13 01, 2018

Oranjefeest 31 augustus 1920 en het smeekschrift

2018-02-24T10:05:18+00:0013 januari 2018|0 Reacties

Jelle Feenstra plaatste op Facebook van Minnertsga vroeger een bijzonder kaart met poststempel 1-9-1920. Achterop de kaart de boodschap die Wiego Bergsma (22-05-1904) aan zijn ouders Eelke en Antje Bergsma in Sneek schrijft: Lieve Pa en Ma, Hier is al een berichtje van ons. We komen donderdag al weer thuis met de trein die 6 uur in Sneek is. Wij hebben hier veel plezier en zullen direct op de toren. We zijn naar het JET en naar zee geweest. We hebben gisteren hier feest gehad voorstellende "Aanbieding van 't smeekschrift van 1566 aan Margaretha" en Jan en ik hebben hiervoor een schild gekleurd. Ik heb niet eerder geschreven want dat blijft er meest bij. Rechts: Tjerkje Terpstra (1901-1974) met het schild dat waarschijnlijk Margarethe van Parma voor moet stellen. In de krant stond over het Oranjefeest het volgende verslag. 31 augustus 1920 Minnertsga - Met klokgelui werd deze feestdag begonnen. Hoewel de lucht dreigde en zoo nu en dan een klein regenbuitje viel, werden toch de vlaggen uitgestoken, de feeststemming kwam en bleef de hele dag. Om 9 ½ uur deed het muziekcorps "Oranje" met het bestuur der feestvierende vereeniging een rondgang door het dorp. De wedstrijden, ringrijden met paard en rijtuig en ringfietsen namen dadelijk daarop een aanvang. Uitslag 1e prijs ringrijden: de heer R. de Roos en mej. D. Bierma; 2e prijs de heer A. Posthumus en mej. H. Faber. Ringfietsen, dames 1e prijs mej. B. de Jong-Vlas, 2e prijs mej. L. Bierma. Ringfietsen, heeren 1e prijs de heer J. Bruinsma, 2e prijs de heer Sj. Swart. 1 ½ uur stelden de historische optocht en de schoolkinderen zich op en ging het met de muziek voorop het dorp door naar de "Mooie Paal", terug tot aan het Koffiehuis van den heer Bierma. Hier werd door de Edelen een onderhoud verzocht met de Landvoogdes Margaretha van Parma (thema: het aanbieden door edelen van het smeekschrift in 1566), waarna de optocht werd ontbonden. In drommen ging het nu naar het feestterrein. Dit, versierd met zijn vele vlaggen en wimpels, consumptietent, muziektent en historisch kasteel, maakte op de feestvierenden den indruk, dat de feestcommissie alles had gedaan om een keurig feest te geven. Ruim 3 uur werd door tromgeroffel de komst der Edelen aangekondigd, 't gordijn voor 't kasteel wordt weggeschoven en Margaretha met haar gevolg wacht de aanbieders van het smeekschrift. Voorop de heer Van Brederode, vervolgens twee aan twee de ridders in hun schitterende kleeding. Met heldere stem richt de heer Van Brederode het woord tot de Landvoogdes, dat onder groote stilte wordt aangehoord. Hierna volgen de volks- en kinderspelen voor de leerlingen van de Chr. school. Uitslag wedstrijden. Wedloop twee in 1 zak. 1e prijs J. van der Wal en N. Tuinhof. 2e prijs A. Hijlkema en H. Moed. Stoelendans. 1e prijs mej. A. Wijngaarden. 2e prijs mej A. Nieholt. Intusschen deed ook de commissie uitslag van den wedstrijd in Gevelversiering. 1e prijs: D. Schotanus; 2e prijs T.A. de Jong; 3e prijs: R.R. Post. Het weer [...]

