15 02, 2020

Aaltje Bekius-Krol – interview in 2008 door Hinke Nauta

2020-02-15T13:45:54+00:0015 februari, 2020|0 Reacties

Onderstaand interview is in oktober 2008 gehouden door Hinke Nauta met Aaltje Bekius-Krol (1923-2013) en is overgenomen uit: Fan eigen hiem (Nij Bethanië). Een kopie ervan zit in het dorpsarchief van Minnertsga, maar eigenlijk hoort het ook op deze website te staan. Aaltje Bekius-Krol (1923-2013) Al enkele keren had ik zo eens nagedacht wie te vragen voor een interview. En al pratende hierover met een collega, kwam de naam van mevrouw Bekius boven drijven . . . zou zij haar levensverhaal aan mij willen vertellen? Net alsof het zo had moeten zijn . . . de volgende dag zie ik mevrouw Bekius zitten in de hal, krulspelden in het haar, in gesprek met haar zus Elske . . . samen praten ze de tijd vol voordat haar bus komt. Mevrouw Bekius lacht me toe en ik voel me uitgenodigd om naast haat te gaan zitten en haar mijn vraag voor te leggen. Met een volmondig ‘ja’ is een afspraak gauw gemaakt. Die dinsdagmiddag kom ik iets te laat. Foto’s maken bij nieuwe bewoners kun je gewoon niet snel afraffelen. Mevrouw Bekius zit op haar vaste plaats en heeft er eigenlijk geen voorstelling van wat haat te wachten staat. Na enige uitleg gaan we er samen uitgebreid voor zitten. Aaltje Krol wordt geboren op 23 december 1923 in het ‘ketelhússie’ aan de Landhuisterwei onder St. Annaparochie als oudste dochter van Jochum Krol en Rikje de Vries. Vier jaar laten krijgt Aaltje er een zusje bij: Klaaske en na dertien jaar wordt er nog een zusje geboren die de naam Elske krijgt. Vader Jochum is boerenarbeider en dat brengt met zich mee dat er veel verhuisd moet worden. Op Allerheiligen (1 november) werd je ‘besteld’ voor weer een jaar en wist je dus dat er op Alde Maaie (12 mei) verhuisd kon worden. Vele vrouwen pakten hun spullen al niet eens meer uit. Mevrouw Bekius herinnert zich de drukte op de wegen op die 12e mei. Hooiwagen volgepakt met huisraad en spullen en steevast een linnenrak achterop gebonden. Ketelhússie Aaltje gaat als kleuter naar de Bewaarschool (wat wij de kleuterschool nu noemen), daarna naar de christelijke lagere school in Vrouwenparochie. De laatste jaren van haar schooltijd zat zij op de school in Nij Altoenae. Mevrouw Bekius vertel over de vele, op klompen gelopen kilometers waarbij ze onderweg andere klasgenoten meenam zodat ze met een grote groep uiteindelijk op school aankwamen. Met ondeugende ogen weet ze te vertellen dat de groep vaak ruzie zocht bij het langslopen van de Openbare school door een toch wel provocerend liedje te zingen. Steevast renden die kinderen achter hen aan en meestal ontkwamen ze door onderaan de dijk weg te rennen. Als Aaltje dertien is, verlaat zij de school en gaat zij meteen aan het werk op het land. Ze had er zin in! In die tijd leerden de meisjes niet langer door. Zij werden vaak samen met hun vader ‘besteld’ bij de boer. Haar eerste boer was Gerrit Krol bij Nieuwebildtzijl en Lees meer

