Over Gerryt

Deze auteur heeft nog geen informatie verstrekt.
So far Gerryt has created 308 blog entries.
30 04, 2013

Tulpenvelden Minnertsga volop in bloei

2013-04-30T04:25:02+00:0030 april 2013|0 Reacties

Rond de jaren '30 van de vorige eeuw was het kweken van tulpen in Minnertsga en omstreken 'hot'. Rondom het dorp stonden de tulpenvelden in bloei, het moet een grote kleurenpracht zijn geweest. Jammer dat er toen nog geen kleurenfoto's werden gemaakt. Er zijn nog wel een paar gewone zwart/wit foto's die ons een beeld geven van toen. Een paar berichten uit de krant van toen. MINNERTSGA, 30 April 1930. Evenals in meerdere plaatsen in de omgeving zijn hier gardeniers die tulpen kweeken. Er zijn stukken land van 2 en 3 pondernaat die met tulpen bebouwd zijn. Reeds Zondag was er veel belangstelling om de velden Ie bezichtigen, hoewel den komenden Zondag nog meer tulpen in vollen bloei zullen staan.   HET BILDT, 21 April 1931. Werden we gisteren verrast door bloeiende tulpen, de eerste dit jaar, in bloemperkjes door den Noorder' wind beschut, vandaag zagen we ze ook op 't veld en wel op het proefveld in gebruik bij Groeneveld en Tuinman op de Moeie Paal. Te midden van 25 verschillende soorten tulpen en de crokussen, die deze weken onze aandacht trokken door hunne bloei, was het nu de Grand Cue, die ons verbeidde als een voorbode van de beteekenis van de bloembollen. Want van beteekenis kunnen de bloembollen worden in onze omgeving. In onze gemeente zijn ongeveer 20 H.A. met bloembollen bepoot, in Minnertsga alleen 20 ha. Zonder overdrijving kan het arbeidsloon per H.A. op fl. 5OO bepaald worden; men hoort ook vaker dan eens fl. 2OOO noemen in dit verband. Waar dus veel grond met tarwe nog is uitgezaaid en daar niet veel op wordt verdiend, zou het van groot belang zijn, dat bovengenoemde teelt succes heeft. En ze staan er weer bijzonder mooi voor niettegenstaande de winter in Maart de oorzaak is, dat ze 14 dagen later in bloei komen dan vorige jaar. Toen waren ze om deze tijd bloeienden, nu zal 't nog zóó lang dure dat ze in hun volle pracht zijn; maar als altijd: de eerste trekken de aandacht.   MINNERTSGA, 24 april 1934. De bloeiende 'tulpen op de velden bij Minnertsga leveren thans een prachtig gezicht op en bewijzen tevens, dat sommige gronden in het Noordwesten van Friesland voor de bollenteelt even geschikt zijn als de geestgronden in Noord- en Zuid-Holland. Zondag werden de Friesche bollenvelden druk bezocht, Op den achtergrond het dorp. Bron: Leeuwarder courant  