7 01, 2018

Wegomlegging Mooie Paal en woonwagenbewoners

2018-01-07T07:13:56+00:007 januari 2018|0 Reacties

Naarmate het gemotoriseerde verkeer in het begin van de vorige eeuw toenam, moesten ook de wegen worden verbeterd. Mooie Paal  was in die tijd al hét knooppunt van wegen op de scheiding van drie gemeenten: Het Bildt, Barradeel en Menaldumdeel. Op dat ‘driegemeentenpunt’ moest het gemotoriseerde verkeer vrijwel twee haakse bochten nemen die zowat over het erf van de boerderij lagen. De naastgelegen waterloop Oude Meer – Zuidervaart had op diezelfde locatie eveneens twee scherpe bochten. In de krant van 4 november 1931 wordt er bericht over deze omlegging van de weg. “Eindelijk is dan de weg Mooie Paal- Beetgum gerestaureerd. Reeds een paar jaren was hieraan zeer groote behoefte, daar deze weg in een zeer slechten toestand verkeerde, daar hij als bezaaid was met gaten en kuilen. Door deze metamorfose is daar thans uit een hobbelige macadamweg een mooie 5 meter brede en effen Bitumenweg ontstaan, terwijl tevens zooals bovenstaande foto aangeeft, belangrijke verkeersverbeteringen zijn aangebracht. Deze foto is genomen aan het beginpunt bij Mooie Paal, waar de grootste verbetering is aangebracht. Daar is een zeer gevaarlijke bocht weggewerkt. Voorheen liep n.l. de weg over de houten brug op de rechterzijde van de foto, maakte daar een hoek van 90 graden, en liep dan langs de aldaar staande boomenrij, hetgeen een afstand van 35 meter is, en maakte dan weer een bocht van 90 graden, terwijl de brug voor het drukke verkeer dat daar ter plaatse is, veel te smal was. Thans echter heeft de weg daar ter plaatse slechts een flauwe bocht, zooals de foto aangeeft”. Volgens de krant stond er ook een woning in de weg, maar die tekst daarover is deels weggevallen. De woning die het betreft is op de kaart met een rode cirkel aangegeven. Het artikel in de krant gaat vervolgens verder. “Deze woning nu is afgebroken en over dezen grond en dien van den bijbehoorenden tuin is thans de nieuwe weg aangelegd, terwijl een mooie, moderne betonbrug is gebouwd en het aldaar gelegen vaarwater tevens is verbeterd. Dat genoemde weg tevens nog als zeewering (droomer) wordt aangemerkt, blijkt ook nog uit den bouw van bovengenoemde brug, daar aan de Noordzijde twee betonnen sleuven zijn aangebracht, waarin ingeval dit noodzakelijk mocht blijken, een soort van sluis kan worden geplaatst. Als gezegd is ter plaatse, waar de foto is genomen, een belangrijke verbetering aangebracht en 't bord, dat over de rechterleuning der nieuwe brug zichtbaar is en dat aldaar is geplaatst door de motorclub „Friesland" ter aanduiding dat daar een S-bocht was, kan dan nu ook gevoeglijk vervallen. Op den achtergrond der foto ziet men thans twee flauwe bochtjes in den weg, welke in de plaats zijn gekomen van twee scherpe, die daar voorheen om een poeltje met struikgewas liepen, welk poeltje thans gedempt is on waarover hu de weg loopt. De dorpsstraat van Wier is een geheel nieuwe klinkerweg geworden en vormt een mooie aansluiting op den zooeven genoemden weg, die dan weer tot Berlikum. Het verdere gedeelte hiervan is beter, doch kan nog [...]

