarten van 1832 staat het pand al ingetekend. Het pand zelf bestaat dan uit twee kadastrale percelen, een voorgedeelte en een achtergedeelte. De eigenaar van het pand is Douwke Jacobs Meyer, de weduwe van Wytze Sjoerds Bakker. Wytze Sjoerds was bij zijn leven kooltjer (tuinder) en heeft kennelijk goed op de centen gepast om dit huis te kunnen kopen. De volkstellinggegevens van 1830 en 1840 wijzen uit dat de weduwe met haar vier kinderen van respectievelijk 28, 25, 15 en 12 jaar oud er woonden. De oudste zoon is dan schipper. In het achterste gedeelte woonde de 43-jarige weduwe Trijntje Jans Vellinga met haar kinderen waarvan de oudste zoon schoenmaker was. In 1837 vestigde Petrus Lucas Hannema zich als ‘heelmeester en vroedmeester ten plattelande’ in Minnertsga. Hij ging wonen in het pand Meinardswei 36. Hij liet zich op 9 april 1837 dopen in de toen Nederlands Hervormde Kerk, nu Meinardskerk. Op 23 maart 1839 trouwde hij met Luutske, een dochter van de Minnertsgaaster cichoreifabrikant Cornelis Helles Tjessinga en Seerske Dirks Koopmans. Dokter Hannema zal ongetwijfeld een spreekkamer hebben gehad waar hij zijn patiënten kon ontvangen. Er zullen dan ook heel wat gespreken zijn gevoerd tussen dokter en de Minnertsgaaster patiënt over het wel-en-wee van hem of haar. Denkbeeldig ligt er tussen de muren van dit pand enorm stuk geschiedenis over het sociale- en geestelijke leven en de gezondheidstoestand van de Minnertsgaaster bevolking van toen. Hoelang de woning als dokterspraktijk heeft gediend is niet met zekerheid vast te stellen. Rond de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw woonde Klaas van der Weide in het pand. Hij was kassier van de Coöperatieve Boerenleenbank in Minnertsga. Het zou best kunnen zijn dat hij eerst kantoor hield en later is verhuisd naar het nieuwgebouwde bankgebouw aan de Hermanawei. Links Anne Gaukes Reitsma, rechts Pieter Bernardus Winsemius Later komt Meinardswei 36 in eigendom van de familie Reitsma. Anne Gaukes Reitsma en Klaske Oberman hebben er gewoond met hun kinderen Geertje en Gauke. Anne Gaukes Reitsma (1897-1978) was een oomzegger van de in Minnertsga geboren Pieter Bernardus Winsemius (1883-1973) die onder andere een boekje heeft geschreven over de geschiedenis van Minnertsga. Van de beide mannen is een foto bewaard gebleven waarop zij druk met elkaar in gesprek zijn onder het genot van een sigaar.  Uit overlevering is bekend dat de mannen het vaak over de landelijke Lees meer

31 01, 2016

Reitsma – huishoudelijke artikelen en rijwielhandel

2016-01-31T07:18:25+00:0031 januari, 2016|0 Reacties

Johannes Reitsma is als fietsenmaker begonnen in het pand van de familie Hiddema aan de Tilledyk 1 (later J.E. de Vries). Samen met zijn vrouw Joukje woonde en werkte hij hier ongeveer 2 jaar. In 1954 kwam het pand aan de Tsjillen 4 vrij. In dit pand had Wiebe bij de Leij eerst een meubelmakerij. Johannes en Joukje verhuisden hierheen en openden een winkel met huishoudelijke artikelen en fietsen. De winkel was toen niet zo groot. Naast de zaak was een werkplaats met verkoopruimte waar Johannes fietsen verkocht en repareerde. Omstreeks 1964 bleek dat de winkel te klein werd. Boven de winkel was een grote zolder, waar eigenlijk niet veel mee werd gedaan. Ze verbouwden het pand en maakten van de zolder een woonruimte zodat het gezin (ouders en vier kinderen) hier konden wonen en de winkel kon worden uitgebreid. De nieuwe fietsen werden achter in de zaak geplaatst en het speelgoed met huishoudelijke artikelen in het andere gedeelte. Rond 1974 was de winkel weer aan een verbouwing toe. De houten vloer zakte op bepaalde plaatsen door zodat alles werd leeggehaald en gesloopt. Er werd beton gestort. Ook werd door het hele pand centrale verwarming aangelegd. Dit was al met al een hele verbetering. Johannes Reitsma op een middenstandsbeurs ’s Winters werden er schaatsen verkocht. Later ook nog vuurwerk maar dat vonden ze heel erg moeilijk. Ook werkten ze mee aan de middenstandbeurzen, die werden georganiseerd in de Boppeslach, en aan de vele Sinterklaasacties. Ze hadden geen personeel maar Tine Tuinhof hielp en vaak in drukke tijden en in de decembermaand. Ook stond hun dochter Trix wel in de winkel. Toen Johannes 58 jaar was is hij in de sanering gegaan, wat inhield dat het pand niet meer gebruikt mocht worden voor zakelijke doeleinden. Dit vond plaats in 1981. Na ongeveer 30 jaar middenstander te zijn geweest brak voor de familie Reitsma eindelijk een rustige periode aan. Het winkelpand is vervolgens weer verbouwd tot woonhuis.     Met dank aan Dooitze Zwart die die verhaal kreeg van de dochter van Johannes en Joukje Rietsma.

