Wat was ik trots toen ik vroeger een spiksplinternieuwe autoped kreeg van mijn ouders. Niet dat die autoped alleen voor mij bestemd was, nee . . . . ik moest de autoped delen met mijn broertje. Maar die komt een paar jaar achter mij aan, dus daar had ik niet zoveel last van.
Als ik in mijn grijze geheugen omspit komen er beelden naar boven van mijn allereerste autoped. Ik heb het nu over de tijd 1959 – 1962. Het was een eenvoudig frame met een vernikkeld stuur waar het nikkel al flink vanaf gebladerd was. Het stuur was dan ook meer roestig dan dat het een mooi glimmend stuur was. Ook op het frame was weinig van de laklaag overgebleven en de kleine buitenbanden vertoonden schuurtjes; verouderd rubber dus. Spatschermen zaten er ook niet meer op. Achteraf gezien moet die autoped al jaren oud zijn geweest want hij was al flink afgejakkerd.
Het lijkt wel of het beeld van die oude autoped steeds sterker wordt naarmate ik probeer meer herinneringen op te halen over dat vervoermiddel. Het schiet mij te binnen dat er ergens nog een kleine foto moet zijn waar ik met die oude autoped op sta samen met mij broertje in de voortuin op de Tsjerkestrjitte. Uit de boekenkast pak ik de oude fotoalbums van mijn ouders. Tussen de ingeplakte foto’s is de foto die ik zoek niet te vinden. In één van de albums liggen enkele losse foto’s. Yes . . . . . . daar zit de foto tussen waar ik om zocht. De foto bevestigt mijn herinnering aan die oude autoped.
De autoped was een vervoermiddel waarmee je wereld ineens groter werd. Als je eenmaal het steppen onder de knie had, kon je je sneller verplaatsen. Zo was ik sneller onder het bereik van mijn ouders vandaan als wij zondag ’s middag een kuier maakten over het Sybrendykje en Dirkjebuorren.
Terug naar die spiksplinternieuwe autoped. Een paar details heb ik nog goed voor de geest; het was een rode autoped maar zonder rem. Het zal wel met de prijs te maken hebben gehad dat een ik een autoped zonder rem kreeg. Het rempedaal zat tegen het achterwiel aan; je kon er zo met je hak op drukken. Flink drukken en je stond zo stil.
Bijna alle kinderen in de buurt hadden een zo’n autoped; de één nog mooier dan de andere. Wat niet echt door je ouders op prijs werd gesteld was dat je flink vaart maakte en dan onderweg vlug er vanaf stappen. De autoped reed dan nog met een flinke snelheid door zonder bestuurder om vervolgens met een klap op de straat tot stilstand kwam. Wie kon het verste komen?
Ik vroeg mij af waar het woord Autoped vandaan kwam, want het vervoermiddel had volgens mij niets te maken met ‘auto’. Op internet vond ik – dankzij Wikipedia – dat Autoped een historisch Amerikaans-Brits merk is dat gemotoriseerde steps leverde. Het Amerikaanse merk bouwde een soort step waarbij een liggende 162cc-viertaktmotor naast het voorwiel lag. De Autoped werd in Engeland (waarschijnlijk door Kingsbury in Londen) in licentie gebouwd, evenals bij Krupp in Duitsland en CAS in Tsjecho-Slowakije.
Het woord autoped is als Nederlands woord in gebruik voor een ongemotoriseerde step. Het woord wordt ook gebruikt als benaming van de voorloper van de aluminium steps die tegenwoordig rondrijden. Ik kan mij voorstellen dat de kinderen met dat soort steps net zo blij zijn met hun step dan dat ik vroeger was met mijn nieuwe autoped. Misschien dat ook zij, net als mij, op latere leeftijd pas beseffen wat de waarde van blijheid in hun kinderjaren was.
De jongens met de step in de tuin (her)ken ik. Volgens mij zijn hun namen Gerrit (de oudste) en Teunis Bouma.
Ze woonden in het huis waar nu(nog??) Alma Muller in woont.
Hun moeder (op de foto) werd door velen in de straat (en in het dorp??) KONINGINTSJE genoemd.
Wellicht om haar parmantige manier van lopen of om de gelijkenis (??) met koningin Wilhelmina.
Gerrit heb ik later nog wel getroffen in Dokkum (volgens mij) waar hij heeft gewerkt bij een bakker.
Ik kwam daar in die tijd spullen brengen voor mijn werkgever Desimo (uit Leeuwarden)