29 04, 2013

Nog meer foto’s vroegere postkantoorhouders familie Vis

2013-12-26T06:32:56+00:0029 april 2013|0 Reacties

Op deze weblog heb ik al een paar keer aandacht besteed aan de postkantoorhouders familie Vis. Jetske Vis was de laatste postkantoorhouder aan de Stasjonstrjitte die het postkantoor over had genomen van haar vader Minne.   Op die berichten/verhalen is gereageerd door familieleden die mij nog wat foto's hebben toegestuurd. Die foto's horen hier eigenlijk ook een plaats te krijgen. Zo kunnen anderen ook weer meegenieten van de vroegere bewoners van Minnertsga. Dirk Vis, postbezorger Op de foto de eerste foto staat Dirk (1904 - 1974), zoon van Minne Vis en Antje Muller. Dirk heeft korte tijd de post bezorgd in Minnertsga en omgeving. Hij staat hier afgebeeld op de motor met het kenteken B-5335. Dat kenteken is afgegeven op 2 juni 1922 aan Hessel Pettinga. Pettinga handelde in rijwielen, brommers en motoren en had zijn garage naast het pand van de Firma Schotanus. Vorige week kreeg ik een reactie van de zoon van Dirk. 'Ik bin de soan fan Dirk Vis dy´t as jonkje op de foto stiet. Bij pake en beppe ha ik  gauris útfanhuze. Ek holp ik bij de jierswikseling wol omkaarten te stempeljen. Wat betreft de nammen kin ik jo fertelle dat dat gauris ferkeard gong, net allinne bij mulder en muller mar ek wol mei postma en posthuma. Myn heit, Dirk Vis, hat yn 1939 mei de hân de saneamde stamkaarten makke foar Barradiel. Hij helle de gegevens út it befolkingsregister mar dat miste nogal ris in kear. Sommigen blieken neffens it register net iens te bestean. Lykwols kaam elk de stamkaart heljen omdat der letter distribúsjebonnen op te krijen wienen. De earste bonnen wienen foar sûker. Dêr wie genoch fan mar dat moast út prebeare wurde en dat slagge pûrbest want elk kocht de sûker op de bonnen'. De foto met de plaggenhut is waarschijnlijk gemaakt tijdens een dorpsfeest. De hut heeft de eerste prijs. Op het geveltje staat: Bezichtig deze Hut. Links op de foto staat Minne Vis de postkantoorhouder en dus de pake van de Minne Vis die zijn herinnering heeft gemaild. Maar wie is de man rechts op de foto en waar is deze foto gemaakt? Ik ben benieuwd of er reacties op deze vraag komen. Hiernaast nog een foto van Sipke Minnes Vis en Baukje Herrema. Sipke Minnes was een zoon van Minne en Antje Muller. Baukje Herrema kwam van Berlikum. Zij zijn getrouwd op 1 oktober 1940. Sipke Minnes Vis en Baukje Herrema Dubbelklik op de foto's voor een vergrote weergave.               26-12-2013 aanvulling op dit artikel: Bij de foto met de 'plaggenhut' is de man rechts op de foto Rinse Terpstra (1889-1963). Hij was getrouwd met Maartje Heeringa (1890-1985). Het echtpaar woonde in het 'stjelpke' aan de Scheltingawei 2 in Minnertsga. Kleinkind Anja Klug-Terpstra herkende haar 'pake'.