26 04, 2015

Oorlogsjaren op de Miedleane (deel II)

2024-02-01T05:42:58+00:0026 april, 2015|5 Reacties

Jelle Feenstra heeft een verhaal geschreven over de oorlogsjaren op de Miedleane, in de volksmond bekend als de 'Boomsma's' Mieden. Dit is het vervolg op deel I van Jelle zijn verhaal.   Johanna en Ynskje Boomsma met de hond Max Waren het in de begin jaren alleen de Joden die onder doken later kwamen daar steeds vaker mannen tussen de 18 en 40 jaar bij die opgeroepen waren voor de Arbeitseinsatz (dwangarbeid) in Duitsland. Die waren nodig omdat de Duitse mannen aan het front vochten. Velen van hen weigerden dit en doken onder. Verder waren er nog veel onderduikers die deel hadden genomen aan de April-Mei stakingen en aan de spoorwegstaking eind september 1944. Het geschatte aantal onderduikers moet eind 1944 ongeveer 350.000 zijn geweest. Ook bij Dirk en Tjerkje Boomsma vonden steeds meer onderduikers onderdak. Het huis lag afgelegen aan het Ald Meer en de Duitsers moesten eerst ongeveer drie honderd meter over de kale landweg gaan om de woning te bereiken. Het was een ideale plek voor onderduikers. Naast hun eigen zoon Gijsbert Boomsma waren dat Wieger Terpstra, Jan Boomsma, Geert Leemburg, Johannes Boersma en Marten Reitsma. Wieger Terpstra was een zoon van Willem en Annigje Terpstra en dus een neef evenals Jan Boomsma, een zoon van Willen en Japke Boomsma. Geert Leemburg was afkomstig uit Beetgum. Marten Reitsma kwam uit Wier en Johannes Boersma uit Berlikum. Wieger Terpstra verbleef overigens niet permanent bij mijn grootouders maar wanneer er weer razzia’s dreigden plaats te vinden, dook hij daar onder. Wieger was als oudste zoon opgeroepen voor de “Arbeitseinsatz”.  Geert Leemburg, Johannes Boersma en Marten Reitsma kwamen weer op een heel andere manier bij mijn grootouders terecht. Johannes Boomsma met de hond Max In die tijd, en ook later nog, stonden er een aantal schuilhutten op het land. Het waren vaak kleine hutten van hout of in een enkel geval van steen die gebruikt werden om te schuilen tegen de regen wanneer men op het land werkzaam was. Het was mijn grootvader wel eens opgevallen dat hij meende stemmen te horen uit een van deze hutten aan de overkant van het “Ald Meer” maar had daar verder weinig aandacht aan geschonken. Op een dag werd er echter nogal luidruchtig gesproken en kreeg hij het idee dat er onderling ook sprake van irritatie was. Waarschijnlijk hebben zij zich niet gerealiseerd dat hun stemmen over het water veel verder hoorbaar waren dan over land maar het was op afstand duidelijk hoorbaar. Dirk Boomsma is toen met zijn praam, veel vervoer vond immers over water plaats in die dagen, naar de hut gegaan en kwam al gauw achter de oorzaak van hun irritatie. Door de regenval was er geen droge plek meer in de hut te vinden en was als schuilplaats ongeschikt geworden. Hij heeft de drie mannen toen mee naar huis genomen en daar ondergebracht.Ook Dr. Stevens, die als assistent bij Gramsbergen aanwezig was, bleef regelmatig overnachten om uit handen van de Duitsers te blijven. Aan aardappelen Lees meer

