11 05, 2014

Emigranten uit Minnertsga

2015-05-21T16:45:09+00:0011 mei 2014|0 Reacties

Jelle Feenstra heeft al eerder een prachtig verhaal over de emigratie van zijn familie geschreven. Deze keer heeft hij een verhaal gemaakt over de familie Heeringa.   Jan Heeringa werd geboren op 5 februari 1915 in Tzummarum. Hij was een zoon van Jan Harmens Heeringa en Sijke Kuiken. Op 21 mei 1941 trouwt hij met Attje Boomsma, geboren op 17 januari 1922 te Minnertsga. Zij was een dochter van Dirk Gijsberts Boomsma en Tjerkje Terpstra. Na hun trouwen komen zij bij de ouders van Attje inwonen op de Miedleane 23. Het was oorlog en het vinden van een woning zal toen wel de nodige problemen hebben gegeven. Hier wordt ook hun eerste zoon, Jan, geboren. Na het overlijden van Gijsbert Tjeerds Boomsma, de grootvader van Attje, op 18 maart 1942 gaat het gezin in dat huis, Miedleane 10 A, wonen in april 1942. Hier staat tegenwoordig het pand van Garagebedrijf F. de Groot. In dat huis worden 2 kinderen geboren: Tjerkje op 6 juni 1944 en Dirk op 18 oktober 1945. Op 8 november 1947 vindt er opnieuw gezinsuitbreiding plaats. Zij krijgen dan nog een zoon, Harmen, maar deze wordt in Leeuwarden geboren. Dit was in het ziekenhuis en enige tijd werd er zelfs voor zijn leven gevreesd. Foto links: Attje Heeringa-Boomsma, en dochter Tjerkje, voor het huis van haar ouders. Dit huis is, Miedleane 23 en is later afgebroken en stond aan “de oude meer”. De foto dateert uit december 1944. Foto rechts: Jan Heeringa op 22 mei 1941 bij het huwelijk van Jan en Attje. In 1951 besluit het gezin naar Canada te emigreren en op 8 februari vertrekken zij met de S.S. Zuiderkruis vanuit de haven van Rotterdam. Een beslissing die moet zijn ingegeven door de slechte economische situatie in Nederland in die tijd. In de periode tussen 1950 en 1959 emigreerden meer dan 128.000 mensen alleen al naar Canada. Ander populaire bestemmingen waren de Verenigde Staten, Australië en Nieuw Zeeland.   Foto links: Jan Heeringe en Gijsbert D. Boomsma (22-05-1941). Foto rechts: gezin Jan Heeringa,voor vlnr: Jan, Dirk, Harmen en Tjerkje. Achter vader en moeder Attje en Jan. Het beeld van de rechter foto kwam destijds veelvuldig voor bij families in Nederland bij het vertrek van familieleden of kinderen uit Nederland. In Nederland heerste grote werkeloosheid en de overheid hielp geïnteresseerden, die bereid waren te vertrekken, financieel om de overtocht mogelijk te maken. In die tijd werd emigratie naar Canada gezien als een afscheid voor altijd. In de haven van Rotterdam hebben zich dan ook hartverscheurende taferelen afgespeeld omdat de betrokkenen aannamen dat zij elkaar nooit weer zouden zien. Aan het einde van de jaren vijftig werd het veel gemakkelijker om een bezoek aan Nederland te maken door de komst van de straalmotor in vliegtuigen. Hierdoor werd het aanmerkelijk goedkoper om de oceaan over te steken en een bezoek aan Nederland te brengen. Ook in Nederland veranderde de economische situatie wardoor in de jaren zestig en daarna ook vanuit Nederland familiebezoek naar [...]

