15 11, 2023

Familie Collot d’Escury in Barradeel

2023-11-15T08:26:55+00:0015 november 2023|0 Reacties

In Minnertsga is de Collot d’ Escurystrjitte en in Pietersbierum (officieel Sexbierum) is Walburgastate, gebouwd door de familie Collot d’ Escury. Deze familie leverde een grietman en later een burgemeester van Barradeel. In de Nieuwsbrief van Ald-Barradiel van maart 2023 lazen we de historie over Pietersbierum en ook over het huis van de Collots, dat later het gemeentehuis zou worden. In dat artikel wordt de familie Collot ook opgevoerd. Wie was deze familie die zo’n stempel op Barradeel wist te drukken? Klein Hermana state bij Minnertsga De familienaam is bepaald niet Fries, maar zoals men wel raden kan: Frans. In 1650 werd André Collot d’ Escury door koning Lodewijk XIV (De Zonnekoning) in de adelstand verheven. De grootvader van André was de eerste die van de familie in bronnen voorkomt, dat was David Collot. Hij wordt genoemd in 1562, nog wel als slachtoffer bij het bloedbad van Wassy-sur-Blaise. De Franse protestanten, Hugenoten genoemd, werden meer en meer vervolgd. Deze aanslag op een kerkdienst met meer dan 700 mensen was een dieptepunt. De katholieke Hertog van Guise met zijn manschappen wilden de dienst verstoren en de hertog werd geraakt door een zware steen waarop zijn mannen het vuur openden. Er kwamen 70 mensen om, waaronder Collot. Het zou het begin worden van een burgeroorlog: de Hugenotenoorlogen. David Collot (overleden 1612) en zijn zoon André werden Heer van Escury in Picardië. Zo ontstond de naam. In 1685 werd het Edict van Nantes uitgeroepen, waarbij het verbod op de protestantse kerk werd uitgevaardigd. De Hugenoten moesten of katholiek worden, of  vluchten. De meeste weken uit naar het buitenland, vooral naar de Nederlanden. Zo kwam de familie Collot d’ Escury als Hugenotenfamilie naar ons land. André was al 75 was toen hij zich vestigde in Nijmegen waar hij een jaar later stierf. Zijn zoon Daniël vluchtte eerst naar Bazel en later ook naar Nijmegen. Hij kwam in dienst van stadhouder-koning Willem III en werd zelfs majoor in Britse dienst. Hij stierf in Dublin in 1714. De zoon van deze Daniël, Henri Collot d’ Escury kwam in Friesland terecht! Hij volgde een militaire carrière en kwam als stalmeester aan het hof van de Friese Nassaus. Dat was in 1732 bij stadhouder Willem Carel Hendrik Friso, later stadhouder Willem IV der Nederlanden. Het ging goed met de Collots, want Henri’s zoon werd zelfs burgemeester van Gorinchem. Kennelijk was hij financieel goed onderlegd, want hij werd lid van diverse Rekenkamers. Wat opvalt is dat de familie inmiddels goed gesetteld was, want ze trouwden met leden van de Nederlandse adel. Er waren diverse verbindingen met andere families van Franse afkomst, zoals met de familie Du Tour. In 1816 werd de familie officieel ingelijfd bij de Nederlandse adel met de titel baron. Ze wisten zich in het begin van de negentiende eeuw aardig uit te breiden met enkele takken. Hendrik baron Collot d’Escury (1773-1845) werd jarenlang lid van de Tweede Kamer en zelfs voorzitter van de Tweede Kamer.  Met hem komt weer een Friese link tot stand, [...]

