25 12, 2015

Loon- en kraanbedrijf C. Nagel (vervolg)

2023-11-29T21:20:40+00:0025 december 2015|0 Reacties

Op het verhaal van het Loon- en kraanbedrijf van Cor Nagel reageerde Piet Spoelstra. Piet is getrouwd met Wietske Nagel, een zus van Cor. Piet heeft gewerkt bij het bedrijf van zijn zwager en vertelde dat hij nog wel een paar mooie foto’s had. Deze week stuurde hij mij deze foto’s toe. Op de trekker achter het stuur Rients Miedema en rechts Geert Nagel. Rients kon mooi zingen en zong wel samen met Marijke van der Wal in de muziektent op het oude sportterrein It Greidsje. Deze foto is in Wier genomen. Wiebe Binnemaleane 14 (vroeger Mieden 14) waar Jan Nagel zijn bedrijf bedrijf begon. Dorsen in Appelscha. Op de foto links staat Tiem Hooitinga, bij de combine Cor nagel. Kinderen: links Wietske en voor in overall Gerrit Nagel.  De andere personen zijn niet bij naam bekend. Boerderij Orxsma-state waar het bedrijf later naar toe is verhuisd. Jan Nagel (1909-1988). In het hoogseizoen werkten er soms wel twintig mensen in de wegenbouw, landbouw en gras rijden voor de grasdrogerij in Mantgum. Verder werd er onder andere nog hooi geperst in de Greidhoeke.De foto's staan ook in de beeldbank daar zijn ze in groter formaat te bekijken. Met dank aan Piet en Wietske Spoelstra - Nagel.

19 12, 2015

Loon- en kraanbedrijf C. Nagel

2015-12-19T03:24:33+00:0019 december 2015|2 Reacties

Dooitze Zwart heeft in 2004 een boek samengesteld over de middenstand en ondernemers vanaf 1956 tot en met 2004. Hij heeft besloten al die beschrijvingen van de verschillende middenstanders en ondernemers ook te publiceren op Minnertsga vroeger. Deze keer de eer aan Loon- en kraanbedrijf C. Nagel met dank aan Jan Nagel die informatie aanleverde. Jan-Nagel-1836-1888 Jan Nagel (geb. te Markelo op 13 december 1836 – overleden te Franeker op 17 juli 1888) was beroepssoldaat geweest in Nederlands Indië ten tijde van de Atjeh-Oorlog. Na zijn terugkeer naar Nederland (met de rang van sergeant) werd hij brugwachter in Strobos-Gerkesklooster. Hij kreeg een zenuwinzinking en overleed te Franeker in de psychiatrische inrichting aldaar. Uit zijn huwelijk met Geertje Pieters van der Leest werden drie kinderen geboren: Cornelis, Aldert en Margaretha Johanna. Er was enig geld uit nalatenschappen zodat de kinderen voor zich een eigen bestaan konden opbouwen. Cornelis, nu Kees geheten, was aanvankelijk woonachtig te Klooster Anjum, onder Berlikum. Later verhuisde hij naar de Mieden in Minnertsga. Ze woonden in de boerderij, waar nu de familie Renema woont (Wiebe Binnemaleane 14, voorheen Miedleane 14). Kees overleed in 1930. Zijn vrouw Neeltje van der Meer blijft hier eerst wonen en vertrekt februari 1937 naar Witmarsum. Hierna komt hun zoon Jan hier wonen vanuit Klooster Anjum. Hij runde hier een klein boerenbedrijf annex loonbedrijf; aanvankelijk samen met zijn zonen Cornelis, Tjerk en Geert Jilles.   Eind jaren veertig, begin jaren vijftig was het paard nog een belangrijke factor in de landbouw, maar allengs werd dit trekdier vervangen door de tractor: Lanz, Farmall, Bolinder, Fiat in eerder stadium, later de Fordson, Same, Nuffield en Schlüter. De landbouwmechanisatie deed begin jaren vijftig en zestig in alle hevigheid haar intrede en Loonbedrijf Nagel vormde in zeker opzicht een voorhoede: het bedrijf had de eerste bietenrooier van Friesland. Het was een pionierstijd: een netwerk van landbouw mechanisatie bedrijven was er niet en menig lokale smid stond nog met een been in de oude tijd. Veel van de machinerie ging kapot en niet zelden moest er vooral bij nacht en ontij worden gerepareerd: lassen en snijden en voortdurend in den lande op en neer voor nieuwe onderdelen. Het bedrijf had een eigen smid: de zeer bekwame Jurjen Westra uit Firdgum. De eerste tractor van de familie Nagel was, volgens Geert Nagel, een Ford. Medio zestig nam Cornelis het bedrijf over van zijn vader Jan, na een zware financiële tegenslag. Tjerk Nagel kreeg een betrekking bij een grote coöperatie. De aankoop van nieuwe Ford Majors, bestemd voor het grastransport van de grasdrogerij in Mantgum, bleek te voorbarig: het contract ging niet door. Inmiddels was het bedrijf gevestigd op “Groot Orxma”, waar in de loop van die jaren naast een loonbedrijf ook een grondverzetbedrijf werd gesticht; een overgang, die werd ingeluid door de aanschaf van De Komeet, een door een Fordson-tractor gedragen kraan. Vlnr: Geert Nagel, Cor Nagel en Ulbe Joostema Nog altijd was het in zeker opzicht een familiebedrijf want Cornelis zijn broer Gerrit trad
Lees meer . .