10 05, 2014

Outger de ‘Ferver’

2014-05-10T04:49:13+00:0010 mei 2014|0 Reacties

In het verhaal over de ‘Fervers’ aan de Tilledyk is Outger Terptra zijn naam al gevallen. Hij heeft enkele jaren na het overlijden van zijn vader Johannes, het schildersbedrijf van zijn vader weer nieuw leven in geblazen. Jelle Feenstra heeft via de Boomsma’s een familierelatie met de Terpstra’s. Van hem kreeg ik een paar prachtige foto’s van Outger Terpstra in zijn witte werkoverall. Het zijn weer een paar prachtige foto’s en een aanwinst voor de beeldbank van Minnertsga vroeger. Het publiceren van zulke prachtige oude foto’s roept bij bezoekers van de website herinneringen op. Regelmatig verschijnen er reacties op de Facebook pagina van Minnertsga vroeger, maar ook rechtstreeks bij mij in de emailbox. De reacties luiden bijvoorbeeld: “hé dat is mijn pake”, of “ik ben daar ook familie van” en “ik wist helemaal niet van het bestaan van deze foto”. Juist daarom is het zo mooi dat deze foto’s uit de oude schoenendoos of uit familiefotoalbums tevoorschijn komen. Zo kunnen anderen meegenieten. Soms leiden de reacties tot een wisseling van mailberichten en komen er vervolgens nog meer foto’s voor het licht. Voordat ik de foto’s in de beeldbank zet, vraag ik of zoek ik er zelf wat basisgegevens bij zoals het geboorte- en overlijdensjaar en zeer summier familie gegevens erbij van wie de persoon een zoon of dochter is of met wie hij of zij getrouwd was. Via de zoekmogelijkheid van de beeldbank kunnen bezoekers van de website dan makkelijk voorouders of andere familieleden terugvinden. Terug bij de foto’s die ik van Jelle kreeg. Op de bovenste foto poseert Outger Terpstra in zijn witte schildersoverall volgens mij voor de woning van timmerman Helder aan de Meinardswei. Op de andere foto is Outger wat jonger. Hij staat rechts. Links is Frans de Groot die als evacuee bij Outger en Maaike Terpstra verbleef en in die tijd kennelijk ook meehielp in het Ververbedriuw. De onderste foto is de woning die Outger en Maaaike hebben laten bouwen. Links is nog net het bedrijfspand te zien. Met dank Tytje Terpstra (dochter van Outger) van wie Jelle de foto’s heeft mogen scannen.

21 04, 2014

Pake Pieter achter de bernewein yn 1929

2014-04-21T05:37:04+00:0021 april 2014|4 Reacties

Het is een hele klus om alle foto’s te digitaliseren die allemaal verstopt zitten in de 10-tallen mappen die bij mij in de boekenkasten staan. Zo nu en dan er maar even een uurtje aan spenderen, want het is de bedoeling dat uiteindelijk al die foto’s voor het digitale daglicht komen in de beeldbank van deze website. Dan kunnen anderen er ook mee van genieten, want er zitten prachtige plaatsjes bij. Zoals deze van Pieter Gerrits Bierma die hier op een prachtige mooie zomerdag in 1930 met zijn ‘pakesizzer’ aan de wandel is. Maar zoals vaak bij mij het geval is, probeer ik dieper in een foto te kijken dan dat je doorgaans doet. Eigenlijk zou ik een kijkje willen nemen in de bernewein om te zien wie daar in ligt. Maar helaas . . . . . . pake en de bernewein waren kennelijk belangrijker dan het kind dat er in lag. De familiegegevens er dan maar even bij zoeken. Omdat Pieter Gerrit Bierma (1876-1971) -de vader van Sietse, groenteman en wethouder- getrouwd was met Jantje Zoodsma (1878-1951), heb ik bijna alle familiegegevens bij de hand. Want mijn schoonvader – Jan Zoodsma – was een neef van Sietse Bierma. Daarom heb ik ook bijna de hele familie Zoodsma van voor 1950 in beeld gebracht en dan kom je ook bij de Bierma’s terecht. Neef Sietse Bierma overleed bijna twee maanden nadat hij mijn vrouw en mij voor de Burgerlijke Stand in de echt heeft verbonden. Om informatie over de Bierma’s te verkrijgen, kwam ik later terecht bij Sietse zijn broer Gerrit, die toen met zijn vrouw in Heerenveen woonde. Dat was een aangename middag herinner ik mij en ik kreeg van Gerrit een aantal foto’s mee naar huis. En daar was ook deze prachtige foto bij van pake Pieter achter de kinderwagen. 2e pand rechts woonde toen Pettinga de fietsenmaker De foto is, volgens broninformatie, gemaakt in de zomer van 1930. Pieter Bierma loopt hier op de Meinardswei, ter hoogte van het vroegere winkelpand van de firma Schotanus dat nu café – snackbar ’t Centrum is. Als Pieter 52 jaar is, wordt zijn eerst eerste kleinkind geboren, dat de naam heeft gekregen zijn vrouw Jantje. Het kleinkind is geboren in februari 1929 en als jonge pake ben je best trost op je eerste kleinkind; én dat mag gezien worden. Dus naar alle waarschijnlijkheid is deze foto niet gemaakt in 1930 maar in de zomer van 1929. Want dat is de eerste zomer die de kleine meid meemaakt; ‘yn de bernewein mei pake Pieter in slach toch de buorren’.

