11 06, 2016

Scholieren Minnertsga maken film over eigen dorp

2016-06-11T09:05:16+00:0011 juni 2016|0 Reacties

Wat is Haerda vroeger geweest? Gerrit Bouma en Albert Cuperus wisten het de kinderen uit groep 6, 7 en 8 van OBS De Lytse Terp uit Minnertsga te vertellen: het landschap is door de eeuwen heen voortdurend veranderd, vroeger waren hier een paar mooie states, een heuse haven, waarom is de dijk hier gebouwd en zo meer. Ze deden dit in het kader van het project Landelijk Veranderlijk, over hoe je je eigen omgeving kunt lezen als een geschiedenis boek.   Gerrit Bouma geeft uitleg aan de kinderen over de plaats waar vroeger Hermana-state heeft gestaan Met het educatieve filmproject Landelijk Veranderlijk wil Stichting TOF Media kinderen beter bekend maken met cultuur en historie in hun eigen omgeving. Het valt kinderen niet altijd op, maar ieder landschap heeft zijn eigen geschiedenis. Het project wordt de komende twee jaar op tien scholen in de drie noordelijke provincies uitgevoerd. In Landelijk Veranderlijk gaan kinderen zelf op zoek in hun eigen buurt naar plekken die zij bijzonder vinden. Ze leggen hun vondsten vast op fotocamera. Medewerkers van de stichting benaderen vervolgens mensen, die meer over de gekozen onderwerpen kunnen vertellen. Er wordt hierbij contact gezocht met experts die zelf bijvoorbeeld woonachtig zijn of waren op de betreffende plek. Deze experts weten veel te vertellen over vroeger. En dan blijkt al snel dat het landschap eigenlijk altijd aan verandering onderhevig is. Uiteindelijk maken de leerlingen een film, die bestaat uit interviews met de experts, beelden van de bijzondere plekken en foto's Daarnaast creëren de kinderen een reconstructie van de verhalen van de experts. Ze maken hierbij gebruik van zelfgemaakte animaties. Ook verbeelden ze hun toekomstvisie van de omgeving van Minnertsga in de vorm van maquettes. Aldert Cuperus geeft uitleg aan de kinderen over de geschiedenis van de Grienedyk Het project wordt afgerond met een expositie en de première van de gemaakte documentaire. Voor de leerlingen het hoogtepunt van het project, tenslotte zijn ze weken bezig geweest met de geschiedenis van Minnertsga en omgeving. Reden om met mooie kleren over de rode loper te verschijnen! Dit vindt plaats op donderdag 23 juni om 19.00 uur in het dorpshuis van Minnertsga in De Doarpsfinne. Tijdens deze première wordt ook de expositie geopend met foto's van de kinderen en hun tijdens het project gemaakte toekomstbeelden. De openingshandeling wordt verricht door wethouder Nel Haarsma. Iedereen uit het dorp is welkom. De film en de making of van het project zijn terug te zien op de site landelijkveranderlijk.nl.