28 04, 2013

Onzichtbare burgemeester Den Haag begraven in Minnertsga

2013-04-28T04:14:55+00:0028 april 2013|0 Reacties

Een burgemeester is iemand die het boegbeeld moet zijn van de gemeente. In Minnertsga hebben vroeger burgemeesters gewoond die daar een voorbeeld van waren. Burgemeester L.W. de Vries (1849-1928) en burgemeester Bauke Anema (1870-1950) waren van die boegbeelden in het dorp, maar ook in de gemeente Barradeel waar Minnertsga vroeger toe behoorde. Maar in Den Haag was in het begin van de vorige eeuw een burgemeester die zijn kamer en het stadhuis zelden uitkwam.   Mr. Joan Sippo baron Van Harinxsma thoe Slooten was van 1892 – 1898 eerst burgemeester van Leeuwarden en werd daarna burgemeester van Den Haag. Hij voelde zich ver verheven boven het gewone volk om er mee om te gaan. Hij kwam dan ook weinig uit zijn uit zijn burgemeesterskamer vandaan. Slechts weinig Hagenaars hebben het genoegen gehad hem te mogen ontmoeten tijdens zijn ambtsperiode, waarbij deze burgervader dan nog niet naliet duidelijk van zijn hoge afkomst te doen blijken. Daarbij moeten zijn bestuurlijke kwaliteiten niet buitengewoon zijn geweest. Toen hij op 4 april 1904 stierf, heeft zijn heengaan slechts een heel kleine kring kunnen ontroeren – de Hagenaars zelf zei het overlijden van deze burgervader gewoon niets. Het is interessant en bijzonder verschillend hoe de media van die dagen reageerden op de dood van burgemeester van de residentiestad. “De burgerij”, aldus de Telegraaf, “stond verre van deze burgemeester, die zelden zich langs de drukke straten vertoonde, geen drang bezat naar het burgervaderlijke, naar minzaam ambtsvertoon buiten de raadzaal en burgemeesterskamer. Nimmer bijna daalde hij van den troon van administratie en gezag, naar het huiselijk verkeer der burgerij. Gevers Deynoot, Patijn, De Beaufort lieten zich gaarne vinden voor een prijsuitreiking, een beschermheerschap, of gaven plechtigheid en eere aan uitvoeringen van de vele zang- en toneel- en gymnastiekvereenigingen der Hagenaars. Burgemeester Van Harinxma zag men echter zelden of nooit te midden van zijn burgers; de meesten kenden zelfs zijn gelaat niet, noch wisten waar hij woonde. Dat de doodtijding in de stad weinig anders dan als nieuws ontvangen werd, is niet te verklaren uit antipathie of ontevredenheid met het burgermeesterlijk beleid; de burgerij kan niet treuren, want zij heeft haar burgemeester nooit gekend. Baron Van Harinxma werd hier vroeger reeds geschetst als een onbuigzaam Friesch edelman. Uit zijn geheele verschijning sprak het onverzwakte geloof in natuurlijke hoogheid van den adelstand. Deze naïeve hooghartigheid stempelde zijn gansche wezen. Hij was geen handjes-gevende aristocraat met een overproductie aan glimlachjes voor de “poorters”, die hij echter in het binnenst van zijn gemoed naar de plebs verwijst – maar onze verscheiden burgemeester was spontaan aristocraat, die het bewaren van den afstand niet aan het “bon sens” van den burger overliet, doch zelf steeds en onverbiddelijk zijn hooge geboorte te gevoelen gaf. Menig raadslid heeft dat ervaren. Deze eigenschap moge hinderlijk zijn geweest – en menigmaal kon dat hier blijken - zij bewees tevens burgemeester’s oprechtheid, want hij was een eerlijk man, die zich in deugd en ondeugd zonder omwegen gaf. Was hij als type van den Frieschen adelstam een bijzondere figuur, [...]

21 04, 2013

Jelte Posthumus viert honderdste verjaardag in Tzummarum

2013-04-21T04:17:48+00:0021 april 2013|0 Reacties

Deze keer een actueel artikel uit de Franeker courant van deze week. Jelte Posthumus is een 'Minnertsgeaster om útens' en mag in mijn beleving met zijn hoge leeftijd niet ontbreken op Minnertsga vroeger.   TZUMMARUM Jelte Posthumus heeft vrijdag zijn honderdste verjaardag gevierd in zorgcentrum Nij Bethanië in Tzummarum, waar de eeuweling sinds vijf jaar woont. Burgemeester Fred Veenstra van de gemeente Franekeradeel kwam vrijdagochtend bij de jarige op bezoek om hem te feliciteren met het bereiken van deze mijlpaal. Eeuweling Jelte Posthumus is dankbaar voor de goede verzorging in Nij Bethanië. Foto Joachim de Ruijter Op 19 april 1913 kwam Jelte Posthumus in Minnertsga ter wereld als oudste zoon van Bote Posthumus en Jitske Bekius. Hij kreeg daarna nog twee zussen. Jelte wilde graag timmerman worden, maar werd zoals toen veel jongens landarbeider. Het was hard werken. In 1939 trouwde hij met Antje Hiemstra. Tijdens de oorlogsjaren kregen ze een dochter en twee zonen en na de oorlog werden er nog twee jongens geboren. Ze bleven steeds in Minnertsga wonen en Jelte werkte tot z’n zestigste bij de boer. Daarna moest hij nog op zoek naar ander werk. Hij was nog vijf jaar werkzaam bij de kabelgraverij en kwam zodoende ook eens aan de andere kant van de Afsluitdijk. Jelte is dankbaar dat alle kinderen nog leven. Er zijn elf kleinkinderen en een groot aantal achterkleinkinderen. In 1998 stierf zijn vrouw en Jelte bleef zelfstandig wonen tot z’n 95ste levensjaar. Toen ging het niet meer en verhuisde hij naar Nij Bethanië, waar hij sedertdien met veel plezier woont. Hij laat weten ingenomen te zijn met de goede verzorging die hij er ontvangt. Bron: www.franekercourant.nl

