21 03, 2015

Schat aan oude documenten en foto’s in bewaring

2015-03-21T03:33:01+00:0021 maart 2015|1 Reactie

Zaterdag 14 maart  was het Bildts Dokumintasysintrum  “Op ‘e strún” in de Boppeslach in Minnertsga. De vrijwilligers van het Dokumintasysintrum  hebben een goede start gemaakt met het jubileumjaar door persoonlijk de dorpen in de gemeente te bezoeken met hun mobile expositie van oud foto’s, films, documenten en voorwerpen. Na de succesvolle “Op ‘e strún” in Nij Altoenae, St. Jacobiparochie en de Westhoek, was het afgelopen zaterdagmiddag de beurt aan Minnertsga. Het was gezellig druk in de Boppeslach en veel bezoekers spraken hun waardering uit over de expositie en de wijze waarop het Bildts Dokumintasysintrum  zich inzet voor het bewaren van al dat oude materiaal.  Op de expositie was ook gelegenheid om  documenten en foto’s in te laten scannen. Vaak willen mensen hun kostbare familie documenten en foto’s nog in eigen bezit houden, maar door deze te laten scannen wordt er wel een digitale kopie bij het Bildts dokumintasysintrum  bewaard gebleven die ook door anderen belangstellenden kunnen worden bekeken. Klik op rondjes dan wordt de naam zichtbaar. Wie weet nog meer namen? Net zoals in de andere drie dorpen, is er ook in Minnertsga van veel materiaal een digitale kopie gemaakt. Maar er is ook een schat aan origineel materiaal in bewaring gegeven. Zo is het archief van het gelegenheidskoor De Fryske Stimmen in bewaring gegeven. De Fryske Stimmen waren actief in de jaren ’50 – 60 van de vorige eeuw en hebben veel optredens verzorgd in het land voor de NCRV. Maar er kwam ook aanvullende informatie over de Minnertsgaaster houtsnij- kunstenaar en garagehouder Siebe Bergsma (1878-1954) voor het licht. Hij kreeg ooit van koningin Wilhelmina 25 gulden als stimuleringsprijs voor zijn werk. In de kerk van Minnertsga en Menaldum hangt nog houtsnijwerk van zijn hand. Verder is het fotoalbum van het afscheid van gymnastiekleraar Jaap Keizer aangeboden om de foto’s in te scannen. Jaap Keizer nam in 1982 afscheid van de Minnertsgaaster gymnastiekvereniging Sport Maakt Sterk. Heel bijzonder waren de twee kleine foto’s van het woonhuis op ‘de bult’ aan de Hoarnestreek 7, waar vroeger onder andere de families Nammensma en De Roos hebben gewoond. Op de ene foto staat de woning met daaraan vast een kleine stal voor bijvoorbeeld een koe en een geit en op de andere foto is die stal groter gemaakt en heeft de woning de omvang zoals die nu nog is. En zo zijn er nog veel meer bijzonder foto’s ingebracht. Er waren ook enkele bezoekers die voorwerpen hadden meegenomen. Zo kwam iemand met een prachtige aquarel van Minnertsga in een winterlandschap dat in 1944 is geschilderd door waarschijnlijk een onderduiker. Ook is er eremetaal met bijbehorende documenten van soldaat Van Dijk uit de Eerste Wereldoorlog ingebracht. Een andere bezoeker liet twee holle houten voorwerpen zien in de vorm van een torenklok. Binnenin stond in spiegelbeeld R. T. de Groot Minnertsga. Dit bleken botervormen te zijn waar boterklokken mee werden gemaakt. Die boterklokken werden gemaakt op de boerderij Groot Hermana waar Roelof Thomas de Groot (1830-1910) boer was. Deze voorwerpen zijn door [...]

