10 06, 2019

SPAR-winkel Winsemius

2019-09-15T13:17:28+00:0010 juni, 2019|0 Reacties

In de gevel van het pand Hege Buorren 3 zit in de uitloop van de dakgevel aan elke kant een gekrulde siersteen met de teks(en) ‘Anno 1917’. Wordt daarmee gesuggereerd dat de woning toen gebouwd is of stond de woning er al veel eerder? Wat zeker is dat in dit pand vroeger een SPAR-winkel was gevestigd en dat er een mooi verhaal bewaard is gebleven van mevrouw Winsemius-Boonstra (1929-2017) over die tijd dat zij daar met haar man een aantal jaren een SPAR-winkel hebben geëxploiteerd. Hege Buorren 3 [foto Aalzen de Haan, juni 2019] Maar eerst even een stukje geschiedenis over het pand zelf. Op de kadastrale kaart uit 1832 staat op deze plaats een pand. Het pand staat dan op naam van de gardenier Jacob Sietzes Duimstra (1785-1855). Mogelijk dat het oude pand in 1917 is afgebroken en er een (deels) nieuw pand is gebouwd. Ik heb een oude prentbriefkaart van omstreeks 1900 met het zicht op de Hege Buorren, maar de fotograaf staat net iets te ver zodat het hier bedoelde pand niet op de foto staat. Jammer . . . . want dan hadden we de gevels van voor en na 1917 met elkaar kunnen vergelijken. Vanaf 1920 tot 1952 heeft Hendrik Haarsma (1882-1953) er gewoond met zijn vrouw Akke van der Leij. Hendrik was schoenmaker en uit het verhaal van mevrouw Winsemius-Boonstra blijkt dat hij ook een schoenenwinkel had. Verhaal van mevrouw Winsemius-Boonstra “Nu zal ik me dan maar eens schrap zetten en proberen het geheugen wat op te frissen. Als je daar mee bezig bent komen de eerste jaren van je huwelijk weer boven. Het was een mooie maar ook moeilijke tijd. We zaten ook nog met de naweeën van de oorlog en iedereen had het niet zo breed. Veel dorpsgenoten (de wat ouderen) verkochten thee, koffie en waspoeder waar ze mee op pad gingen. Jaap Winsemius voor de SPAR-winkel in 1955 Het was begin 1952 toen we trouwplannen maakten en om dan voor onszelf een winkel te starten. Het oude familiebedrijf Winsemius (aan de Meinardswei) was failliet gegaan en min man Jaap had thuis bij zijn ouders in het schuurtje een kleine voorraad kruideniersartikelen, wat met venten aan overgebleven klanten werd verkocht. In maart 1952 hoorden we dat de familie Haarsma het schoenenwinkeltje naast bakker Feenstra wilde verkopen. Het leek een geschenk uit de hemel. We konden voor ons zelf beginnen. Met hulp van een oom werd het pand gekocht en konden we plannen maken. De “SPAR” werd onze leverancier en de verbouwing kon beginnen. In mei zijn we getrouwd en begin juni 1952 is de winkel geopend. Jaap ging nog steeds boekjes ophalen bij klanten die ver buiten het dorp woonden en dan hielp ik in de winkel. Wat een verandering: van het Diaconessen[zieken]huis in Leeuwarden achter de toonbank in ons Sparwinkeltje. We woonden in het kleine kamertje naast de winkel maat toen onze eerste dochter geboren was, in de achterkamer. Deze was veel groter en door onszelf opgeknapt. Lees meer

1 10, 2016

Als muren eens konden praten (Meinardswei 36)

