11 09, 2024

Wat ik in Minnertsga vond en van Minnertsga vind

2024-09-11T09:00:40+00:0011 september 2024|0 Reacties

Toen in 1994 het christelijk onderwijs (school aan de Tilledyk) in Minnertsga 125 jaar bestond is er een jubileumboek uitgegeven dat door de auteurs Gosse Vogel en Klaas Hamer is opgesteld. Zij hadden ook oud-schoolmeester Jan Hendrik Bos [1914-1999] gevraagd om in formatie aan te leveren. Dat heeft hij gedaan in de vorm van een brief, maar dat paste kennelijk niet in de opzet van het boek. Zijn verhaal is in ieder geval niet opgenomen maar het is wel bewaard gebleven.  Hieronder het verhaal dat we hier op deze website een plaats willen geven. Tekst tussen [ . . ] is redactioneel toegevoegd om het verhaal iets te verduidelijken.  Via Minnertsga vond ik mijn vrouw, Geertruida Moolhuizen [1914-1994], met wie ik nu al meer dan 50 jaar gelukkig ben. Ze [dochter van predikant Hervormde kerk] woonde van 1920 tot 1929 in Minnertsga en bezocht daar de lagere school. Toen ze in 1929 naar Oostwold was verhuisd, logeerde ze nog wel eens in Minnertsga, bij vriendinnen. Haar ouders, zusters en broer spraken ook altijd met dankbaarheid over hun jaren in Minnertsga doorgebracht. Onze oudste zoon trouwde in 1968 in Minnertsga met Anneke Joostema, ook een oud-leerlinge van de school. In 1933 solliciteerde ik als onderwijzer in Minnertsga, in de vacature A. Kornelis. In Sondel, waar ik een tijdelijke betrekking had vanwege de dienstplicht van mijn collega P. Kloosterman, bezochten de bestuursleden burgemeester B. Anema (voorzitter) [burgemeester], S. Faber, W. Jelgerhuis en het hoofd der school A. Bergsma mij om enkele lessen van mij bij te wonen. De dag ervoor had ik bericht ontvangen van het schoolbestuur van Makkum, dat ik in de vacature daar niet benoemd was, omdat ik in militaire dienst moest. Ze zouden voor mij dan een tijdelijke onderwijzer moeten nemen. Dit was een bezwaar. Dit bericht had mij somber gestemd. Tegen de heren uit Minnertsga zei ik: “U kunt ook wel weer teruggaan. Ik word toch niet benoemd.” “Nou”, zei de voorzitter, “waarom niet?” Mijn antwoord was: “Ik moet nog in militaire dienst”.  “Je gaat toch niet vrijwillig in dienst”, zei de heer Anema, “je zult daar geen scha van hebben”. Het is te begrijpen, dat ik het schoolbestuur en het hoofd der school zeer dankbaar was, toen ik enkele dagen later bericht ontving, dat ik benoemd was m.i.v. 1 mei 1933. De heer Bergsma zorgde voor een voortreffelijk kosthuis bij de familie A. Wassenaar op de Molepolle. Meester Jan Hendrik Bos (1914-1999), hij was van 1933 tot 1937 onderwijzer in Minnertsga Onder leiding van de heer Bergsma heb ik veel geleerd. Als je pas je onderwijzersakte behaald heb, moet je in de praktijk onder goede leiding het vak echt nog leren. Ook de collegiale omgang met de dames A. Wagenaar, A. V.d. Berg en A. Leemans en de heren J. Anema, A. Jelgerhuis en J. Miedema was bijzonder goed. Toen ik 10 maanden in militaire dienst moest, werd ik vervangen door de heer R. Reitsma. [...]