19 10, 2014

Hendrik Norbruis en op de koffie bij Gauke en Corrie Reitsma

2014-10-19T10:56:43+00:0019 oktober, 2014|0 Reacties

Onlangs werd ik gebeld door Gauke Reitsma uit Minnertsga. Gauke en zijn vrouw Corrie houden de verhalen en de foto’s op de website Minnertsga vroeger nauwlettend in de gaten. “It ferhaal oer Hendrik Norbruis kloppet net hielendal”, zei Gauke over de telefoon. “Hendrik is nea kleanmakker west”. In de titel van dat verhaal staat een vraagteken, want ik kreeg de indruk dat hij kleermaker moest zijn geweest, maar er waren ook aanwijzingen dat hij dat niet is geweest. Dus dan maar een vraagteken er achter in de hoop dat lezers van Minnertsga vroeger mij nader kunnen informeren. Vlnr: Hendrik Norbruis, Siebren Pieters de Vries en Anne Reitsma   Wat mooi dat Gauke op dat verhaal reageerde. Zijn mededeling kwam stellig over. Ik kreeg de kans niet om hem te vragen hoe hij dat zo zeker wist, want meteen stak hij van wal met de onderbouwing van zijn mededeling. Hendrik was vroeger landarbeider en hij heeft ook bij Gauke zijn vader Anne Reitsma gewerkt. “Ik haw noch wol in foto wer de man op stiet mei Siebren de Vries en ús heit”, zo vertelde Gauke mij. Dat is mooi “mar soe ik dan in ôfdruk fan dy foto krije kinne foar de webside?” was mij vraag. Dat was geen probleem. “Wy moatte it ek nochris hawwe oer de iepening fan it Greidsje” zei Gauke. Zijn vrouw Corrie, die toen een klein meisje was, heeft het lint doorgeknipt. Haar zusje Richtje hield toen het kussen vast waar de schaar op lag. Het jaartal van de opening was al eens eerder onderwerp van gesprek geweest tussen Gauke, Corrie en mij. Was het nu 1950 of 1953? Ik heb een krantenknipsel van de opening waar ook een foto bij staat. De feestelijke opening heeft volgens de Leeuwarder courant op zaterdagmiddag 20 mei 1950 plaatsgevonden. Gauke en Corrie hebben ook foto’s van de feestelijke opening. “Ik tsjoer de foto’s wol nei dy ta”, zo zei Gauke. Openingshandeling door Corrie Wassenaar bijgestaan door haar zusje Richtje. Een paar dagen later ligt er een envelop op deurmat. Ik zei dat de envelop van de familie Reitsma afkomstig is, maar ik voel dat er meer in zit dan één of twee foto’s. Bij het openen ben ik verrast door het aantal prachtige foto’s die in de envelop zitten. De foto’s zijn van de feestelijke opening en er zitten een paar andere foto’s bij van o.a. Hendrik Norbruis. ’s Avonds bel ik meteen Gauke op om te vertellen dat ik de foto’s heb ontvangen en dat ik verrast was. We spreken af dat ik de foto’s digitaliseer en daarna de foto’s zelf terug breng. Zo zaten we gistermiddag om vier uur bij Gauke en Corrie aan de koffie met een stuk Oranjekoeke alsof we de feestelijke opening van it Griedsje over deden. Al snel kwam de oude fotodoos op tafel met nog meer mooie foto’s. Dat is genieten, tenminste als je al over verschillende personen een verhaal heb geschreven, maar geen beeld hebt van de Lees meer

2 12, 2012

Middenstand in sinterklaasstemming

2013-01-04T14:51:57+00:002 december, 2012|0 Reacties

'Barradiel Meiinoar Ien' was een krant die maandelijks bij op elk postadres in de gemeente Barradeel werd bezorgd. Het was een uitgave van de Middenstandsvereniging Barradeel. De krant werd gemaakt door Hoekstra's Drukkerij en Boekhandel in St. Annaparochie. Ik heb de uitgave van november 1974 voor mij liggen; bijna veertig jaar geleden dus. De krant geeft een uitvoerig verslag van de raadsvergadering van 3 september 1974. De raadsleden zijn in die vergadering beëdigd en zij moeten er voor zorgen dat de gemeente géén artikel 12 gemeente wordt.  Wat opvalt in deze krant zijn de Sint Nicolaas-advertenties van middenstanders die - op een enkeling na - niet meer bestaan. Van Dijk's-bazar was dé speelgoedwinkel in Minnertsga.Het was een waar eldorado van speelgoed in de achterkamer. Lange tafels met witte lakens er overheen en speelgoed uitgestald . . . . . wat een keuze; je wist niet wat je moest vragen Sinterklaas. Maar bij Johannes Reitsma aan de Tsjillen was ook geen nee te koop. Daar kon je ook nog terecht voor een nieuwe fiets of bromfiets. En ook bij Reitsma kreeg je St. Nicolaas-zegels. Bij de dames Bekius slaagde je altijd voor knotten wol, borduurgaren, ritsen en knopen en volgens mij ook verschillende soorten stoffen. Café Restaurant J.J. Dijkstra was hét adres op het gebied van gedistilleerd; sterke drank dus. Citroen Jenever, Brandewijn, Graan Jenever, Beerenburg, Cognac enzovoort. En daar hoorde dan een stukje hartigs bij wat bij slager Bonnema verkrijgbaar was.   Maar wat is een sinterklaasfeest zonder, taai-taai, pepernoten, speculaas en banketletters- en staven? Daarvoor moest je naar de bakker.   

Ga naar de bovenkant