7 03, 2015

Foto’s familie Posthumus (III)

2015-03-07T07:09:41+00:007 maart 2015|0 Reacties

Van Age Posthumus, kleinkind van Age Posthumus en Klaske Buwalda, kreeg ik deze week weer een paar foto's toegestuurd. Een mooie zwart-wit foto van 'mem' Klaske en haar beide zonen. Hoarnestreek en rechts de Smelle Leane (Googleview)   Age (1878) en Klaske (1879) Posthumus - Buwalda zijn op 13 mei 1905 in de gemeente Barradeel in het huwelijk getreden. Het echtpaar kreeg drie kinderen: Jacob, Jeltje en Jelte. Het gezin heeft gewoond in de woning aan de Smelle leane 1, een zijpad van de Hoarnestreek. De schuur bij de woning is door hun zonen aangebouwd. Op de zwart-wit foto staan de beide zonen met hun moeder Klaske achter de woning waar een stal was voor een paar stuks vee. Age kan zich herinneren dat de woning wat een vreemde indeling had. Een gang in het midden en aan weerszijden een woonruimte. De woning is later bewoond geweest door de ouders van Age. Dit is ook het geboortehuis van Age. Na het overlijden van de vader van Age in 1958, is de woning verkocht aan Jelte Visser die later de woning heeft afgebroken en er een nieuwe woning heeft gebouwd. Vlnr: Jacob, moeder Klaske en Jelte.                     Smelle leane 1                                  

15 02, 2015

Herberg ‘De Roscam’ en de bewoners

2015-02-21T19:43:19+00:0015 februari 2015|0 Reacties

Dit verhaal gaat een heel stuk terug in de tijd en heeft betrekking op een van de oudste panden in Minnertsga. In december 1995 heb ik het verhaal al eens gepubliceerd in de dorpskrant Nijs út eigen doarp. Wie wat bewaard heeft wat! Het pand waar het in dit verhaal over gaat staat links van bakkerij Plat, op de hoek Tsjillen-Havenstrjitte. Omstreeks 1700 was ene Jacob Velthuys daar toen kastelein en herbergier. De herberg droeg in die tijd de naam 'De Roscam' een naam die eigenlijk met paarden moet worden geassocieerd. Maar als we de ligging van het pand bekijken in die jaren met een vaart aan de voorkant en aan de linker zijgevel, dan is het vrijwel ondenkbaar dat er hier om een herberg ging met een voorziening om paarden tijdelijk te stallen en te voeren, een zogenaamde doorreed. In een doorreed lieten menners hun paarden even uitrusten en op krachten komen. De menners zelf gingen de kroeg in om op krachten te komen van de reis. Oud-Minnertsgaaster Gosse Vogel (1924-1998) publiceerde in januari 1991 in de dorpskrant Nijs út eigen doarp een verhaal waarin hij Pieter Alma aanhaalde. Pieter Alma was boer op de boerderij die vroeger op Dirkjebuorren stond. Deze gezaghebbende boer liet op 19 januari 1710 in de herberg ‘De Roscam’ één of ander vreemdsoortig spotlied zingen door een aantal jonge dames uit het dorp. Daarna trakteerde hij de jonge dames nog op bier. Na dat gebeuren, wat blijkbaar niet zo gepast was geweest, eiste de rechtelijke macht een schadevergoeding van boer Alma. Van kastelein Jacob Velthuys is eigenlijk weinig terug te vinden in de archieven en daardoor is het niet mogelijk om een levensbeschouwing van hem samen te stellen. Maar in een soort belastingboek uit die tijd ben ik wel een Jacob Cornelis tegengekomen. Dat zou Jacob Cornelis Velthuys kunnen zijn, maar zeker ben ik daar niet van want het zou ook een opvolger kunnen zijn omdat het een belastingboek uit 1747 is, dus heel wat jaren later. Interieur van een oude herberg met tapkast   Deze Jacob Cornelis is volgens het belastingboek herbergier en heeft samen met zijn vrouw, die niet bij naam wordt genoemd, een goed bestaan. Zij waren samen één van de 115 gezinnen die Minnertsga in die jaren toen telde. Kinderen van dit echtpaar worden niet vermeld in het belastingboek wat bij andere genoemde personen wel wordt gedaan. Ook in de doopboeken werden geen kinderen van dit echtpaar gevonden. Enig zoekwerk in de trouw- en lidmaatboeken van de kerk leverde op dat laatst genoemde Jacob huwde op 26 april 1722 met Wijtske Jans. Op 22 mei 1727 liet Jacob zich in de Nederlands Hervormde kerk dopen en deed hij direct samen met zijn vrouw belijdenis des geloofs. Jacob wordt in de verschillende boeken nogal eens met verschillende namen vermeld, zoals Japik Crelis en Jacob Crelis. Jacob en Wijstke legateren op 19 september 1770 hun bezittingen aan de erfgenamen Antje Sjoerds, een minderjarig kind, en aan Sjoerd Pieters en zijn [...]