18 04, 2014

Oorlogsherinneringen van Pieter Steensma (deel III)

2014-04-18T08:59:18+00:0018 april 2014|0 Reacties

Pieter Steensma heeft herinneringen uit zijn jeugd, tijdens en na de WOII, aan het 'digitale papier' toe vertrouwd met de bedoeling deze te publiceren op de website Minnertsga vroeger. Pieter heeft zijn jeugd doorgebracht in Minnertsga en woont nu in Westerhaar-Vriezenveensewijk en is een zoon van Lolle Steensma en Geesje Bos. Voorafgaand aan Pieter zijn herinneringen had hij mij al meerdere berichten gestuurd met foto's en zijn aantekeningen er bij. Ook die krijgen nog een plaats op deze website. Maar in de aanloop naar 4 en 5 mei lijkt het mij passend om eerst zijn jeugdherinneringen over de WOII hier te plaatsen. Hierna het derde deel van Pieter zijn herinneringen. Kinderen vragen eten - Bron: http://www.Verzetsmuseum.org Alles werd schaars schreef ik al eerder. Dat merkten we in 1944 des te sterker. Toch hebben wij nooit echt honger gehad zoals in het westen van het land. Niet voor niets wordt de winter van 1944 nog altijd de hongerwinter genoemd. We merkten dat ook omdat veel kinderen uit de grote steden in het westen naar Friesland werden gebracht om aan te sterken en ook omdat mensen uit die streken op de één of andere manier naar Friesland kwamen om te proberen voedsel te kopen of te ruilen. Ze werden zo goed mogelijk geholpen en natuurlijk, zoals het zo vaak gaat, waren er ook mensen die zich hierdoor probeerden te verrijken door hoge prijzen te vragen of door ruilen aan kostbare sieraden te komen. De “zwarthandelaars”. De meesten echter hielpen waar ze konden. Zo herinner ik me dat er op een dag mensen kwamen uit Voorburg. Ze kwamen op een oude bakfiets, dwars door Zuid- en Noord-Holland, over de Afsluitdijk, wonder boven wonder langs de Duitse wachtposten en uiteindelijk kwamen ze in Minnertsga terecht. Een echtpaar met een jongen van een jaar of 14 of 15. Hoe precies weet ik niet maar de jongen kwam bij ons terecht. Kreeg een paar nachten een slaapplekje op zolder en at bij ons. Overdag gingen ze langs boeren en gardeniers om eten te pakken te krijgen. Na een maaltijd weet ik nog dat de jongen met zijn vingers elk aardappelkruimeltje oppikte van het tafelkleed tot mijn moeder zei: "Toe jo, neem nog maar wat er zijn nog aardappels". Hij antwoordde: "Maar dit kan niet weg". Moeder zei: "Maar de vogeltjes moeten ook wat, neem nog maar een paar aardappels". Hij vond het maar zo zo dat het tafelkleed buiten werd uitgeschud. Als je dan ziet en in de krant leest wat er tegenwoordig aan eten wordt weggegooid dan denk je daar wel eens aan terug. Misschien dat ouderen die daar schande van spreken wat beter worden begrepen als men dit leest. Als we in onze jeugd van iemand eens een paar radijsjes of een worteltje kregen was dat een traktatie. We hadden in Friesland in de dorpen het geluk dat verschillende mensen een stukje grond hadden en iets konden verbouwen. De mensen uit Voorburg zijn met een flink beladen bakfiets, en vraag niet hoe, [...]

