Ruim vijftien jaar geleden kocht ik voor mijn verzameling een oude prentbriefkaart van ‘Groeten uit Minnertsga’. De kaart is gestempeld op 18 februari 1915 in Minnertsga, maar er zit geen postzegel op. Op zich is het niet vreemd dat deze kaart niet met ‘porto is bezwaard’ zoals dat officieel heet, want het gaat hier om een groet naar een milicien die ten tijde van de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 gemobiliseerd was in Haarlem. Poststukken van en naar miliciens waren in die tijd vrijgesteld van portokosten.
Achter op de kaart staat een kort berichtje en dat maakt zo’n kaart nog interessanter dan dat de kaart op zich al is. Zo’n prachtige kaart geeft een aardige indruk van hoe het vroeger was in het dorp. Tegenwoordig sturen we in dit soort gevallen een E-mailbericht en voegen daar een foto toe als bijlage. Eigenlijk verschilt het principe van een prentbriefkaart niet veel van een E-mail.
Op 18 februari 1915 lag deze prentbriefkaart op tafel in de roef aan boord bij de Walter Ales Hylkema (1870-1940) en Trijntje Eiberts Sikkema (1870-1935). Walter is turfschipper en koopman en ligt dan met zijn schip in de havenkom in het dorp. De kaart was bestemd voor hun zoon Ale die op dat moment milicien is en in Haarlem was gemobiliseerd. Ale is dan nog geen twintig jaar als hij het Vaderland moet dienen. Wie de kaart heeft geschreven is niet uit de tekst op te maken, maar de kans is groot dat ‘mem’ Trijntje de kaart heeft geschreven.
Op de kaart is de datum, die met potlood is geschreven, dezelfde als die van het poststempel. De kaart moet dus voor de laatste lichting van de postbus bij het hulppostkantoor aan de Stasjonstrjitte zijn gebracht. Voor het gemak ga ik er maar even vanuit dat haar man Walter Ales, die turfschipper en koopman was, er op uit was voor de handel. Maar het is op dat moment winter en het kan ook best zijn dat de Hylkema’s toen met het schip vastgevroren lag in de havenkom in het dorp. Het zijn allemaal maar veronderstellingen.
Hoe het ook zij, op de achterkant van de kaart is de volgende tekst nog waar te nemen: ‘Hedenmiddag bericht ontvangen, alles best aan het [ . . .] P. van der Veen heeft hier geweest met kunstmest. De groeten van haar. Wij zijn maar blij dat het aardig lijkt. Hier is ook thuis [. . .] voor wij vertrekken krijgt u eerst bericht. Zijt van ons allen gegroet maar vooral van uw vader en moeder en zusters’. Dus voordat de Hylkema’s met hun schip Minnertsga weer verlaten voor een vracht, sturen ‘heit en mem’ nog even een kaart naar Ale om hem op de hoogte te houden waar zijn ouders naar toe zijn om vracht op te halen.
Wouter Hylkema, zoals hij in het dorp werd genoemd, had ook een of meerdere pramen in zijn bezit. Deze werden gebruikt voor de aan- en afvoer van vracht door de opvaarten rond het dorp. De opvaarten liepen voornamelijk naar grote boerderijen in de omgeving. In de Minnertsgaaster opvaarten voeren verschillende typen (vormen) pramen van verschillende eigenaren. Die van Jacobus Zwart, die ook turfschipper was, waren rond van voren en rond van achteren. De pramen die Wouter Hylkema liet bouwen, hadden een scherpe voorkant en een scherpe achterkant. Aan de hand van een bouwtekening is het bekent dat Wouter Hylkema in 1914 een praam heeft laten bouwen bij Murk Brandsma die een scheepstimmerwerf had aan de Dongjumervaart. De praam die hij daar heeft laten bouwen had een lengte over alles van 7,90 meter, was 1,90 meter breed en had een holte van 0,65 meter. De praam kon daarmee een vracht van 3 ton vervoeren.
Wouter Hylkema en Trijntje Eibert Sikkema kregen zes kinderen, twee jongens en vier meisjes. Hun eerste kind Dirkje werd geboren op 2 juli 1893 en overleed in het zelfde jaar op 1 oktober. Ale, de milicien, was het tweede kind en werd geboren op 20 mei 1893. Eibert werd geboren op 19 maart 1898 en overleed toen hij nog maar net 3 jaar was. Ale zijn zusters Durkje, Evertje en Klaaske werden achtereenvolgens geboren in 1901, 1903 en 1906.
Twee jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog trouwde Ale met Gelske Bies. Ale was toen schipper. Het echtpaar kreeg drie kinderen: Walter, geboren in 1923, Pieter geboren in 1925 en Eibert geboren in 1928. Ale zijn zuster Durkje trouwde later met Hinne Reitsma en verhuisde naar Assen. Zijn zuster Evertje trouwde met Jan Klijnstra en woonden op de Stasjonsstrjitte en zus Klaaske was getrouwd met Rintje van Dijk.
In 1916, vier jaar na het overlijden van Wouter en Trijntje hun schoonvader en vader Eibert Kornelis Sikkema, nemen Wouter en Trijntje het kruidenierswinkeltje over van schoonmoeder en moeder Dirkje Wijbes van der Ploeg. Dit winkeltje was gevestigd in het pand aan de Meinardswei, tussen het pand van Bosma en snackbar ’t Centrum. Sinds het begin van de 19de eeuw was hier al een kruidenierswinkeltje in gevestigd dat sindsdien al die tijd in eigendom is geweest van de familie Sikkema.
Later gingen Wouter en Trijntje aan de wal wonen in het pand met het kruidenierswinkeltje. Zoon Ale bleef op het schip varen om onder andere turf naar Minnertsga toe te halen. In 1931 is de winkel overgenomen door Ale zijn zuster Klaaske en haar man Rintje van Dijk. In de volksmond was het toen de winkel van ‘Rintsje-Klas’ zoals de winkelvrouw in het dorp werd genoemd. De winkel heeft tot 1971 bestaansrecht gehad en is de laatste vijf jaar van het bestaan gerund door dochter Elly van Dijk.
Bronnen: Bouma, G. : privécollectie foto’s, krantenknipsels, familiegegevens, Fries Scheepvaartmuseum Sneek, Groeneveld, C. : foto’s Walter Hylkema en Trijntje Sikkema, Hamer, K.J. en Vogel, G. : Yn ‘e spegel, 125 jier kristlik ûnderwiis yn Minnertsgea, Zwart, D. : Ondernemers Vereniging Minnertsga 1954 – 2005
Geef een reactie