29 12, 2017

Minnertsga na 34 jaar weer in een andere gemeente

2017-12-29T05:56:47+00:0029 december 2017|1 Reactie

Per 1 januari 2018 is de nieuwe gemeente Waadhoeke een feit. De gemeenten Franekeradeel, Menaldumadeel en het Bildt zijn dan volledig opgegaan in de nieuwe gemeente, samen met vier dorpen uit de gemeente Littenseradeel. Geografisch gezien een prachtig gebied met oud en nieuw land. Het nieuwe land, het Bildt, dat pas is ontstaan na 1505. Daarvoor was het de monding van de vroegere Middelsee. Voor de gemeentelijke herindeling van 34 jaar gelden, in 1984, behoorde Minnertsga, samen met de dorpen: Firdgum, Tzummarum, Oosterbierem, Sexbierum, Pietersbierum en Wijnaldum tot de gemeente Barradeel. Het gemeentebestuur van Barradeel maakte in de laatste editie van 'Barradiel Meiinnoar Ien' bekend dat het gemeentehuis, het kantoor van gemeentewerken en de sociale dienst per 1 januari 1984 zijn gesloten. Alle diensten zijn toen verhuisd naar Franeker. Wijnaldum is toen bij de gemeente Harlingen gevoegd en Minnertsga bij de gemeente het Bildt. Dat Minnertsga in 1984 bij het Bildt is gevoegd, heb ik altijd maar een rare indeling gevonden. Normaal voeg je nieuw toe aan oud, maar in het geval van de gemeentelijke herindeling werd toen oud land aan nieuw Bildtland toegevoegd. In mijn ogen een verminking van de historische waarden van dit grensgebied van oud en nieuw land. Door die grensverminking werd Minnertsga het enige Friestalige dorp op het Bildt. Het Bildt is ontstaan door aanslibbing in de monding van de oude Middelsee. Het Hertog George van Saksen (1471-1539) een overeenkomst sloot met de edelen Thomas Beukelaar, en de gebroeders Dirk, Floris en Jacob van Wijngaarden om de kwelders van de monding, tussen Minnertsga en het klooster Mariëngaarde (Hallumerhoek) in te polderen door bedijking aan te leggen en van het Bildtland vruchtbaar land te maken. In die tijd zijn er drie parochies ontstaan. Van west naar oost: Wijngaarden, Altoena en Kijfhoek. Toen de bedijking zijn beslag had gekregen, werd kerkelijk het Bildt als 13e Dekanaat aan Westergoo toegevoegd. Later zijn deze parochies gewijd aan St. Jacobus (de apostel), St. Anna (de moeder van Maria) en aan Onze Lieve Vrouwe (Maria, de Moeder van Christus). Minnertsga lag vroeger vlak tegen de westkust van de monding van de oude Middelsee. Minnertsga wordt in betrouwbare archiefbronnen al in 1168 genoemd. In het dorp staat dan al een parochiekerk. Maar het gebied van de vroegere gemeente Barradeel is, net zoals het Bildt, ontstaan door opslibben. Zo zijn in de 6e en 7e eeuw aan de noordzijde van de Ried, de waterloop tussen Franeker en Berlikum, de kweldereilanden Pietersbierum, Sexbierum, Oosterbierum. Tzummarum, Firdgum en Minnertsga ontstaan. Hoewel dus het Bildt en de grondgebied van de vroegere gemeente Barradeel beide gebieden zijn ontworsteld aan de zee, zijn de gebieden totaal verschillend van infrastructuur. Het oude land met zijn kronkels van wegen en perceelgrenzen en op het Bildt overwegend kaarsrechte wegen en perceelgrenzen. Na de gemeentelijke herindeling van 34 jaar geleden, is op het oude grondgebied van Barradeel de Oudheidkundige Vereniging opgericht met als doel de geschiedenis van de oude gemeente zoveel als mogelijk is te bewaren, bekend te maken en er over te [...]

2 12, 2017

Koren- en pelmolen De Welkomst

2018-01-19T05:56:22+00:002 december 2017|1 Reactie

Vrijdag 20 april 1888 barstte boven delen van Fryslân een hevig onweer los. Op verschillende plaatsen in de provincie sloeg de bliksem in. In Minnertsga sloeg de bliksem in op de koren- en pelmolen De Welkomst. De gehele molen en de opslag met het aanwezige graan en losse goederen brandde tot de grond toe af. Willem de Koning (1889-1950) was toen eigenaar van de molen. Dat zal ongetwijfeld een grote strop voor hem geweest zijn. Wat moet een molenaar zonder molen? In het voorjaar van 1890 is een molen van Leeuwarden overgeplaatst naar Minnertsga om daar de plaats in te nemen van zijn voorganger. Zicht op de molen omstreeks 1913 Cornelis (Kees) Piebes van Rosendal (L) en Sieds Hogerhuis - foto 1933 Jan de Beer: “In de herfst van hetzelfde jaar was de molen al maalvaardig. De zolders bestonden eerst uit wat losse planken, maar de stenen snelden weer rond. Molenaar Willem Koning had het bedrijfje uitgerust met twee koppels pelstenen, twee koppels maalstenen (zestienders en dertientienders), een schoningsinrichting en een gortbuil.” In 1910 ging de molen over in handen van Mechiel Derks Knol. Hij was al een bejaarde man. De zaken gingen niet zo best en na 1920 kwam de molen stil te staan met één roede. Het einde was nabij. Toch zou de molen nog laten zien wat hij waard was. De slechte dertiger jaren braken aan. De graanprijzen werden abnormaal laag en menig gemengd bedrijf voerde toen met zelf verbouwd graan. De molen werd destijds gehuurd door Sieds Hogerhuis, een voormalig molenaarsknecht. Vele jaren had hij de molen De Welkomst op ’t Hoekje bij St. Jacobiparochie bemalen, waarna hij bij Hallum de sterke, zwaargebouwde koren- en pelmolen van Sytsma bediende. De molen van Minnertsga stond met één roede. Een tweede roede was eigenlijk noodzakelijk. Daarom kocht de weinig kapitaalkrachtige Sieds Hogerhuis een roede van de in 1927 afgebroken Hallumer molen. De molen leek weer compleet, maar toch kreeg de windmolen niet het onderhoud dat hem toekwam. De zelfzwichtroede was niet op de normale manier achter bij de staart te bedienen, maar met behulp van een touwtje en een klosje op het eind van de roede kon Hogerhuis de kleppen open en dicht trekken. Ook de windpeluw werd er niet beter op. Het gevolg was dat de as verzakte en het bovenwiel en de bovenbonkelaar, die beide uit conisch werk bestonden, te diep in elkaar grepen. “De kammen kraaien het soms uit”, vertelde Hogerhuis. “Ik heb de zaag toen maar genomen en van elke kam een stukje afgezaagd.” “Het was een paardenmiddel, maar natuurlijk niet de oplossing. Maar wat wilde je als je krap bij kas zat”, aldus Hogerhuis. De molen draaide in ieder geval weer. Als er enige tijd stil weer was geweest en er kwam een behoorlijk windje aan, dan kon het gebeuren dat Hogerhuis zijn familieleden optrommelde. Dan werkten ze soms met een man of vier tot diep in de nacht door om de achterstand weer in te halen. Toen in [...]