17 08, 2024

Meinardswei 7 en vroegere bewoners

2024-08-19T12:09:55+00:0017 augustus 2024|0 Reacties

In het februarinummer (2024) van de dorpskrant stond het verhaal over de bewoners van Tsjillen 14. Als je onderzoek doet naar de verschillende panden in het dorp en je maakt er een verhaal van, dan beginnen de panden meer tot de verbeelding te spreken. Je komt er dan achter hoe het vroeger moet zijn geweest en wat er nu anno 2024 van geworden is. Dat is ook het geval met het pand Meinardswei 7 en de achterliggende bebouwing tot aan de Tsjillen. In dit onderzoek gaat het om het omlijnde grondvlak op het kaartdetail van de kadastrale kaart uit 1832. Het grondvlak was vroeger omsloten door de vaart die Tzummarum en Minnertsga over het water met elkaar verbond. De vaart kwam uit in de dorpskom maar het water liep ook door om de kerk heen. Het water onder de brug door ter hoogte van de Hege Buorren liep door tot de boerderij Hermana-state. Ten zuiden van de kerk liep de vaart door tot ongeveer het transformatorgebouw aan het begin van de Tsjerkestrjitte. De aftakking in het midden van de tekening stond in verbinding met het Wiid. Maar . . . . terug naar het omlijnde grondvlak waarop vier kadastrale percelen zijn te zien. Het witte perceel aan de zijde van de Meinardswei was het erf dat bij de drie roze gekleurde percelen hoorde. Die percelen waren woningen die vroeger genummerd waren met de huisnummer 72, 72a en 72b waarbij 72 aan de zijde van de huidige Meinardswei lag. Grote pand Meinardswei 7 met erf voorzijde pand. Het bruidspaar is Taeke Penninga en Hendrikje Elsinga (foto 1941) Bewoners 1830 - 1860 De percelen staan in 1832 op naam van Antje Gerbens Meeter (1767-1847) en mede-erfgenaam, haar dochter Trijntje Hijtjes Vellinga (1792). Antje had ook nog een zoon Gerben maar die is in 1828 op 27-jarige leeftijd ongehuwd overleden. Antje was getrouwd met Hijltje Tjeerds Vellinga. Van Hijltje (Hyltje, Hieltje) weten we alleen dat hij in 1758/59 geboren is en dat hij, ‘Tegens ’t houden van ’s Heeren H. Avondmaal is dez 14 November [1794] na voortgaande Belijdenis tot Lidmaat der gemeente aangenomen’ in de Hervormde kerk in Minnertsga. Op 16 oktober 1808 is hij overleden. Detail kadastrale kaart 1832 De volksteling van 1830 geeft aan dat in het huis met nummer 72 Sybren Jans Ruygh en Trijntje Hijltjes Tellinga (Vellinga) wonen. Sybrand komt van oorsprong van Terschelling en is boerenknecht. Zij wonen er met hun drie kinderen en met Trijntje haar 63-jarige moeder, Antje Gerbens Meeter. Bij hen in woont dan ook nog de 14-jarige Lijsbeth Jans Visser van Sexbierum die als dienstmeid staat geregistreerd. In het huis met nummer 72a wonen de timmerknecht Jan Oebes Wijnalda en zijn vrouw Antje Rintjes van der Tuig en hun drie maanden oud dochtertje. In het huis 72b wonen de kooltjer (tuinder) Kornelis Douwes Wiersma en zijn vrouw Uilkje Hoekstra. Zij zijn in mei 1851 geëmigreerd naar Noord Amerika. In 1840 [...]