7 05, 2016

‘Geuzen’ vielen Minnertsga binnen

2016-06-03T14:43:32+00:007 mei 2016|2 Reacties

Op de Facebookpagina van de Oud Barradeel staat een foto die Renske de Vries heeft ingestuurd. Op de foto veel mensen die gekostumeerd zijn in kleding die niet past bij de tijd waarop de foto is genomen. De foto is vroeger gemaakt in Minnertsga en er werd gevraagd of er ook iemand was die meer kon vertellen over de gebeurtenis. Dezelfde foto heb ik ook in bezit en aan de hand van mijn aantekeningen heb ik gereageerd op het bericht op Facebook. Vervolgens kreeg ik nog een paar foto’s van diezelfde gebeurtenis die in de Franeker Courant van 31 augustus 1921 staat beschreven, maar die volgens de schrijver van het artikel niet geheel aansloeg. De foto’s hebben betrekking op het openluchtspel waar de inname van Den Briel op 1 april 1572 werd nagespeeld. Een klein stukje vaderlandse geschiedenis vooraf. Vanwege de strenge vervolging van Calvinisten zagen een aantal Nederlandse edellieden zich in 1566 genoodzaakt het land te ontvluchten. Velen van hen besloten de strijd vanuit zee voort te zetten en noemden zichzelf ‘de Watergeuzen’, naar het Franse woord voor armoedzaaier: ‘Gueux’. Willem van Oranje voorzag deze Geuzenvloot van kapersbrieven, waardoor ze geen piraten, maar vrijheidsstrijders waren. Lange tijd mochten ze gebruik maken van de Engelse havens, maar in het voorjaar van 1572 beval koningin Elisabeth hen te vertrekken. De Geuzen zetten daarop koers naar Texel, maar kwamen door een ongunstige wind uiteindelijk uit bij Den Briel. Daar werden ze benaderd door de lokale veerman, Jan Pieterszoon Koppelstok, die hen informeerde dat er slechts een klein Spaans garnizoen in de stad aanwezig was. De Geuzen trokken daarop naar de stad en schreeuwden ‘In naam van Oranje, doe open die poort!’, maar burgemeester Koekebakker weigerde dit. Op 1 april 1572 bestormden de Watergeuzen daarom de stadsmuren en veroverden Den Briel. Hieronder het artikel dat is overgenomen uit de Franeker Courant. Met het verhaal erbij, krijgen de foto’s meer betekenis. Minnertsga – Zoo is dan de feestdag weer voorbij. Des morgens deed het muziekkorps “Oranje“ vaderlandse liederen hooren. Het ringrijden en ringfietsen nam nu een aanvang. De uitslag was als volgt: Ringrijden 1e prijs, G. Westerhuis en B. Meerstra; 2de prijs A. Posthumus en H. Faber, Ringfietsen (heeren): 1e prijs J. Bruinsma; 2de prijs F. de Roos. Ringfietsen (dames): 1e prijs mej. G. van der Meulen; 2de prijs mej. A. de Ruiter. ’s Namiddags om 1 uur had de voorstelling van het historische feit plaats: “de vloten van de admiralen Tromp en De Ruiter, op last van de State gebracht onder opperbevel van De Ruiter”. De keurig versierde bootjes, bemand met matrozen, waren mooi. ‘t Liep vlot van stapel, maar ‘ t sloeg niet in. Men had met ’t kiezen van een historisch stuk gelukkiger kunnen zijn. De optocht werd nu opgesteld: een vijftal wagens, waarop booten waren geplaatst, waarin de matrozen zaten, Statenleden te paard, de Prins in zijn schitterende uniform voorop. Daarachter kwamen de schoolkinderen met versierde bogen en hoepels. Het sluitstuk van dezen gecostumeerde optocht was een zigeunerwagen. Deze laatste [...]

