Oorlogsjaren op de Miedleane (deel I)

2024-02-01T05:43:11+00:0019 april, 2015|0 Reacties

Wanneer in de nacht van 15 mei 1940 Nederland capituleert, stelt de Duitse bezetter een eigen bestuur in met Arthur Seyss-Inquart als rijkscommissaris. Hij werd op 29 mei 1940 geïnstalleerd. Zeker in de beginperiode was dit een burgerlijk bestuur en geen militair bestuur. Hitler had hiervoor om ideologische redenen gekozen. Hij vond dat Nederland een broedervolk was en dus voor het Nationaal Socialisme moest worden gewonnen. Ook economische motieven speelden een rol en veel directies van grote bedrijven waren in die periode de Duitsers ter wille. Voor veel bedrijven was dit uitermate rendabel  en ook het midden- en kleinbedrijf profiteerde van de opleving. Dit veranderde al spoedig in 1941 toen duidelijk werd dat de oorlog wel eens langer kon duren dan verwacht. De situatie werd al spoedig grimmiger, vooral na de februari staking. Uiteraard ging de bezetting ook niet aan Minnertsga en daarmee aan de Miedleane voorbij.    August Seidel was verantwoordelijk voor de gang van zaken en had de leiding. Veelal werd hij vergezeld door  een jonge soldaat afkomstig uit Würzburg en een tweetal Nederlandse SS-militairen die uit Limburg kwamen. De totale eenheid bestond uit ongeveer dertien soldaten. Eind 1942 beginnen de Duitsers op steeds grotere schaal goederen te vorderen. Complete gebouwen, auto's, rijwielen, radiotoestellen, koper en zelfs paarden werden ingenomen door de Duitsers. Miedleane 23 met Tjeerd Boomsma Dokter Gramsbergen had zijn auto verborgen onder het hooi  in het lytshûs van de boerderij op Miedleane nummer 8 omdat de Duitsers deze anders  in zouden vorderen. Deze boerderij was  in het bezit van Gijsbert Tjeerds Boomsma die in 1942 kwam te overlijden. De schuur is dan al afgebroken en van de woning is een dubbele woning gemaakt met de huisnummers 8 en 10a. Wanneer de Duitsers de auto vinden, een DKW, blijkt dat de wielen er zijn afgehaald en de motor is eveneens gedemonteerd. De wielen waren bij dokter Gramsbergen in de zandbak verborgen en de motor lag  onder een grote stapel turf op de zolder van Gerrit  Boomsma op Miedleane 25. Deze boerderij stond aan het eind van de Miedleane aan de rand van het  Ald Meer (Oude Meer) en staat daar nog steeds. De Duitsers waren uiteraard uiterst verbolgen over het feit dat de auto onbruikbaar was. Wanneer de Duitsers een aantal malen bij Gerrit Boomsma binnenvallen besteden zij geen aandacht aan de stapel turf maar bij een latere razzia besluiten zij dat ze de stapel turf alsnog willen onderzoeken. Gerrit Boomsma, die zich realiseerde in welk gevaar hij verkeerde, verbleekte niet maar ging op zijn knieën voor de stapel turf liggen en riep tegen zijn arbeider Tjeerd Vrieswijk: “Kom litte we se efkes helpe”. De Duitsers waren volkomen uit het veld geslagen door deze medewerking en vonden het toen niet meer nodig om nog verder te zoeken. Ook hadden  August Seidel en zijn soldaten regelmatig de gewoonte om op Miedleane 25 te verschijnen en dan de fietstassen met appels te vullen uit het hof achter de boerderij. Toen zij op een dag weer op Lees meer