15 08, 2015

Foto’s familie De Roos

2015-09-02T16:19:20+00:0015 augustus, 2015|0 Reacties

Obbe de Roos stuurde mij onlangs een foto van het gezin van bakker Berend de Vries en Tjalletje Hannema. Die staat al op deze website en ook met de daaraan gekoppelde familiegegevens in de database Vroeger bewoners. Deze week stuurde Obbe mij nog een paar mooie foto’s uit het familiealbum.   Jan Obbes de Roos en Welmoed Jansma “Het familiealbum lag nog op tafel naar aanleiding van de vraag naar een foto van bakker Berend de Vries. Toen dacht ik dat de andere kant, de familie De Roos, er ook wel aan toegevoegd kon worden”, aldus Obbe in zijn mailbericht. Hij heeft bij de foto’s in het kort wat aanvullende informatie gegeven die ik in dit verhaal heb verwerkt. Obbe zijn overgrootouders waren Jan Obbes de Roos (1858-1930) en Geertje Oedses Wouwenaar. Zij kregen negen kinderen: Obbe, Oeds, Hendrik, Jeltje, Ietje, Kersje (jong overleden), Kersje, Redmer en Fokke. Het eerste kind: Obbe (1884-1953) trad op 4 mei 1907 in het huwelijk met Welmoed Okkes Jansma. Obbe was geboren in Minnertsga en Welmoed in St. Jacobiparochie. Achter vlnr: Okke, Geertje, Minke, Oeds, Jetske, Jeltje en Jan. Voor Obbe de Roos en Welmoed Jansma Obbe en Welmoed kregen zeven kinderen: Geertje, Jan, Jeltje, Jetske, Oeds, Okke en Minke. In 1917 liet Obbe aan de Ferniawei (15) een boerderij laten bouwen. De eerste steen van deze boerderij is gelegd door de kinderen Jan en Okke. De crisisjaren (1929-1940) eiste ook zijn tol bij de familie De Roos. De boerderij moest noodgedwongen worden verkocht en het gezin verhuisde toen naar een gemeentewoning aan de Langedyk. Dat waren woningen waar een groot stuk land bij hoorde, dan daarop werden dan ook aardappelen en andere vruchten verbouwd.   Obbe en Welmoed hun zoon Jan heeft ongeveer tien jaar in het oude spoorstation gewoond en is toen met zijn gezin naar de Noordoostpolder vertrokken. Zoon Okke werd koopman. Hij verhandelde aardappelen, koolrapen en uien die hij inkocht bij de boer om die vervolgens weer door te verkopen aan de groothandel. Na de Tweede Wereldoorlog zijn er heel veel spoorwagons vanuit Minnertsga naar de Randstad vervoerd. Later werd het vervoer gedaan door vrachtwagens van de Combinatie Joostema & Wijngaarden. Die vervoerden toen de handel vooral naar Noord Holland (Broek op Langedijk), maar ook naar Overijssel, Gelderland en Utrecht. Het familieschema van de nakomelingen van Jan Obbes de Roos en Geertje Oedses Wouwenaar is hier te bekijken: Vroegere bewoners Minnertsga De foto's staan ook in de beeldbank. Vlnr: Jetske, Okke en Jan                     Vlnr: Jetske, Okke en Jan                         Okke de Roos    

21 01, 2012

Flapbrug voor de Hervormde pastorie

2013-02-02T06:37:53+00:0021 januari, 2012|0 Reacties

In 1905 lag over de opvaart - vlak voor de toenmalige Hervormde pastorie - een flapbrug. Deze vaart was een vaarweg voor pramen die vracht vervoerden van en naar de havenkom midden in het dorp. Op het moment dat deze foto (1ste foto) is gemaakt, loopt Grytsje over de brug met het juk op haar schouders. Aan het juk hingen grote korven met brood en andere producten van de bakker die zij uitventte in de weide omgeving van Minnertsga. Op deze verdiende zij een schamel inkomen. Na 1905 is de oude brug in verval geraakt en kwam er een uit twee delen bestaande battinge te liggen met maar één leuning. Na een herindeling van deze 'kruising' van waterwegen is ook de battinge komen te vervallen en moest men gebruik maken van de brug die in de Ferniawei lag. De brug of tille in de Ferniawei werd wel "Brokyn" genoemd, mogelijk dat deze naam is afgeleid van 't dok yn want onder de tille door kwam men in het dok terecht. Het Dok lag naast de spoorweg waar men met pramen en snikken de groente en aardappelen kon aanvoeren die bestemd waren voor de veiling. De tille-brug was eerst een brug met smeedijzeren leuningen, later is de brug vervangen door een betonnen brug, zoals er ook èèn lag over de Minnertsgaastervaart in de Bosdyk, wat nu de Tilledyk is. Voordat het prachtige huis bij de brug Hervormde pastorie werd, woonde de familie Anema er. Achter de pastorie stonden onder andere appelbomen met hele lekkere appels. De pastorie is na het vertrek van dominee Oost verbouwd tot een gezinsvervangend tehuis dat 'Hermanahiem' werd genoemd.                

Ga naar de bovenkant