Toen in 1994 het christelijk onderwijs (school aan de Tilledyk) in Minnertsga 125 jaar bestond is er een jubileumboek uitgegeven dat door de auteurs Gosse Vogel en Klaas Hamer is opgesteld. Zij hadden ook oud-schoolmeester Jan Hendrik Bos [1914-1999] gevraagd om in formatie aan te leveren. Dat heeft hij gedaan in de vorm van een brief, maar dat paste kennelijk niet in de opzet van het boek. Zijn verhaal is in ieder geval niet opgenomen maar het is wel bewaard gebleven. Hieronder het verhaal dat we hier op deze website een plaats willen geven. Tekst tussen [ . . ] is redactioneel toegevoegd om het verhaal iets te verduidelijken.
Via Minnertsga vond ik mijn vrouw, Geertruida Moolhuizen [1914-1994], met wie ik nu al meer dan 50 jaar gelukkig ben. Ze [dochter van predikant Hervormde kerk] woonde van 1920 tot 1929 in Minnertsga en bezocht daar de lagere school. Toen ze in 1929 naar Oostwold was verhuisd, logeerde ze nog wel eens in Minnertsga, bij vriendinnen. Haar ouders, zusters en broer spraken ook altijd met dankbaarheid over hun jaren in Minnertsga doorgebracht. Onze oudste zoon trouwde in 1968 in Minnertsga met Anneke Joostema, ook een oud-leerlinge van de school.
In 1933 solliciteerde ik als onderwijzer in Minnertsga, in de vacature A. Kornelis. In Sondel, waar ik een tijdelijke betrekking had vanwege de dienstplicht van mijn collega P. Kloosterman, bezochten de bestuursleden burgemeester B. Anema (voorzitter) [burgemeester], S. Faber, W. Jelgerhuis en het hoofd der school A. Bergsma mij om enkele lessen van mij bij te wonen. De dag ervoor had ik bericht ontvangen van het schoolbestuur van Makkum, dat ik in de vacature daar niet benoemd was, omdat ik in militaire dienst moest. Ze zouden voor mij dan een tijdelijke onderwijzer moeten nemen. Dit was een bezwaar. Dit bericht had mij somber gestemd. Tegen de heren uit Minnertsga zei ik: “U kunt ook wel weer teruggaan. Ik word toch niet benoemd.” “Nou”, zei de voorzitter, “waarom niet?” Mijn antwoord was: “Ik moet nog in militaire dienst”. “Je gaat toch niet vrijwillig in dienst”, zei de heer Anema, “je zult daar geen scha van hebben”. Het is te begrijpen, dat ik het schoolbestuur en het hoofd der school zeer dankbaar was, toen ik enkele dagen later bericht ontving, dat ik benoemd was m.i.v. 1 mei 1933. De heer Bergsma zorgde voor een voortreffelijk kosthuis bij de familie A. Wassenaar op de Molepolle.
Onder leiding van de heer Bergsma heb ik veel geleerd. Als je pas je onderwijzersakte behaald heb, moet je in de praktijk onder goede leiding het vak echt nog leren. Ook de collegiale omgang met de dames A. Wagenaar, A. V.d. Berg en A. Leemans en de heren J. Anema, A. Jelgerhuis en J. Miedema was bijzonder goed. Toen ik 10 maanden in militaire dienst moest, werd ik vervangen door de heer R. Reitsma.
In 1937 overlegde ik met de heer Bergsma eens van school te veranderen. Hij gaf mij de raad dit te doen en zei: “Het is een goede zaak om na 4 jaar ook eens ervaring op te doen in een andere school.” In Hattem was een vacature aan een school met 13 onderwijzers en onderwijzeressen. De heer Bergsma zei: “Solliciteer maar. Ik zal mijn best doen.” Hij wist dit goed aan te pakken. Ik herinner me, dat mijn schoonvader, die in Minnertsga bestuurslid van de school was, toen het hoofd, de heer Bakker vertrok, mij het volgende over de heer Bergsma vertelde: “Als bestuurscommissie bezochten we in de vacature Bakker een sollicitant, de heer Bergsma, hoofd der school in Gieterveen. Toen we het lokaal van de heer Bergsma binnenkwamen, zongen de Drentse kinderen spontaan het Fries Volkslied. De heer Bergsma had onze harten gestolen en werd benoemd. Het schoolbestuur heeft daar nooit spijt van gehad.” Enkele bestuursleden en het hoofd van de school in Hattem kwamen mij in de school bezoeken, spraken daarna met de heer Bergsma en een paar dagen later kreeg ik bericht, dat ik benoemd was.
Eind mei 1937 nam ik afscheid van mijn 51 leerlingen in Minnertsga en op 1 juni werd ik welkom geheten door mijn 62 toekomstige leerlingen in Hattem. Grote klassen waren in die tijd geen zeldzaamheid.
In Minnertsga heb ik altijd veel open deuren aangetroffen, vele goede contacten gehad en vrienden gevonden. Met dankbaarheid denk ik hieraan terug. Dat de school een samen gaan was van Hervormden en Gereformeerden heeft ongetwijfeld bijgedragen tot een goed sfeer en eenheid in het dorp.
J.H. Bos
Geef een reactie