2017-07-02T18:46:51+00:001 oktober, 2016|2 Reacties

Onderstaand artikel was voor publicatie in de Bildtse Post van deze week bestemd. Maar de redacteur vond het kennelijk niet nodig om alles over te nemen en daarom staat er in de krant een verkorte versie. Hier dus nu hele hele verhaal. Op het eerste gezicht zou je het niet zeggen, maar het pand Meinardswei 36 is een rijksmonument. Het pand is op 17 november 1971 ingeschreven in het monumentenregister als woonhuis met zadeldak tegen een forse topgevel met beitelingen langs de zijden. Meinardswei 36 (foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.) Het is niet bekend hoe oud dit pand precies is, maar op de kadasterkaarten van 1832 staat het pand al ingetekend. Het pand zelf bestaat dan uit twee kadastrale percelen, een voorgedeelte en een achtergedeelte. De eigenaar van het pand is Douwke Jacobs Meyer, de weduwe van Wytze Sjoerds Bakker. Wytze Sjoerds was bij zijn leven kooltjer (tuinder) en heeft kennelijk goed op de centen gepast om dit huis te kunnen kopen. De volkstellinggegevens van 1830 en 1840 wijzen uit dat de weduwe met haar vier kinderen van respectievelijk 28, 25, 15 en 12 jaar oud er woonden. De oudste zoon is dan schipper. In het achterste gedeelte woonde de 43-jarige weduwe Trijntje Jans Vellinga met haar kinderen waarvan de oudste zoon schoenmaker was. In 1837 vestigde Petrus Lucas Hannema zich als ‘heelmeester en vroedmeester ten plattelande’ in Minnertsga. Hij ging wonen in het pand Meinardswei 36. Hij liet zich op 9 april 1837 dopen in de toen Nederlands Hervormde Kerk, nu Meinardskerk. Op 23 maart 1839 trouwde hij met Luutske, een dochter van de Minnertsgaaster cichoreifabrikant Cornelis Helles Tjessinga en Seerske Dirks Koopmans. Dokter Hannema zal ongetwijfeld een spreekkamer hebben gehad waar hij zijn patiënten kon ontvangen. Er zullen dan ook heel wat gespreken zijn gevoerd tussen dokter en de Minnertsgaaster patiënt over het wel-en-wee van hem of haar. Denkbeeldig ligt er tussen de muren van dit pand enorm stuk geschiedenis over het sociale- en geestelijke leven en de gezondheidstoestand van de Minnertsgaaster bevolking van toen. Hoelang de woning als dokterspraktijk heeft gediend is niet met zekerheid vast te stellen. Rond de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw woonde Klaas van der Weide in het pand. Hij was kassier van de Coöperatieve Boerenleenbank in Minnertsga. Het zou best kunnen zijn dat hij eerst kantoor hield en later is verhuisd naar het nieuwgebouwde bankgebouw aan de Hermanawei. Links Anne Gaukes Reitsma, rechts Pieter Bernardus Winsemius Later komt Meinardswei 36 in eigendom van de familie Reitsma. Anne Gaukes Reitsma en Klaske Oberman hebben er gewoond met hun kinderen Geertje en Gauke. Anne Gaukes Reitsma (1897-1978) was een oomzegger van de in Minnertsga geboren Pieter Bernardus Winsemius (1883-1973) die onder andere een boekje heeft geschreven over de geschiedenis van Minnertsga. Van de beide mannen is een foto bewaard gebleven waarop zij druk met elkaar in gesprek zijn onder het genot van een sigaar.  Uit overlevering is bekend dat de mannen het vaak over de landelijke Lees meer

