Bekeerde jood op kansel Christelijke Afgescheiden Gemeente

2017-10-29T13:48:17+00:0029 oktober 2017|0 Reacties

Op deze website staat nu ook een tijdlijn Kerk & geloof. Naar aanleiding daarvan attendeerde Auke Ykema, secretaris van de Oudheidkundige Vereniging Barradeel, mij op een artikel uit de Leydse Courant van augustus 1854 dat over een trieste gebeurtenis ging in het gezin van ds. Flesch. Dat domineesgezin woonde van april tot en met september 1854 Minnertsga. Auke stuurde ook een afbeelding mee van deze dominee en via Google had hij al gezien het leven van deze man een veelbewogen leven was. Wie was deze ds. Flesch? In Minnertsga stond al sinds 1812 ds. Outhuys als predikant van de Hervormde Kerk. Van hem is bekend dat hij rechtzinnig was. Hij mocht Willem Bilderdijk, geschied- en taalkundige, dichter en advocaat tot zijn vriendenkring rekenen met wie hij ook correspondeerde. Ook was hij een vredelievend man. Ieder jaar, 23 jaar lang, heeft hij volgens de kerkeraadsnotulen verslag gedaan van de huisbezoeken met dezelfde woorden: “Er waren in de gemeente geen ergernissen; liefde en eendracht heerste onder de broederen”. Wellicht mag worden betwijfeld of dat laatste altijd het geval is geweest, want het is vrijwel zeker dat sommigen van zijn gemeenteleden hem toch niet ‘zwaar’ genoeg vonden. Die hielden huissamenkomsten, waarin Sjoerd Cornelis Kattje, ook een gemeentelid van ds. Outhuys en huisschilder van beroep, al vanaf 1830 regelmatig als ‘oefenaar’ optrad. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat op 1 december 1835 een aantal gemeenteleden de Hervormde kerkgemeenschap verlieten en overgingen naar de Christelijke Afgescheiden gemeente. Dominee Outhuys was in januari van dat jaar overleden en heeft dus de afscheiding niet meer meegemaakt. Ds. S.M. Flesch Na het vertrek van ds. W.J. Schuringa (januari 1843 - februari 1844) van de Christelijk Afgescheiden Gemeente, is de kerkgemeenschap jarenlang vacant geweest. Zelf het Avondmaal werd lange tijd niet gevierd. Pas in januari 1854 beriep de kerkelijke gemeente de bekeerde jood ds. Salomon Mozes Flesch. Ds. Flesch zijn standplaats was Edam waar hij toen al een zeer bewogen kerkelijk verleden had. Volgens de auteur dr. J.J. Bouman, die over het turbulente leven van ds. Flesch heeft geschreven, is Jan Frederik Akkerboom, winkelier in Edam, de aanleiding geweest dat ds. Flesch door de kerkgemeenschap in Minnertsga zou worden beroepen. Auteur Bouman legt de link met het feit dat Akkerboom getrouwd was met Trijntje Wijnalda die volgens hem afkomstig was van Minnertsga, maar dat is niet juist. Trijntje is geboren in Harlingen en woonde daar ook toen zij trouwde. Binnen de Afgescheiden kerkgemeenschap in Minnertsga waren wel Wijnalda’s actief, maar een directe familierelatie met Trijntje Wijnalda heb ik nog niet kunnen ontdekken, hoewel, de Minnertsgaasters Wijnalda’s komen van oorsprong wel uit Harlingen. Om precies te zijn was de kerkeraad op 15 januari 1854 in vergadering bijeen toen overwogen werd ds. Flesch te beroepen. In die vergadering was ook Jan Obbes Wijnalda aanwezig die in Harlingen geboren was. Mogelijk dat die familie was van Trijntje Wijnalda en dat de link was tussen Minnertsga en Edam. Ds. S.M. Flesch en echtgenote Sara Izaäk de Jongh Op [...]