8 10, 2023

Timmerman en aannemersbedrijf Helder

2023-10-08T14:28:22+00:008 oktober 2023|0 Reacties

Het pand aan de Meinardswei 38 was vroeger een woning met een timmermanswerkplaats. Timmerbaas Arjen Ekes van der Velde (1855-1925) had er in het begin van de vorige eeuw zijn bedrijf. Hij werd opgevolgd door Jan Simons Helder (1887-1959). De familie Helder settelde zich in het begin van de jaren 1800 vanuit Franeker in Minnertsga. De familienaam is in 1811 aangenomen door Simon Dooitses († 1834, 65 jaar) die wagenmaker was. In februari 2022 heb ik een artikel geschreven over de familie Helder als wagenmakers. Dit artikel gaat over de afstammeling, de eerder genoemde Jan Simons Helder die timmerman/aannemer was. Rechts pand met handkar ervoor is het timmerbedrijf van Helder Familieschets Jan Simons was het negende kind in het gezin van tien van Simon Jans Helder (1847-1913) en Geertje Jacobs Hogerhuis (1849-1928). Heit Simon Jans was timmerknecht toen hij met mem Geertje Jacobs in het huwelijk trad en is dat kennelijk zijn hele leven, tot zijn 66ste, gebleven zo blijkt uit zijn overlijdensakte. In het dorpsarchief is een groepsfoto bewaard gebleven van timmerbaas Arjen Ekes van der Velde en zijn medewerkers. Daarop staat ook heit Simon Jans Helder met een kleine houtschaaf in zijn hand. Jan Simons Helder trouwt in juli 1911 met Rinske Blanksma. Beide zijn op dat moment 23 jaar en geboren in Schilderij gemaakt door Johannes Blanksma Minnertsga. Het is best aannemelijk dat ze samen op de lagere school in dezelfde klas hebben gezeten. Rinske is een halfzus van Arjen Blanksma, de vader van de melkventer en bekend amateurschilder Johannes Blanksma (1897- 1988) uit St. Annaparochie. Jan Simons Helder is timmerknecht in Minnertsga als hij met Rinske trouwt. Het kan zijn dat hij, net als zijn vader, ook in dienst is geweest bij timmerbaas Arjen Ekes van der Velde. Jan en Rinske krijgen vier kinderen: levenloos meisje (†1912), Janke (*1913), Simontje (*1917) en Simon (*1921). Janke trouwde later met de bakker Wieger Baukes Deinum, Simontje trouwde met Freerk Bisschop en Simon (Siem) trouwde later met Akke Joostema. Eigen bedrijf Begin november 1924 wordt in de Franeker courant en de Leeuwarder courant bekend gemaakt dat Arjen Ekes van der Velde zijn timmerzaak heeft over gedragen aan Jan Simons Helder. “Dankend voor het genoten vertrouwen beveelt hij zijn opvolger ten zeerste aan”, zo staat er te lezen. Jan Simons Helder op zijn beurt beveelt zich in diezelfde advertentie aan “voor alle voorkomende onderhoudswerken, nieuwbouw, betonwerk, het maken van plannen en begrootingen”. Vermoedelijk was Jan Simons vóór de overname van het bedrijf al in dienst bij timmerbaas Van der Velde, want uit Jan Simons Helder met in het midden zijn vrouw Rinske Blanksma en links Trijntje Post - Marra de notariële akte blijkt dat de timmerzaak  ‘uit de hand’ wordt verkocht aan de opvolger. De koop wordt officieel bekrachtigd op 5 januari 1925, Jan Simons is dan 38 jaar. Hij wordt eigenaar van de woning met ‘timmerwerkplaatsen, grond en achtererf aan de Hoofdstraat nabij de vaart van Minnertsga ‘. Dit onroerend goed is dus [...]

23 07, 2023

De verdwenen korenmolen van Minnertsga

2023-07-23T10:13:30+00:0023 juli 2023|Reacties uitgeschakeld voor De verdwenen korenmolen van Minnertsga