8 08, 2024

Herinneringen van Eke Spijksma – Schotanus (1914-2006)

2024-08-08T08:09:32+00:008 augustus 2024|0 Reacties

Toen in 1994 het christelijk onderwijs (school aan de Tilledyk) in Minnertsga 125 jaar bestond is er een jubileumboek uitgegeven dat door de auteurs Gosse Vogel en Klaas Hamer is opgesteld. Zij hadden ook Eke Schotanus gevraagd om in formatie aan te leveren. Dat heeft zij gedaan in de vorm van een eigen verhaal, maar dat paste kennelijk niet in de opzet van het boek. Haar verhaal is in ieder geval niet opgenomen maar het is wel bewaard gebleven. Het geeft een tijdsbeeld van Minnertsga vroeger over de lagere schooljaren van Eke. Hieronder het verhaal dat we hier op deze website een plaats willen geven. Tussen [ . . ] is tekst die wij als redactie er tussen hebben gezet. Yn 1920 gie ik nei skoalle. Net op 1 april, sa't doe de gewoante wie, mar om krekt te wêzen op 15 april. Op 7 april lês ik yn beppe [red. waarschijnlijk Eke Feikes Schaaf] har oantekens is 'de School ingewijd'. Der is krekt in nije skoalle boud en de earste dagen fan april is 't grut feest. Ik wit dat noch bêst en blykber hat it noch wol wat duorre foar't alles yn oarder wie. Wy moasten [op skoalle] earst streekjes lûke, fan links ûnder, nei rjochts boppe-oan. By Juffrou van der Wal, dochter fan ús dûmny. Ik wie op skoalle altiten like fûl, doe ek al, en hie it aardich goed dien, tocht ik. Juffrou wie ek net ûntefreden . Mar doe't wy op in moarn nei hûs giene, seach ik op 'e efterste bank in bledsje mei folle moaiere streekjes. Dat stie my net oan. Letter krige ik yn de gaten dat dat famke sitten bleaun wie en it dus foar de twadde kear die. Wy brûkten hast altiten ús laai. Der hearde fansels in spûns en in griffel-doas by. Grize griffels mei fine puntsjes en in kleurich pepierke om de boppeste helt. Yn de spûnsdoaze hie min in spûnske om it wurk út te faaien en in lapke om de laai wer droech te meitsjen. Dat koe ôfgriselik stjonke!!!! Faak krigen wy in âld stikje lear fan ús beppe. Dan foel min fansels wol yn de prizen. Yn de hegere klassen kaam der in griene earte yn de spûnsdoaze. Der kaam dan in sprútsje oan. En elke dei waard it sprútsje langer. Mar dat wie letter. De earste dei op skoalle namen wy ek wat lekkers mei. Ik sjoch noch de punt-pûden, achter yn de klasse, op in boerd fan de kast lizzen. As wy goed ús bêst diene, sei ús juffrou, krigen wy der wat út. As ik der ris oer neitink kin ik it measte fertelle, tocht ik, oer de hegere klassen. Fan de juffen, juffrou seinen wy doe, is net it measte hingjen bleaun. Yn de earste - gjin rapport - twadde en tredde klasse hiene wy juffer N.C.Z v.d. Wal - juffrou Nel. 31-12-'22 kaam master A. Algra yn ús klasse. Us heit en mem seine dat hy [...]

27 07, 2024

Dorpsarchief is verhuisd naar nieuwe huisvesting

2024-07-31T04:32:53+00:0027 juli 2024|0 Reacties

Een bijzondere dag was het afgelopen donderdag! In januari 2022 zijn we met het dorpsarchief verhuisd van de bibliotheek in St. Annparochie naar het MFA De Doarpsfinne in Minnertsga. Wat waren we als vrijwilligers blij met die ruimte, ondanks dat we geen daglicht hadden in de ontvangstruimte en het niet echt representatief was. Maar nu . . . . . . ruim twee jaar later, dit slaat alles!!! Afgelopen donderdag is het hele archief verhuisd naar de nieuwe huisvesting waar we gebruik van mogen maken. Het oude Alibi-gebouw naast het De Doarpsfinne is omgetoverd van een ‘súterige boel’ naar een prachtige ruimte met een mooie stamtafel en een multifunctionele inrichting. We hadden donderdag even ‘it swit op ‘e kop’ maar we zijn over. We hopen in de toekomst veel bezoekers mogen te ontvangen ‘om efkes te eameljen oer eartiids’, verhalen te horen en wellicht nog meer foto’s en documenten over ‘ús doarp’ te ontvangen. Er is ruimte genoeg! Namens de werkgroep Minnertsga Vroeger, dank aan alle vrijwilligers en besturen MFA Doarpsfinne en Vereniging Plaatselijk Belang Minnertsga e.o.