5 04, 2014

Hein Haarsma op it hynder nei de winkel

2014-04-06T15:38:24+00:005 april, 2014|1 Reactie

Griet Haarsma-Visser stjoerde in bysûndere foto fan Hein Haarsma (1928-1999) dy, sa likket it, mei it hynder om boadskip gie nei de winkel. De foto is nei alle gedachte makke túsken 1945 en 1950. Hy is net sa skerp, mar dêrom net minder mooi. Hein Haarsma (1928-1999) Hein sit hjir op it hynder fan Klaas Terpstra. Klaas wenne oan de Skeltingawei, krekt oer it spoar it earste spultsje rjochts. Hein wie dêr faak te helpen. De winkel wer't Hein mei it hynder foar stiet, is de winkel fan Bernardus Winsemius en Antje Bouma. Hja hiene in krûdenierswinkel oan de Meindardswei - no nûmmer 30 -. Bouwe de Wit kocht letter it pand om de in winkel yn te begjinnen mei radio's, húshâldlike apparaten en letter ek tillevyzjes. Hein wie in soan fan Piet Haarsma en Antje Joostema. Hja wennen oan de Hege Buorren wer't heit Piet in skuonmakkerij hie, mar ek in kapperssaak en hy ferkocht rokerij. Hein is letter trouwt mei Sijke de Boer út Berltsum. De foto sit ek yn de byldbank.

15 03, 2014

Albert Thomas Winsemius en Tietje Zondervan (II)

2014-03-15T11:16:16+00:0015 maart, 2014|8 Reacties

De publicatie van het artikel over Albert Thomas Winsemius en Tietje Zondervan heeft herinneringen los geweekt in de familie van Titia Lindeboom. Haar tante Tina Coffin kwam met een paar mooie herinneringen die het verhaal van Albert en Tietje nog completer maken en van Titia kreeg ik overigens nog een paar mooie foto’s toegestuurd. Jacob en Trijntje Jaarsma-Winsemius Voor mijzelf heb ik jaren geleden een kader gemaakt, een lijn getrokken met betrekking tot het  onderzoek naar Minnertsga vroeger en de mensen die een relatie hebben met Minnertsga. Grofweg betekend dat kader dat die mensen er geboren moeten zijn of er gewoond hebben of dat zij er overleden zijn. In het geval van Albert Thomas Winsemius, zou ik mij moeten beperken tot zijn geboorte en vertrek uit Minnertsga en dan stopt mijn onderzoek. Hoe moeilijk dat stoppen ook is, maar het voorkomt dat je ten onder raakt in geschiedschrijving die dan niet meer op Minnertsga betrekking heeft. Maar . . . . . . .soms wordt je ertoe verleid om net even buiten de kaders van Minnertsga vroeger te treden. En dus  . . . . . . laat ik mij verleiden door de herinneringen van Titia haar tante en de mooie foto’s die zij mij heeft gestuurd. Ze zijn te mooi om er niets mee te doen. Zoals in het vorige artikel zijn Albert Thomas Winsemius en Tietje Zondervan de betovergrootouders van Titia en het zijn de overgrootouders van Tiny Coffin. We pakken de draad even op bij de vier kinderen van Albert en Tietje: in volgorde van geboorte, Trijntje, Antje, Ytje en Thomas. De kinderen zijn allemaal in Boer geboren, een klein dorp enkele kilometers ten noordoosten van Franeker. Vader Albert Thomas was toen arbeider. Heel bijzonder is dat alle kinderen de familienaam Wensemius hebben gekregen en dat Albert Thomas de geboorteakten heeft ondertekend met Wensemius. Dat was niet correct want die naam is in de akten in 1976 gerectificeerd in opdracht van de officier van Justitie van het arrondissement Leeuwarden. Ondertekening geboorteakte van Albert Thomas zijn dochter Trijnjte. De vader van Albert was getuige bij de aangifte en ondertekend ook met Wensemius.   De oudste dochter van Albert Thomas en Tietje, Trijntje is dienstbode als zij op 23-jarige leeftijd in het huwelijk treed met de schoenmaker Jacob Jaarsma uit Franeker. Trijntje Winsemius en Jacob Jaarsma kregen een dochter een zoon: Tietje, geboren in 1899 en Tiete geboren 1902. In het begin van de vorige eeuw is het gezin vanuit Franeker verhuisd naar Amsterdam. Tietje Jaarsma (1899) De foto waar Albert Thomas en Tietje op staan, is gemaakt in hun achtertuin. De moeder van Tina Coffin, Tietje Jaarsma, had het vaak over haar grootouders waar ze als kind wel logeerde. Zij vertelde ook dat Tietje haar grootmoeder, Tietje Zondervan, het gras om de Grote Kerk in Franeker gebruikte voor het bleken van het wasgoed. Tietje moest dan regelmatig er met een gieter naar toe om het wasgoed te besprenkelen met water. Tina Coffin Lees meer