26 04, 2015

Oorlogsjaren op de Miedleane (deel II)

2024-02-01T05:42:58+00:0026 april 2015|5 Reacties

Jelle Feenstra heeft een verhaal geschreven over de oorlogsjaren op de Miedleane, in de volksmond bekend als de 'Boomsma's' Mieden. Dit is het vervolg op deel I van Jelle zijn verhaal.   Johanna en Ynskje Boomsma met de hond Max Waren het in de begin jaren alleen de Joden die onder doken later kwamen daar steeds vaker mannen tussen de 18 en 40 jaar bij die opgeroepen waren voor de Arbeitseinsatz (dwangarbeid) in Duitsland. Die waren nodig omdat de Duitse mannen aan het front vochten. Velen van hen weigerden dit en doken onder. Verder waren er nog veel onderduikers die deel hadden genomen aan de April-Mei stakingen en aan de spoorwegstaking eind september 1944. Het geschatte aantal onderduikers moet eind 1944 ongeveer 350.000 zijn geweest. Ook bij Dirk en Tjerkje Boomsma vonden steeds meer onderduikers onderdak. Het huis lag afgelegen aan het Ald Meer en de Duitsers moesten eerst ongeveer drie honderd meter over de kale landweg gaan om de woning te bereiken. Het was een ideale plek voor onderduikers. Naast hun eigen zoon Gijsbert Boomsma waren dat Wieger Terpstra, Jan Boomsma, Geert Leemburg, Johannes Boersma en Marten Reitsma. Wieger Terpstra was een zoon van Willem en Annigje Terpstra en dus een neef evenals Jan Boomsma, een zoon van Willen en Japke Boomsma. Geert Leemburg was afkomstig uit Beetgum. Marten Reitsma kwam uit Wier en Johannes Boersma uit Berlikum. Wieger Terpstra verbleef overigens niet permanent bij mijn grootouders maar wanneer er weer razzia’s dreigden plaats te vinden, dook hij daar onder. Wieger was als oudste zoon opgeroepen voor de “Arbeitseinsatz”.  Geert Leemburg, Johannes Boersma en Marten Reitsma kwamen weer op een heel andere manier bij mijn grootouders terecht. Johannes Boomsma met de hond Max In die tijd, en ook later nog, stonden er een aantal schuilhutten op het land. Het waren vaak kleine hutten van hout of in een enkel geval van steen die gebruikt werden om te schuilen tegen de regen wanneer men op het land werkzaam was. Het was mijn grootvader wel eens opgevallen dat hij meende stemmen te horen uit een van deze hutten aan de overkant van het “Ald Meer” maar had daar verder weinig aandacht aan geschonken. Op een dag werd er echter nogal luidruchtig gesproken en kreeg hij het idee dat er onderling ook sprake van irritatie was. Waarschijnlijk hebben zij zich niet gerealiseerd dat hun stemmen over het water veel verder hoorbaar waren dan over land maar het was op afstand duidelijk hoorbaar. Dirk Boomsma is toen met zijn praam, veel vervoer vond immers over water plaats in die dagen, naar de hut gegaan en kwam al gauw achter de oorzaak van hun irritatie. Door de regenval was er geen droge plek meer in de hut te vinden en was als schuilplaats ongeschikt geworden. Hij heeft de drie mannen toen mee naar huis genomen en daar ondergebracht.Ook Dr. Stevens, die als assistent bij Gramsbergen aanwezig was, bleef regelmatig overnachten om uit handen van de Duitsers te blijven. Aan aardappelen
Lees meer . .

Ga naar de bovenkant