In de kleibouwstreek van Friesland staan huizen leeg. Meeste oude huizen, eenkamerwoningen, die midden in het veld staan, vertrokken van alle moderne comfort, zoals waterleiding en elektrisch licht. Er zijn dan ook praktisch geen gegadigden voor te vinden, ook al is de huur bijzonder laag. De huizen – of liever huisjes – zijn degelijk gebouwd, maar vaal veel te klein en te ver afgelegen voor de moderne mens, staan daar maar leeg, vaak te goed om afgebroken te worden.
Een kamer in één van de huizen, die aan de vernielzicht van de jeugd blootstaat. Behang, planken en scherven liggen over de vloer. Toch wordt er op deze manier aan de afbraak van de huizen gewerkt, want ze kunnen nog zo ver weg staan, de jeugd weet ze te vinden en maakt grif een begin met de sloop. Ruiten worden kapot geslagen, het behang wordt met linnen en al van de muur getrokken, planken worden uit de bedsteden gesloopt, kort om de vernielzucht viert hoogtij in deze afgelegen, leegstaande huizen.
‘Er moet toch wat aan te doen zijn’, aldus de eigenaar van een paar van zulke huizen aan de Krommeleane en in Dirksjesbuurt, de heer Johannes Hannema te Minnertsga, een dikke zeventiger, ‘de jeugd van tegenwoordig is toch niet waardeloos. Ergens hebben de jongeren toch wel een greintje respect voor het eigendom van anderen’. Misschien ligt het er aan, dat in Minnertsga, zoals in zovele plaatsen, niet genoeg ruimte is voor de jeugd om zijn energie uit te leven. Toch . . . . . ook in Minnertsga zijn er sportverenigingen, waarin de jongens en meisjes hun levenslust kunnen uiten.
Wat zou er aan te doen zijn? De heer Hannema is van mening, dat de jeugd bezig gehouden moet worden. Er moet iets voor hen gedaan worden, bijvoorbeeld het geven van filmavonden, het houden van excursies naar tentoonstellingen, of alleen maar het veld in. Op die manier zou de jongeren misschien iets van waardering voor de natuur, voor de kunst of voor het eigendom van anderen bijgebracht kunnen worden.
Wie dit zou moeten doen, is een moeilijke vraag, want evenals in vele andere plaatsen kent Minnertsga de verscheidenheid van levensbeschouwingen, die een goede samenwerking vaak in de weg staat. Misschien is het iets voor de onderwijzers in Minnertsga en in andere plaatsen om er gezamenlijk iets aan te doen.
Bron: Leeuwarder Courant 23 mei 1959
Geef een reactie