14 04, 2013

I-pod van oerbeppe Gatske begin jaren ’50

2014-01-05T11:38:48+00:0014 april 2013|2 Reacties

Op de Facebook-pagina van ‘Minnertsga vroeger’ verschijnen steeds meer mooie foto’s van vroegere dorpsbewoners, oude dorpsgezichten en portret- en familiefoto’s. Fotoalbums worden doorgekeken en schoenendozen worden omgekeerd om maar weer wat mooie foto’s op Facebook te kunnen zetten. En bij die foto’s wordt vaak in een korte bewoording een herinnering geschreven of de foto’s worden aangevuld met namen. Het is fantastisch om deze herinneringen en informatie op deze wijze met elkaar te delen.   Zelf heb ik ook nog maar eens een oude foto opgezocht die toch ook wel heel bijzonder is. Op de foto staat mijn oerpake Hendrik Bouma met zijn vrouw, mijn oerbeppe Gatske Tighelaar. Oerpake Hendrik Bouma is geboren op 9 oktober 1870 in Berlikum. Hij trouwde op 25-jarige leeftijd met de toen 21-jarige Gatske Tigchelaar. In februari 1897 werd hun eerste kind geboren. Later zouden er nog zeven volgen. De kinderen zijn geboren in Beetgum, Berlikum, Dronrijp, Minnertsga, Firdgum en Menaldum. Dat had te maken met het feit dat Hendrik arbeider was en van de ene boer naar de andere ging te werken. Over het algemeen waren arbeiders een jaar in dienst bij de boer. In de buurt van de boerderij stonden vaak een paar arbeiderswoningen waar de arbeider dat jaar dat hij in dienst was kon wonen. Voor zover er over een arbeidscontract kon worden gesproken, ging het arbeidscontract in op 12 mei en liep tot 12 mei in het jaar daarop. Oorspronkelijk was 1 mei de datum waarop een nieuw arbeidscontract en ook de pachtcontracten van boeren werd aangegaan. Toen in 1700-1701 ook in Friesland overgegaan werd van de Juliaanse op de Gregoriaanse kalender veranderde 1 mei in 12 mei. Na 31 december 1700 volgde namelijk 12 januari 1701. In het Fries wordt 12 mei nog altijd "âlde maaie" genoemd, doelend dus op oude datum 1 mei. Op 12 mei werd er vroeger veel getrouwd. Het was op die datum, of er vlak voor of na die datum, druk op het gemeentehuis met het voltrekken van huwelijken. Vijftien paren in de echt verbinden op zo’n dag was geen bijzonderheid. Dirkjebuorren Henrdik en Gatske hebben het laatst gewoond in een woning op Dirkjebuorren. Daar stond vroeger nog het oude voorhuis van een afgebroken boerderij. In dat oude voorhuis waren verschillende wooneenheden gemaakt. Volgens een plattegrond die mijn vader ooit een keer heeft getekend van Dirkjebuorren waren er vier wooneenheden in gemaakt. Mijn oerpake- en beppe woonden in het tweede vanaf de voorkant gezien. In november 1923 trouwde hun zoon Gerrit (mijn pake) met Grietje de Jong en op 18 april 1924 werd in St. Annaparochie hun eerste kindje geboren. Een meisje met de naam Grietje. Pake Gerrit woonde later met zijn gezin in een kleine arbeiderswoning in de Mieden. Waarschijnlijk zijn de woonomstandigheden slecht geweest want toen mijn pake zijn vrouw in verwachting was van mijn vader in 1926, kreeg zij TBC. Na de bevalling werd het zo erg dat zij opgenomen moest worden in het sanatorium in Appelscha. In die periode kreeg [...]

Ga naar de bovenkant