5 11, 2017

In de hof van meester Casper Wetterauw

2017-11-11T13:23:21+00:005 november 2017|0 Reacties

In het verhaal over ds. Flesch, de beheerde jood die in Minnertsga voorganger van Christelijke Afgescheiden gemeente was, ging het ook over het familiedrama op zondag 23 juni 1854. Drie kinderen van ds. Flesch kregen die avond vergiftigingsverschijnselen waardoor twee kinderen kort na  elkaar overleden en de andere ter nauwer nood aan de dood kon ontsnappen. Het familiedrama kwam in de kranten te staan. De Leydse courant van 2 augustus 1854 schreef het volgende: ‘Een drietal kinderen van den Heer Flesch te Minnertsga werden in den nacht van Zondag op Maandag hevig ongesteld, zoodat de geneesheer, die geroepen werd, verklaarde, dat zij blijkbaar iets vergiftigst moesten hebben genuttigd, waarvan niemand echter eenige verklaring wist te geven. De ongesteldheid nam zoodanig toe, dat reeds den volgende morgen twee van hen, een jongentje van 7, en een van 14 jaren oud, onder hevigste smarten bezweken; het derde broertje geraakte gelukkig aan het braken, en verkreeg daarna eenige bewustheid terug, zoodat men uit de uitgeworpene zelfstandigheden en uit verklaring des knaaps de oorzaak gewaar werd: en deze was, dat de kinderen Zondag middag in den tuin des onderwijzers de vrucht van een aldaar zich bevindend zoogenaamd peperboomje hadden genuttigd.’ De drie kinderen waar het hier over gaat waren: Johannes Salomons, Mozes Salomons en Joshua. In tegenstelling wat de krant meldde, zijn de 7-jarige Johannes en de 14-jarige Mozes niet in den nacht van zondag op maandag overleden, maar nog diezelfde zondagavond. Johannes overleed ‘des avonds ten ruim acht ure’ en Mozes overleed ‘des avonds negen ure’, zo vermelden de overlijdensakten. De beide kinderen zijn op vrijdag de 28e  in één graf begraven op het kerkhof van Minnertsga op rij 71 nummer 7. Detail kadastrale kaart 1832 Wie was die onderwijzer? In die tijd wat Casper Klazes Wetterauw dé (hoofd)onderwijzer van Minnertsga. Hij is in 1803 aangesteld en in 1808 zaten er ongeveer 60 leerlingen op zijn school. Die school stond op de plaatst waar nu de ‘Ald skoalle’ staat. Op het kadastrale kaartje is te zien dat het schoolhuis ten zuiden van de school stond, want het nummer 464 was de school en nummer 465a was het schoolhuis. De school werd vroeger door de kerk gefinancierd en het schoolgebouw en schoolhuis waren dan ook eigendom van de Kerkvoogdij van Minnertsga. Het schoolonderwijs was toen nog niet gescheiden in openbaar onderwijs en bijzonder (christelijk) onderwijs. Nee, er was toen alleen onderwijs op christelijke basis. Vandaar dat meester Wetterauw, naast het geven van onderwijs, ook de rol van voorzanger had in de kerk. Hij was een persoon van aanzien in het dorp. Hij heeft veel Minnertsgaasters geholpen bij moeilijke (administratieve)zaken zoals assisteren bij de gang naar de notaris voor een testament, aan- of verkoop van onroerend goed en dergelijke. Waar stond het peperboomje? Meester Wetterauw woonde in het schoolhuis dat toen aan de rand van het dorp stond, want de huizen op de kadastrale kaart aan de noord- en zuidzijde van de kerk waren de laatsten van de dorpskern. Het vak op de [...]

Ga naar de bovenkant