31 01, 2015

Eerste uitkering weduwen- en wezenpensioen aan T. Visbeek-Vrieswijk

2015-02-01T08:57:19+00:0031 januari 2015|0 Reacties

Het nieuws op de voorpagina van de Leeuwarder courant van 8 november 1949 is lauw. “Marschallsteun aan Indonesië wordt hervat”, “Nieuw Russisch Vredesoffensief?”, “Rusland’s greep op de buurlanden”, “Duitse nota over het ontmantelingsprobleem” dat is wel zo’n beetje het belangrijkste nieuws. Geen grote vette kopregels en op die hele voorpagina slechts één foto. Maar wat voor een foto? Een tijdje terug zocht ik naar informatie waarvan ik dacht dat ik die wel in de Leeuwarder courant kon vinden, maar dat liep op een teleurstelling uit. En zoals wel vaker gebeurd, je bent doelgericht bezig met iets te zoeken en je vindt datgene waar je niet om zocht. Zo ging dat ook deze keer. Die enige foto op de voorpagina trok mijn aandacht, tenminste het bijschrift dan: “Mevr. Wed. T. Visbeek-Vrieswijk uit Minnertsga ontvangt uit handen  van de directeur van het bedrijfspensioensfonds in de landbouw, dr. A. Schröder, het weduwen- en wezenpensioen voor haar en haar beide kinderen, een van vijf en een van bijna vier jaar”. Een paar dager ervoor had ik net de familie- en stamboomgegevens van deze vrouw ingevoerd in de database. Dus de naam T. Visbeek-Vrieswijk zat nog vers in het geheugen. Omdat mijn streven is om zoveel mogelijk foto’s bij de Minnertsgaasters van vroeger te zoeken, was deze foto uit de krant een welkome aanvulling. Maar los daarvan, alleen deze foto op de voorpagina zonder een begeleidend artikel, dat is vreemd. Daarnaast, als je als jonge vrouw een weduwen- en wezenpensioen krijgt overhandigd, dan zit daar ook een verhaal achter. Bij het doorbladeren van de oude krant treft ik een artikel aan dat te maken heeft met de foto op de voorpagina. De krantenkop is: “Negentien Friese landarbeiders kregen voor het eerst pensioen”. In de bovenzaal van café Bantema in Sexbierum was een ‘feestelijke’ bijeenkomst van het Bedrijfspensioenfonds in de Landbouw. Onder de negentien Friese landarbeiders waren ook een drietal vrouwen die weduwe waren geworden. Verder waren er uiteraard afgevaardigden van de het bedrijfspensioenfonds zelf. Onder het genot van een flinke sigaar werden verschillende sprekers aangehoord die over de historie van het bedrijfspensioenfonds verhaalden. Negentien mannen van 65, 66 en 67 jaar met gebruinde koppen, gebruind op een deel van het voorhoofd na waar de pet zonnestralen belet door te dringen, zaten aandachtig te luisteren naar de ongetwijfeld goed bedoelde woorden. De mannen zaten klaar om bijna fl. 8000,00 in ontvangst te nemen. Zij hadden daar recht op gekregen omdat zij zo ongeveer vijftig, zestig jaar lang in de zware kleigronden van Noordwestelijk Friesland hadden geploeterd. Het betrof hier de eerste uitreiking in Friesland en tevens de tweede in Nederland van het bedrijfspensioenfonds. Nadat de mannen de uitkering hadden ontvangen uit handen van dr. A. Schröder kwamen de drie vrouwen aan de beurt. Door het overlijden van hun mannen kwamen zij in aanmerking voor een uitkering uit het weduwen- en wezenpensioen. Zij kregen ieder ongeveer fl. 1800,00 uitgekeerd. De naam van één van die vrouwen is dus bekend, want zij staat op de voorpagina van de [...]