In de loop der jaren heb ik veel documentatiemateriaal verzameld over de historie van het dorp van mijn jeugd. Een van die knipsels heeft bovenstaande titel en is geschreven door een zeker J.G. de Boer uit St. Jacobiparochie. Op het knipsel staat met pen geschreven: De mol 28-1-1969.  Waarschijnlijk komt het artikel uit een molenblad. Hierna volgt het artikel van de schrijver uit St. Jacobiparochie. De reeds jaren verdwenen korenmolen van Minnertsga, was afkomstig uit Leeuwarden. De overplaatsing geschiedde toen Minnertsga zonder molen was komen te zitten omdat de voorganger tijdens een onweer door de bliksem was getroffen en afgebrand. Eén der molenaars die de molen hebben bemalen, heette Koning. Hij richtte de molen destijds in als pelmolen hetgeen voor die tijd zeker heel vooruitstrevend was. Werd de gort vroeger meestal los verkocht, molenaar Koning leverde ze ook verpakt, in papieren zakjes van een halve of hele kilo. Toen ik in de dertiger jaren een in de molen kwam stond er nog altijd een paktafel met enige gele papieren zakjes waarop gedrukt stond: “Koning’s gort”.  Die waren nog van het begin van deze eeuw, in elk geval van vóór 1910 want in dat jaar had de molen weer een andere eigenaar, een zeker Knol. Dat was in mijn jeugdjaren. Knol is op de molen oud geworden, maar met hem ook de molen., want de zaak verliep en de molen kwam in verval. Lange tijd heeft de molen met één roede gestaan. Toch is hij later weer opgeknapt en is er nog weer graan mee gemalen. Dat was in de jaren na 1930 toen de graanprijzen abnormaal laag waren. Op de gemengde bedrijven werd bij ons toen veel van het verbouwde graan aan het vee gevoerd. De molen werd toen gehuurd door Sied Hogerhuis [red: Sijds], een molenaarsknecht. Hij liet een gebruikte roede komen van een molen uit Marrum (Fr.) waarop hij ook knecht was geweest. De roede die zelfzwichting had, miste nogal wat kleppen, maar ja, Hogerhuis zat ook niet al te ruim bij kas en dan valt het niet mee om een molen, die al afgetakeld is, weer helemaal in orde te brengen. Franeker courant 7 aug. 1898 Mechiel Derks Knol met waarschijnlijk zijn huishoudster Franeker courant 20 juli 1905 Sijds Hogerhuis (r) en Cornelis (Kees) Piebes Rosendal. In de eerste jaren dat ik boer was, heb ik nog al veel graan op deze molen laten malen. Ik herinner me nog, dat ik voor een goed houdbare haver niet meer dan zes cent per kilo kon krijgen! We hebben he top de zolder gebracht en het is allemaal tussen de stenen doorgegaan en door de koeienmaag! In die tijd waren we blij als het jaar voorbij was en we onze kost hadden. ’t Was op een keer dat Hogerhuis mijn meel bracht en zei: “Nu heb ik deze week iets vreemds beleefd”. Wat was het geval? Toen [...]

24 04, 2023

Leidekker Fredericus Tangerman (1735-1784) en het trotseerloodje

2023-04-24T08:22:03+00:0024 april 2023|Reacties uitgeschakeld voor Leidekker Fredericus Tangerman (1735-1784) en het trotseerloodje

Op de laatste dag van de expositie vorig jaar oktober over de kerkbrand van 1947, kwam Anne Reitsma bij mij en liet mij een loden plaatje zien met de initialen F T en het jaartal 1772. Ik was stom verbaasd! Zou dit het bewuste relict zijn waar ik al jaren voor iemand naar op zoek ben. Anne vertelde dat hij het plaatje ooit van zijn ‘pake’ heeft gekregen met de boodschap: “bewarje it goed en jouw it nea út’. Achterop het plaatsje heeft pake Anne Gaukes Reitsma (1897-1978) met een scherp voorwerp gegraveerd: A. Reitsma Hervormde kerk afgebrand 3 juni 1947. Nadat ik mijn verhaal had verteld over de zoekopdracht die ik jaren geleden had gekregen, mocht ik het loden plaatje van Anne meenemen om het te laten zien aan mijn opdrachtgever. Zoektocht Jaren geleden maakte ik deel uit van een werkgroep van de Fryske Akademy waar ik met Meindert Tangerman in contact kwam, die toen in Veenwouden woonde. We raakten aan de praat en hij vertelde over een voorvader van hem die vroeger leidekker is geweest. Die voorvader zou in 1772 ook aan het dak van de kerk in Minnertsga hebben gewerkt. In het boekje Om toer en tsjerke, dat uitgegeven is in het kader van de herbouw van de kerk, schrijft de auteur ds. Wumkes: ‘De karakeristike leaden plaetsjes, dy’t men nei de brân yn ’t pun fine koe, mei de laidekkershammer, de initialen F. T. en 1772 d’r op, dogge útwizing fan ’t wurk dat F. Tangerman makke hat’. Met dat gegeven had Meindert voor ogen dat de leihamer van zijn voorouder gevonden was en bewaard is gebleven. Navraag bij de kerkrentemeesters leverde in al die jaren niets op, totdat Anne op de laatste dag van de expositie kwam aanzetten met een loden plaatje met daarop de initialen en een afbeelding van de leihamer. Kort na de expositie heb ik Meindert Tangerman verteld over het bewuste loden plaatje. We kwamen tot de conclusie dat je de zin van ds. Wumkes ook anders kon lezen dat er geen sprake was van een losse leihamer, maar dat die op het loden plaatje stond afgedrukt. Meteen heb ik hem een foto van het plaatje toegestuurd en hebben we een afspraak gemaakt dat hij met eigen ogen het plaatje kon bewonderen en vasthouden. Wie was de leidekker Fredericus Tangerman? Fredericus is geboren in 1735 in de stad Groningen. Hij was een zoon van de apotheker Godfried Wilhelmus Tangerman en Gesina Hypools Fredericus. Op 30 jarige leeftijd is Fredericus op 29 december 1765 in de Grote kerk in Harlingen getrouwd met de 29-jarige Trijntje Sipkes IJbrandi. Uit het huwelijk zijn vier kinderen geboren: Willem in 1767, Gertje in 1768, Sipke in 1771, die slechts 3 jaar oud is geworden. In 1774 is er nog een Sipke geboren. Moeder Trijntje Sipkes IJbrandi is in 1779 in Harlingen overleden. Fredericus trouwde voor de twee keer in 1780, i n de Grote kerk in Harlingen, [...]

