20 02, 2016

Melkhandel en SRV-wagen Stallinga

2016-02-20T15:44:46+00:0020 februari 2016|0 Reacties

In 1957 nam Jan Stallinga, samen met zijn echtgenoot Grietje Stellingwerf, de melkhandel over van zijn schoonouders Hein Stellingwerf en Klaaske Spoelstra. Zij woonden toen allemaal in het pand aan de Lytse Buorren 8. In de jaren daarvoor hielpen Jan en Grietje al mee in de melkhandel van Hein Stellingwerf. Ook Hein zijn broer Anne hielp toen mee. Hein Stellingwerf en Jan Stallinga met Klaske Anneke. Hein Stellingwerf is rond 1900 met de melkhandel begonnen, daarvoor had hij een groentehandel. Zij brachten de melk langs bij de mensen thuis; eerst met een hondenkar en later met een skokarre. De skokarre werd later vervangen door een zwarte T-Ford. Met dit gemotoriseerde vervoer werd niet alleen meer melk uitgevent, maar werd het assortiment uitgebreid met karnemelk, yoghurt en sûppengrottenbrij.   De T-Ford werd later opgevolgd door een zogenaamde Elektrische-hond. Dat was een open kar met twee wielen achter en een voor. Dat ene voorste wiel werd aangedreven door een elektrische motor met een grote accu. Later werd deze kar voorzien van schuifdeuren om de zuivelproducten te beschermen. Die zuivelproducten zaten in grote stalen melkbussen. Pas later kwamen de flessen en pakken. In 1966 had Jan Stallinga de primeur met de eerste rijdende zelfbedieningswinkel in Friesland. Burgemeester De Roos van de toenmalige gemeente Barradeel verrichtte de feestelijke opening van de Govatruck. Het assortiment bestond inmiddels niet alleen meer uit zuivelproducten, maar ook andere levensmiddelen waren in de wagen verkrijgbaar zoals jam, koekjes, snoepjes, koffie, thee, bier en frisdrank. Later is hieruit de zogenaamde SRV-wagen voortgekomen, opgericht door de vereniging van zelfstandige melkhandelaren. In 1968 is het pand aan de Lytse Buorren verbouwd. Er werd een etage bovenop gebouwd voor het inmiddels vijf kinderen tellende gezin. Achter het huis werd een loods neergezet om de rijdende winkel onderdak te bieden. Ook werd deze loods gebruikt voor de opslag van de goederen, die gedeeltelijk in de koelcel werden geplaatst. Hoewel er geen winkel was, kwamen er toch ook veel klanten aan de deur bij Griet. Jan en Griet Stallinga hebben 20 jaar een bloeiende zaak gehad. De eerste rijdende winkel, een Govatruck, werd opgevolgd door een grotere, een Speykstael. Griet en Jan hebben de zaak altijd gerund zonder personeel. Ook de kinderen droegen hun steentje bij. Een echt familiebedrijf.                   Met dank aan dochter Henny Rondaan-Stallinga en Dooitze Zwart.

7 09, 2013

Melkboer Jan Stallinga had primeur met rijdende winkel

2013-09-27T18:44:50+00:007 september 2013|1 Reactie

In de provincie Noord-Holland reden in 1966 er al een aantal. Maar Minnertsga had de primeur voor Friesland; een rijdende zuivel-zelfbedieningswinkel.  De Minnertsgaaster melkboer Jan Stallinga durfde het risico aan om in een tijd van branchevervaging te investeren in een rijdende winkel. Rijdende winkel van Jan Stallinga Tot in de jaren '60 van de vorige eeuw kon de detailhandel nog ingedeeld worden in talrijke van elkaar te onderscheiden categorieën. Naast de melkboer kenden we bijvoorbeeld de slager, bakker, groenteboer, de kruidenierswinkeltjes, de tabakswinkel en de manufacturenwinkel. Geleidelijk aan zag je gebeuren dat bepaalde winkels op elkaars terrein gingen komen. Kruideniers gingen bijvoorbeeld zuivelproducten, ‘fijne’ vleeswaren en tabaksartikelen verkopen. De kruideniers gingen over op zelfbedieningswinkels, dus kon ook de melkboer niet achterblijven in deze branchevervaging. Hij wilde op zijn beurt kruidenierswaren verkopen, maar daar had wel een ander vervoermiddel voor nodig dan de ‘brijkarre’; een driewieler met een trekmotor er voor. De detailhandelaar wilde in het algemeen liefst een groot mogelijk assortiment aan de huisvrouw aanbieden. Hoewel de ‘winkelman’ zijn kruidenierswinkel inmiddels had omgebouwd tot een zelfbedieningswinkel, bracht hij ook nog veel boodschappen bij de klant thuis. De ene dag noteerde hij bij de klant de bestelling in het winkelboekje en de volgende dag bracht hij de doos met boodschappen bij de klant. Met een zogenaamde rijdende winkel had je dat probleem niet. Hierin zag Jan Stallinga een gedurfde uitdaging. Het was een flinke stap vooruit als besluit een wagen aan te schaffen, waarin de klant zelf kan binnenkomen en zijn artikelen kan uitzoeken. Dat heeft voordelen: de klant hoeft niet meer in weer en wind niet meer bij de ‘brijkarre’ te staan wachten en hij vlak voor zijn eigen deur kiezen uit een vrij omvangrijk assortiment zuivel en kruidenierswaren. 'Brijkarre' vlnr: Folkert Hein Stellingwerf en Jan Stallinga met dochtertje Klaaske Anneke (bijschrift gewijzigd na reactie) Op 21 juli 1966 werd de eerste rijdende winkel van Friesland officieel in gebruik gesteld. Er waren nogal wat ‘pommeranten’ naar Minnertsga gekomen om Jan Stallinga en zijn familie alle succes te wensen met de nieuwe aanwinst. De officiële openingshandeling werd verricht door de burgemeester van de gemeente Barradeel, mevrouw De Roos en de heer C. Boonstra – de later veel meer bekend geworden Cor Boonstra – van de Friese Bond van Zelfstandige Melkhandelaren. Juist in een tijd dat in Barradeel de jongere bevolking wegtrok naar andere streken en de blijvende bevolking verouderde, was deze nieuwe vorm van Winkel-aan-huis een antwoord en tevens een antwoord op de branchevervaging die de kruideniers hadden ingezet. De heer Bloksma sprak namens de Middenstandsvereniging Barradeel en hij was het met de burgemeester eens, dat de middenstand in de gemeente alles doet om het de klant naar de zin te maken. Hij sprak de verwachting uit, dat de bevolking van Minnertsga de heer Stallinga dankbaar zal zijn voor deze nieuwe voorziening. Als laatste sprak Klaas Schotanus namens de middenstand in het dorp. Hij betrok in de gelukwensen ook de broers Hein en Oane Stellingwerf. Oane Stellingwerf [...]

Ga naar de bovenkant