30 12, 2014

Armenzorg en Lammert IJbrands Brouwers

2014-12-30T05:17:48+00:0030 december 2014|6 Reacties

Nederland verandert / de zorg verandert mee; dat is de titel van de folder van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Sinds de invoering van de zorg voor onze inwoners, is de zorg ook in beweging. Dat was vroeger niet anders dan nu. Dat was niet alleen bij de gezondheidszorg, maar ook bij de armenzorg. In de Middeleeuwen waren op het platteland alleen kloosters die zich met de zorg, en dan met name met de armenzorg bemoeiden en zich daarmee belasten. In de buurt van Minnertsga zal ongetwijfeld Klooster Lidlum, onder Tzummarum, wel eens hongerigen, daklozen en landlopers voor korte tijd hebben verzorgd, maar dat had toen nog geen naam. Later betitelde men die zorg als Armenzorg. Het was Karel V die in 1531 een voorschrift afkondigde. Waarbij het aanstellen van armenverzorgers in de dorpen werd aanbevolen. Niettemin kwamen er, na de resolutie van de Staten van Friesland van 31 maart 1580, door de opheffing van de kloosters en het verbod van de Rooms Katholieke godsdienst heel wat fondsen vrij die voortaan tot ‘onderhoudenisse van de noodruftigen’ konden worden aangewend, waardoor de armenzorg tot een grote verbetering kwam. Later kreeg ieder dorp een eigen zogenoemd Burgerlijk Armbestuur dat voornamelijk uit kerkvoogden bestond die dan zodanig optraden. De armenzorg in die tijd moest hoofdzakelijk worden gefinancierd uit de opbrengsten van de kerkelijke goederen, zoals huuropbrengsten van percelen land en woningen die de Kerk in eigendom had. Maar veelal waren deze opbrengsten te gering zodat dat meteen gevolgen had voor de ondersteuning van de armen. Om toch wat meer geld in de armenkas te krijgen, werd in een resolutie van 1590 bepaald dat ‘van de stuiver-gelden, door de pachters, van iedere gulden hunner pachtpenningen betaald, een oortje te employeren ten profijte van de armen ter plaatse, daar de verpachting geschied’. Ieder dorp had de verantwoording om voor zijn eigen armlastige inwoners te zorgen, daarom was geen enkel dorp erop gesteld om te zorgen voor de armen uit andere dorpen die, hetzij tijdelijk of permanent, kwamen te wonen in hun dorp. Een mooi voorbeeld hiervan kwam naar voren uit mijn eigen onderzoek naar mijn eigen familiegeschiedenis. In de strenge winter van 1822-1823 kwamen Sipke Sipkes Bouma en zijn vrouw Jantje Joris van Slooten en kinderen met hun schip in Appelscha vast te zitten in de dichtgevroren vaart. Daarom waren zij genoodzaakt om de hele winter in Appelscha te verblijven. Hun thuishaven, althans waar men domicilie had, was Engelum waar zij ook lidmaat waren van de Hervormde kerk. In die winter, die onafgebroken duurde van eind november tot eind februari, ging het met de gezondheid van de huishouding niet goed. Toen ontving de kerk van Engelum het verzoek van de diaconie van Appelscha of zij de gemaakte kosten voor de medicijnen en de dokter, ten gunste van Sipke en zijn vrouw wilden betalen. Inkomsten zijn er kennelijk niet genoeg om de winterperiode te overbruggen want, ook als blijkt dat de winter nogal wat schade aan het schip heeft veroorzaakt, vraagt Sipke in een [...]

Ga naar de bovenkant