28 03, 2023

Coöp Boerenleenbank herdacht haar 50-jarig bestaan

2023-03-28T10:35:43+00:0028 maart 2023|0 Reacties

Aalzen de Haan heeft naar aanleiding van de schenking van het kleurige raam door Gerard en Patricia een artikel geschreven. Het raamwerk is een deel van het raam, dat lange tijd de wachtruimte heeft gesierd van de Boerenleenbank/Raiffeissenbank/Rabobank. Het was geplaatst in de oostzijde van het nieuwe kantoorgebouw (opening 1963). Er werd gesteld dat de naam van de kunstenaar niet was te achterhalen. Mij lukte dat ook niet, maar ik herinnerde me een artikel uit maart 1966  uit het gemeenteblad Barradiel Meiinoar Ien, waarin het 50-jarige bestaan van de Boerenleenbank te Minnertsga werd herdacht en gevierd. Het geeft weer een stukje geschiedenis weer van ons dorp. De nieuwe aanbouw (foto omstreeks 1966). Op 23 februari j.l. vierde de Coöperatieve  Boerenleenbank haar 50-jarig bestaan. Dit feit kon natuurlijk niet ongemerkt voorbij gaan, zodat er verschillende attracties plaats vonden, welke begonnen met een receptie van de nog in leven zijnde mede-oprichters der bank onder andere de leden:  G. Dijkstra, F. Jensma, U. Glazema, P. Bierma, U.P. Meersma en H.J. de Roos. Dit zestal behoorden tot de 73 welke op de eerste ledenlijst (50 jaar geleden) werden ingeschreven. Vervolgens werd van 7-19 maart een jubileum spaaractie gehouden, waarbij iedere nieuwe spaarder een premie van f 3,- , iedere 10e inlegger een premie van f 3,- , iedere 25ste inlegger een premie van f 5,-  en iedere 50ste inlegger een cadeaucheque t.w.v. f 25,- ontving, welke laatste bij de plaatselijke middenstand kan worden besteed. Een geste, die zeer zeker door de plaatselijke middenstand op prijs werd gesteld. Ook de jeugd werd niet vergeten. Voor alle kinderen t.e.m. 6 jaar trad de goochelaar Haurini met een interessant programma op, terwijl voor de jeugd van 7-12 jaar het jeugdvariété Han Cordan een voorstelling gaf. Deze festiviteiten werden gratis door de bank aan de jeugd verstrekt. Dinsdag 29 maart j.l. werd de 50e algemene vergadering gehouden, waar naast het gewone jaarlijkse programma het 50-jarig bestaan der bank werd herdacht. Vlnr: Arjen Boersma, Gosse Hoekstra, Jan Heeringa, Klaas Hamer en Jacob (Jaap) van der Weide tijdens de opening van het nieuwe kantoorgebouw in 1963. Voorzitter, de heer G. W. Hoekstra, heette de talrijke aanwezigen hartelijk welkom op deze jubileum vergadering en memoreerde, dat 50 jaar een hele ruk is, dat de 1e jaaromzet 186 dagboekposten in de 50 jaar waren opgelopen tot 46000. Dat het ledental was gestegen van 73 tot 460. Nadat verder verschillende agendapunten de revue waren gepasseerd kreeg de heer K.J. Hamer het woord over 50 jaar Boerenleenbank, hetwelk door de aanwezigen met smaak werd beluisterd. Het luidde aldus: Foarsitter, oanwêzigen, achte gearkomste, op de agenda dy’t wy krigen hawwe stiet ûnder punt 10: forslag 50 jier Boerelienbank, it is in hiel mûlfol en yn it boekje det gearstald waerd troch ús kassier, de hear Van der Weide, is ien en oar en bijnammen it ûnstean fen de boerelienbank frij útfoerich út ‘e doeken dien, dochs wol ik graech nog een wurdsje sizze oer it begjin fan de banken yn it [...]

Ga naar de bovenkant