17 04, 2016

Laatste Lelia stierf in Minnertsga

2016-04-17T11:52:01+00:0017 april 2016|0 Reacties

Familieleden en vrienden, waaronder ook mijn vader, stonden zaterdag 24 juni 1950 op het kerkhof bij het open graf, bestemd voor het stoffelijk overschot van Roelof Frederiks Lelia. Waarschijnlijk hebben de meesten van de aanwezigen bij de open groeve niet geweten dat hier de laatste naamdrager van een oud Fries boerengeslacht aan Moeder Aarde zou worden toevertrouwd. Boerderij Groot Folta Oorspronkelijk kwam de familie Lelia van Ternaard. Wijbe Rinderts en zijn vrouw Aaltje Douwes woonden daar rond 1760 op een van de twee Lelia-states die Ternaard rijk was en waarvan ook de familienaam Lelia is afgeleid. Wijbe en Aaltje kregen zes kinderen, waaronder Rindert die geboren werd in 1765. Hij trouwde op 12 augustus 1792 in Ternaard met Antje Roelofs Olivier, een dochter van de landbouwer Roelof Laurens Olivier en Antje Jans van der Meij uit Holwerd. Rindert en Antje bleven tot 1800 op Lelia-state wonen waar vier van hun kinderen werden geboren. Daarna is het gezin verhuisd naar een boerderij onder Marrum aan de Heerenweg. Die boerderij kreeg ook de naam Lelia-state. Hier werden nog drie kinderen geboren. Eén van de kinderen heette Roelof Rinderts en werd geboren op 29 augustus 1802. Hij trouwde op 22 september 1831 met Anna Roelofs Gillis die op 21 november 1809 in Blija was geboren. Anna was een dochter van de heel- en vroedmeester Frederik Gilles en zijn tweede echtgenote van Remekjen Klases Duijff. Bij het huwelijk vestigde het echtpaar zich in Marrum, maar verhuisde vóór 1838 naar Minnertsga. Zij gingen wonen op de boerderij Groot Folta aan de Hearewei 25. In Marrum hadden Roelof en Anna al een kind gekregen, dochter Riemkje geboren in 1832. In Minnertsga werden nog zes kinderen geboren: Antje, Aaltje, Frederik Roelofs, Lambertus, Roelof en nog een Antje omdat de eerste slechts vier jaar is geworden. Op 19 april 1851 hield Roelof Rinderts boelgoed op zijn boerderij. De hele boereninventaris werd openbaar verkocht. De opbrengst was fl. 2.408,00 (gulden). Wat de reden is geweest van het beëindigen van het boerenbestaan, is niet duidelijk. De boerderij was eigendom van het St. Anthony-gasthuis in Leeuwarden die de boerderij verpachten voor een bepaalde periode. Het kan zijn dat Roelof Rinderts niet in aanmerking kwam voor een nieuwe pachtperiode en daarom is verzocht om de boerderij te verlaten. Mogelijk dat hij dat zag aankomen, want op 2 oktober 1850 heeft hij - Roelof Rinderts is dan 48 jaar – de herberg gekocht die aan de toenmalige Langestreek stond. De verkopers waren Jan Dirks van der Weide en zijn vrouw Marijke Klazes Dijkstra. De koopsom was fl. 3.500,00 (gulden). De koopakte werd bij notaris Pieter Lolles Steensma gepasseerd en Roelof Rinderts en Anna Roelofs waren vanaf dat moment de uitbaters van de herberg. Het pand van Schotanus toen de bovenverdieping nog niet was verbouwd. De Langestreek was vroeger wat nu Meinardswei is. Deze herberg was de voorloper van de herenconfectiezaak van de fa. Schotanus en café-snackbar ’t Centrum. De herberg werd bij de koop omschreven als ‘ene sterke huizinge [...]

19 03, 2016

Van Dijk’s Bazar

2016-03-19T14:14:31+00:0019 maart 2016|0 Reacties

Aan het hoge statige pand aan de Meinardswei van Van Dijk’s Bazar hebben nog veel (oud) Minnertsgaasters goede herinneringen. Vooral ook aan de eigenaren frou Van Dijk en haar zoon Gerrit zullen velen nog herinneringen hebben. Je was altijd welkom, tenminste zo voelde ik dat als kleine jongen als ik voor mijn moeder het flesje van de Au de Cologne 4711 moest laten vullen. Gerrit pompte dan met een rode knijpbal met slang het bekende reukwater in een bepaalde hoeveelheid uit de grote fles naar boven in het maatglas. Daarna liet hij het reukwater door een piepklein trechtertje in het lege flesje lopen wat ik van mijn moeder had meegekregen. Afrekenen en dan trots naar huis lopen omdat je helemaal alleen om boodschap bent geweest. In het portaal IJnze en Trijntje in 1938. In het voorjaar van 1938 was IJnze Willem van Dijk, boerenzoon van Walpertertille bij Wommels, is timmerknecht bij het timmerbedrijf van Goslinga. Trijntje Sipkes is verkoopster bij het winkelbedrijf van de Firma wed. J. Rudolphy & Zonen te Gorredijk. Ynze en Trijntje hebben elkaar leren kennen en hadden het plan opgevat om voor zichzelf te beginnen met een timmerbedrijf. In datzelfde voorjaar hebben ze een timmerbedrijf bezichtigd in Bergum dat te huur was. Maar het niet zover gekomen dat zij zich in Bergum vestigden want in Minnertsga stond het winkelpand van de weduwe Froukje Tuinhof-Wouwenaar (1877-1951) aan de toenmalige Voorstraat (nu Meinardswei). IJnze en Trijntje waren op de fiets naar Minnertsga gekomen om het winkelpand te bezichtigen. Hun zwager H. Rudolphy was met de auto vanuit Gorredijk naar Minnertsga gekomen om te bemiddelen in de overname. Die overname liet niet lang op zich wachten want in de Leeuwarder courant van 16 maart 1938 staat te lezen: “Dankend voor ’t vertrouwen, dat zij gedurende een lange reeks van jaren heeft genoten, deelt ondergekeekende mede, dat zij vanaf heden haar WINKLEZAAK heeft overgedragen aan den heer IJ. W. van Dijk en dezen ten zeerste aanbeveelt. Wed. J. Tuinhof”. IJnze en Trijntje laten in diezelfde krant weten: “In aansluiting met bovenstaande advertentie heeft ondergeteekende hiermee kennis aan het geachte publiek van Minnertsga en omgeving, dat hij vanaf heden de zaak in Galanterieën, glas- en aardewerk, annex kruidenierswaren en klompen, met ingang van heden heeft overgenomen van mej. De wed. J. Tuinhof. Hij houdt zich beleefd aanbevolen voor levering van bovengenoemde artikelen en hoopt door een nette bediening zich aller vertrouwen waardig te maken. Minnertsga, 15 maart 1938. IJ. W. van Dijk”. Hoewel de weduwe Tuinhof de zaak had overgedragen, bleef zij nog wel hand en spandiensten verrichten in de winkel. Bij IJnze en Trijntje werd in 1939 hun zoon Gerrit IJnze geboren. Gerrit leerde het vak van timmerman en slaagde in 1957 voor zijn examen. Hij kwam vervolgens in dienst bij Roel Bloembergen. Op 27 april van dat jaar overleed plotseling de vader van Gerrit. Zijn moeder kwam alleen te staan om de winkel in bedrijf te houden, maar die kon dat niet alleen. Daarom kwam Gerrit in [...]