8 03, 2014

Albert Thomas Winsemius en Tietje Zondervan

2014-03-13T04:42:29+00:008 maart, 2014|0 Reacties

Een aantal weken geleden was Titia Lindeboom uit Minnertsga ook aangestoken om een paar oude foto’s op de Facebook-pagina van ‘Minnertsga vroeger’ te plaatsen .  En . . . . . wat voor foto’s ? Zij vertelde er bij: “Op deze foto’s  staan mijn betovergrootouders: Albert Thomas Winsemius en Tietje Zondervan. Albert Thomas werd op 9 mei 1848 in Minnertsga geboren. Door een speling van het lot verhuisde zijn achter- achterkleindochter een half jaar geleden naar zijn mooie geboorteplaats”. Wie was Albert Winsemius? Albert Winsemius en Tietje Zondervan Van hem is wel wat meer bekend en te vertellen dan dat hij op 9 mei 1848 in Minnertsga is geboren. Jaren geleden heb ik van oud-minister Prof. Dr. Pieter Winsemius een (deel van) zijn manuscript gekregen over zijn familiegeschiedenis. Hij is daar zelf de schrijver van en af en toe skewiele wij elkaar met aanvullingen rondom zijn familiegeschiedenis die zich ook in Minnertsga geworteld is geweest.  In dat manuscript staat een verhaal over Albert Winsemius en dat zou mooi passen bij de foto’s van Titia. Maar om nu zonder de toestemming van Pieter Winsemius die tekst op Minnertsga vroeger te publiceren gaat mij te ver. Dus contact zoeken met hem. Toeval of niet . . . . ik kreeg vorige week een email van hem waarin hij aankondigde dat op 16 april a.s. zijn nieuwe boek Het Koningsvaandel uitkomt. Ik heb hem maar meteen gevraagd of ik de tekst uit zijn manuscript mag gebruiken voor bij de twee foto’s van Titia. Dat was geen probleem; dus dan maak ik daar graag  gebruik van.   Handtekening van vader Thomas onder de geboorteakte van zoon Albert Thomas Winsemius (1821-1896) en Antje Miersma (1802-1850) woonden in Minnertsga op de Koarnbeurs. Thomas was geboren in St. Jacobiparochie en zijn vrouw Antje in Firdgum. Mogelijk dat het jonge stel na hun huwelijksvoltrekking in 1847 in Minnertsga zijn gaan wonen. Volgens het bevolkingsregister zijn zij Nederlands Hervormd. In 1848 wordt hun zoon Albert – de betovergrootvader van Titia – geboren en in januari 1850 wordt Theunis, hun tweede zoon geboren.  Negen maanden later overlijd moeder Antje en Thomas blijft met twee jonge kinderen achter. Maar op 12 mei 1851 neemt Uilkje Klazes Terpstra vanuit Tzummarum haar intrek bij Thomas en de twee kinderen. Uilkje heeft nog een 19-jarige zoon Klaas, maar die verblijft tijdelijk in Hallum. In augustus 1851 trouwt Thomas met Uilkje en op 12 mei 1852 verhuist het gezin naar Franeker. In januari 1864 overlijd Uilkje en Thomas trouwt in 1864 voor de derde keer. Deze keer met de weduwe Ytje Klimmerboom. In die tijd dreef Thomas een winkel in meubelen en aanverwante artikelen. Vrij stellig betrof dit de voortzetting van de activiteiten van de Klimmerbooms. Albert en Trijntje op latere leeftijd Zoon Albert – de betovergrootvader van Titia – treed in juli 1872 op 24-jarige leeftijd in het huwelijk met de 20-jairge Tietje Zondervan en zij vestigen zich in Franeker. Albert is eerst arbeider maar later wordt hij Lees meer

Ga naar de bovenkant