13 04, 2014

Oorlogsherinneringen van Pieter Steensma (deel II)

2014-04-14T17:00:21+00:0013 april 2014|1 Reactie

Pieter Steensma heeft herinneringen uit zijn jeugd, tijdens en na de WOII, aan het 'digitale papier' toe vertrouwd met de bedoeling deze te publiceren op de website Minnertsga vroeger. Pieter heeft zijn jeugd doorgebracht in Minnertsga en woont nu in Westerhaar-Vriezenveensewijk en is een zoon van Lolle Steensma en Geesje Bos. Voorafgaand aan Pieter zijn herinneringen had hij mij al meerdere berichten gestuurd met foto's en zijn aantekeningen er bij. Ook die krijgen nog een plaats op deze website. Maar in de aanloop naar 4 en 5 mei lijkt het mij passend om eerst zijn jeugdherinneringen over de WOII hier te plaatsen. Hierna het tweede deel van Pieter zijn herinneringen. Ferniawei omstreeks begin WOII Alles werd steeds krapper. Het ging stapje voor stapje. Eerst werd gas en elektrisch ‘s avonds om negen uur afgesloten. Later was dat er helemaal niet meer. Brandstof was niet meer te krijgen.  In de winter werd de kachel gestookt met sjudden Dat was een overblijfsel van vlas. Precies weet ik het niet maar ik meen dat het overbleef na het vlas braken. Er werd een fles in de kachel geplaatst en daar om heen werden de sjudden aangestampt, het kon ook met zaagsel. De fles werd er heel voorzichtig uitgehaald. In het gat kwamen stukjes papier en dunne takjes en dat werd in brand gestoken. Als je geluk had en de schoorsteen trok goed dan gingen de sjudden of het zaagsel gloeien en dan had je voor een poos een warme kachel. Ik herinner me ook dat we nog weer wat later een grote kookkachel in de kamer hadden staan. Die werd gestookt met proppen stro om het eten gaar te krijgen Zo’n prop stro was gauw uitgebrand dus je lag op knieën voor de kachel stroproppen te draaien en die steeds weer in de kachel te gooien tot het eten gaar was. En ‘s avonds. Geen verlichting. Er werd van alles geprobeerd. Carbidlampen. Tot ook het carbid op was. Sommige mensen hadden een apparaat van een naaimachine en een dynamo in elkaar geknutseld. En dan maar om de beurt draaien aan de slinger van de naaimachine. Anderen hadden een fiets op de kop in de kamer met de dynamo op het achterwiel. Draden naar een lampje op tafel en om de beurt aan de trappers draaien. Nog later kwamen de olielampjes. Een glazen mosterdpot met raapolie, zelf een drijvertje gefabriceerd van kurk en een stukje blik. Daarin een kousje van een katoenen draadje en ziedaar een klein vlammetje. Carbidlamp op fiets. (foto: Wikipedia) Kaarsen waren er allang niet meer te krijgen. Overdag er op uit om te kijken of er ergens nog een eenzame boom om te zagen viel. Maar dan moest je wel uitkijken dat de politie, de Duitsers of de landwacht (Nederlanders die in dienst van de Duitsers waren gegaan) je niet snapten. Die landwachters waren ook nog de beroerdsten. Als je ergens een litertje melk bij een boer op de kop had getikt en je werd aangehouden [...]

Ga naar de bovenkant