20 02, 2016

Melkhandel en SRV-wagen Stallinga

2016-02-20T15:44:46+00:0020 februari 2016|0 Reacties

In 1957 nam Jan Stallinga, samen met zijn echtgenoot Grietje Stellingwerf, de melkhandel over van zijn schoonouders Hein Stellingwerf en Klaaske Spoelstra. Zij woonden toen allemaal in het pand aan de Lytse Buorren 8. In de jaren daarvoor hielpen Jan en Grietje al mee in de melkhandel van Hein Stellingwerf. Ook Hein zijn broer Anne hielp toen mee. Hein Stellingwerf en Jan Stallinga met Klaske Anneke. Hein Stellingwerf is rond 1900 met de melkhandel begonnen, daarvoor had hij een groentehandel. Zij brachten de melk langs bij de mensen thuis; eerst met een hondenkar en later met een skokarre. De skokarre werd later vervangen door een zwarte T-Ford. Met dit gemotoriseerde vervoer werd niet alleen meer melk uitgevent, maar werd het assortiment uitgebreid met karnemelk, yoghurt en sûppengrottenbrij.   De T-Ford werd later opgevolgd door een zogenaamde Elektrische-hond. Dat was een open kar met twee wielen achter en een voor. Dat ene voorste wiel werd aangedreven door een elektrische motor met een grote accu. Later werd deze kar voorzien van schuifdeuren om de zuivelproducten te beschermen. Die zuivelproducten zaten in grote stalen melkbussen. Pas later kwamen de flessen en pakken. In 1966 had Jan Stallinga de primeur met de eerste rijdende zelfbedieningswinkel in Friesland. Burgemeester De Roos van de toenmalige gemeente Barradeel verrichtte de feestelijke opening van de Govatruck. Het assortiment bestond inmiddels niet alleen meer uit zuivelproducten, maar ook andere levensmiddelen waren in de wagen verkrijgbaar zoals jam, koekjes, snoepjes, koffie, thee, bier en frisdrank. Later is hieruit de zogenaamde SRV-wagen voortgekomen, opgericht door de vereniging van zelfstandige melkhandelaren. In 1968 is het pand aan de Lytse Buorren verbouwd. Er werd een etage bovenop gebouwd voor het inmiddels vijf kinderen tellende gezin. Achter het huis werd een loods neergezet om de rijdende winkel onderdak te bieden. Ook werd deze loods gebruikt voor de opslag van de goederen, die gedeeltelijk in de koelcel werden geplaatst. Hoewel er geen winkel was, kwamen er toch ook veel klanten aan de deur bij Griet. Jan en Griet Stallinga hebben 20 jaar een bloeiende zaak gehad. De eerste rijdende winkel, een Govatruck, werd opgevolgd door een grotere, een Speykstael. Griet en Jan hebben de zaak altijd gerund zonder personeel. Ook de kinderen droegen hun steentje bij. Een echt familiebedrijf.                   Met dank aan dochter Henny Rondaan-Stallinga en Dooitze Zwart.

Ga naar de bovenkant