Omzwervingen gevelsteen boerderij Sixma-state

2013-12-01T19:41:00+00:001 december 2013|1 Reactie

Na afbraak van de stelpboerderij Sixma in 1913 is van het gesloopte bouwmateriaal bij Warstiens een nieuwe stelpboerderij opgebouwd. Met het verplaatsen van het gesloopte materiaal naar Warstiens, kwam ook de oude gevelsteen daar terecht. Maar na een omzwerving via Wageningen kwam de steen uiteindelijk weer terecht in Minnertsga.   Sixma-state Waar stond die boerderij? De boerderij Sixma(-state) lag vroeger ten zuiden van het dorp. Vanuit het dorp gezien aan het einde van de Sixma van Andalwei links afslaan. Dan over de toegangsweg naar de boerderij van de familie Tjalma (W. Binnemaleane 1). Na die boerderij is het dan nog ongeveer vijftig meter lopen en je bent bij het perceel waarop vroeger de stelpboerderij Sixma heeft gestaan. In het Stemkohier van 1640 wordt de boerderij al genoemd. Die is dan eigendom van heer Van Sixma. In 1700 is de boerderij in eigendom bij de erven van Agge Van Sixma. Om nu de hele geschiedenis van de eigenaren en de huurders precies te beschrijven in dit artikel, is naar mijn idee niet passend. Het gaat per slot van rekening om het verhaal rond de gevelsteen. [hotspot id=1151 /]   Gevelsteen Op enig moment verkeerde de oude boerderij kennelijk in slechte staat dat er een nieuwe moest worden gebouwd. Die nieuwe, van het type stelpboerderij, is in 1885 gebouwd getuige een gevelsteen. Volgens de gevelsteen is de eerste steen gelegd door twee meisjes: Ypckjen en Clara Lycklama à Nijeholt die toen twaalf en acht jaar waren. Wie waren nu die twee meisje en wat was de relatie met deze nieuwe stelpboerderij? Ypckjen (1873-1916) en Clara (1877-1902) waren dochters van Jonkheer Augustinus Lycklama à Nijeholt en Anna Adrianna Cornelia Sixma van Heemstra. In 1640 en 1700 is de boerderij al eigendom van de familie Van Sixma. Door vererving is het eigendomsrecht geheel of deels terecht gekomen bij de moeder van deze beide meisjes. Stelpboerderij In het boekje ‘Minnertsga, bydrage ta syn skiednis’ beschrijft de auteur P.B. Winsemius de stelpboerderij als volgt. ‘De moaije, greate, bipanne stjelp (west-east), mei útsicht op it westen, it foarste diel mei blauwe pannen, it efterste diel, de skuorrûmte dus, mei reade pannen dutsen, dy’t tige heech lei, joech oant it lânskipsbylf súdlik fan it doarp tekening’. De laatste pachters van de boerderij waren: Rinse Tane Vellinga, Wytse Schuiling en als allerlaatste Tjipke Pieters Wijngaarden. In de herfst van 1912 is de stelpboerderij openbaar verkocht en kwam uiteindelijk in handen van notairs Ottema. Tjipke Pieters heeft er gewoond tot 12 mei (âlde maaie) 1913, de dag waarop de meeste pachtcontacten en arbeidsovereenkomsten werden beëindigd of opnieuw werden gesloten. Tot voortzetting van het pachtcontract is het niet gekomen. Hoewel Tjipke Pieters een goede veehouder was – hij uitmuntend jong- en melkvee die op vijf na allemaal ingeschreven stonden in het Friesch Rundvee-stamboek – moest hij door gezondheidsomstandigheden afscheid nemen van het boerenbedrijf. Hij liep toen tegen de zestig toen hij op 3 april 1913 noodgedwongen boelgoed moest houden. Van Sixma-state is hij toen verhuist naar Franeker waar hij
Lees meer . .