23 02, 2024

Eerste bewoners Tsjillen 14

2024-02-23T13:52:29+00:0023 februari 2024|Reacties uitgeschakeld voor Eerste bewoners Tsjillen 14

Vorig jaar ontvingen we in het dorpsarchief enkele documenten en wat foto’s uit de nalatenschap van IJsbrand Groeneveld (1919-1990). Hij was in zijn werkzame leven kleermaker bij de fa. Schotanus. Bij de documenten zat ook een foto van zijn woning, Tsjillen 14. In de top van de gevel staat met muurankers het jaartal 1797. De woning is dus meer dan twee eeuwen oud. Tijd om de geschiedenis van het pand en de eerste bewoners uit het verborgen verleden op te diepen. Bouw in Bataafs-Franse tijd De bouw van dit pand was in de Bataafse-Franse tijd, de periode tussen 1795 en 1813 waarin de Nederlanden onder Franse invloed stonden. Tot 1806 is er sprake van een overwegend Nederlands bestuur, daarna nemen de Fransen de touwtjes zelf in handen, eerst onder koning Lodewijk Napoleon en vanaf 1810 door de inlijving bij het Franse keizerrijk. In deze context is aan het einde van de 18e eeuw deze woning gebouwd op het huidige adres Tsjillen 14. Kadaster Een van de gevolgen van de inlijving bij het Franse keizerrijk was dat de grondbelasting werd ingevoerd. Om die belasting te kunnen heffen wordt er gestart met het opmeten, schatten en tenaamstelling van de grondeigendommen. Daarmee begint de opbouw van het Kadaster dat sinds 1832 officieel bestaat. In de lijst van het Kadaster van dat jaar, vinden we de tenaamstelling van woning met erf en moestuin. De eigenaar/gebruiker in 1832 is Eelko Jakobus Alta (1801-1867). Hij is secretaris van de grietenij (later gemeente) Barradeel en ondersteund hij de grietman van Barradeel, Carel Emilius Els Collot d'Escury, die zijn residentie heeft op Klein Hermana-state. Minnertsga was in die tijd de hoofdplaats van de grietenij en daarom was de secretarie ook gevestigd in het dorp en wel aan de ‘Tjiellen’. Eelko Jacobus Alta heeft in januari 1827 het pand gekocht met erf en ‘hoving’ voor de koopsom van ƒ 2600. Bij de koop inbegrepen waren wat ‘losse goederen’ die bij het pand hoorden. Dat was een toonbank, een letterkastje, twee schrijflessenaars en een groen geverfde kast met deuren. Deze spullen staan op het moment van de koop in het kantoor en allemaal spullen die annex zijn met een secretarie. De toonbank zal in deze context wel een soort van ontvangstbalie zijn geweest om burgers te ontvangen die aangifte kwamen doen van geboorte of overlijden of andere burgerlijke zaken. Alles lijkt er dus op dat er al eerder een secretaris is het pand was gevestigd. En dat blijkt ook wel als we wat verder in het verleden duiken.   Eeuwe Smit en Juliana van Slooten Voordat Eelko Jacobus Alta eigenaar was van het pand, was het eigendom van de Harlingers Eeuwe Hendriks Smith en Juliana van Slooten. Zij hebben op 17 september 1819 de woning gekocht van Sijtske Baukes die weduwe was van Tjalling Wijbes (Terpstra). Naar alle waarschijnlijkheid was dit echtpaar de eerste bewoners en hebben zij de woning laten bouwen, maar een concreet bewijs daarvan ontbreekt tot nu toe. [...]

Ga naar de bovenkant