11 01, 2019

24 Barradeelsters op de William and Mary

2019-09-15T13:18:20+00:0011 januari 2019|0 Reacties

Op zaterdag 26 februari 1853, een bitterkoude dag waarop nog vers gevallen sneeuw ligt, verzamelt zich een groep Friezen op de kade in Harlingen. Daar nemen ze in tranen afscheid van hun familieleden. Ze weten dat ze hen nooit weer terug zullen zien. Om 11 uur die ochtend zullen ze hun heitelân voor altijd verlaten in de hoop een betere toekomst op te bouwen in Amerika. Het plan is om eerst met het stoomschip City of Norwich te varen van Harlingen naar Lowestoft, dan per trein naar Liverpool en vandaar de oceaan over, naar de nieuwe Amerikaanse staat Iowa. Organisator van de reis en leider van de groep is Oepke Bonnema, een 28-jarige graanhandelaar uit Kimswerd. Hij zal zorgen voor het transport naar Iowa en voor de aankoop van grond. Daar zullen de emigranten een nederzetting stichten en later aan Bonnema zijn investeringen terugbetalen. 92 Friezen hebben zich aangemeld, waarvan 24 uit de voormalige grietenij Barradeel. De Amerikaanse historicus Kenneth A. (Ken) Schaaf heeft een boek geschreven over de reis die deze Friese emigranten in 1853 ondernamen naar de Verenigde Staten. Het heet In Peril of the Sea: The forgotten story of the William and Mary shipwreck en is in 2018 uitgegeven bij Van Raalte Press, Holland Michigan. Dit artikel maakt voornamelijk gebruik van zijn boek om de belevenissen van de emigranten uit Barradeel te beschrijven. Hoe is de situatie in Barradeel in het midden van de 19e eeuw? William & Mary Rond 1850 is de economische en sociale situatie in Nederland slecht. In Friesland en ook in Barradeel is deze zo mogelijk nog slechter dan in de rest van het land. Vanaf het midden van de jaren veertig is er een agrarische crisis, veroorzaakt door mislukte aardappel- en graanoogsten als gevolg van ziekten. Boeren ontslaan hun knechten om het hoofd boven water te kunnen houden. Er is wel wat industrie maar deze stelt heel weinig voor. Vooral de situatie van de arbeidende klasse is beroerd. Daarbij komt dat na 1834 de Afscheiding op gang is gekomen, een uittocht van orthodoxe christenen uit de (te modern geachte) Hervormde kerk. Deze groep van Afgescheidenen wordt aanvankelijk door de overheid vervolgd. De samenloop van economische, sociale en religieuze factoren brengt een emigratiegolf teweeg onder bewoners van het platteland, ook vanuit Barradeel. Vanaf de jaren veertig zijn er al groepen mensen geëmigreerd naar de Verenigde Staten van Amerika, het beloofde land. Hun brieven aan de achterblijvers, waarin gesproken wordt over een overvloed aan land, ongekende mogelijkheden voor werk en elke dag vlees op je bord, halen veel arme mensen over om ook te gaan emigreren. Hoe is de reis verlopen?  De reis van de groep Friezen is rampzalig verlopen. De overtocht van Harlingen naar Lowestoft duurt, door zware storm, 42 uur in plaats van de 13 die er normaal voor staan. Daardoor komen ze te laat in Liverpool aan. Het snelle stoomschip City of Philadelphia zit dan al vol. Daarom moeten ze 14 dagen wachten op een veel minder goede boot,
Lees meer . .

7 12, 2012

E-mailbericht uit 1915

2013-01-04T14:50:48+00:007 december 2012|0 Reacties

Ruim vijftien jaar geleden kocht ik voor mijn verzameling een oude prentbriefkaart van ‘Groeten uit Minnertsga’. De kaart is gestempeld op 18 februari 1915 in Minnertsga, maar er zit geen postzegel op. Op zich is het niet vreemd dat deze kaart niet met ‘porto is bezwaard’ zoals dat officieel heet, want het gaat hier om een groet naar een milicien die ten tijde van de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 gemobiliseerd was in Haarlem. Poststukken van en naar miliciens waren in die tijd vrijgesteld van portokosten. Achter op de kaart staat een kort berichtje en dat maakt zo’n kaart nog interessanter dan dat de kaart op zich al is. Zo’n prachtige kaart geeft een aardige indruk van hoe het vroeger was in het dorp. Tegenwoordig sturen we in dit soort gevallen een E-mailbericht en voegen daar een foto toe als bijlage. Eigenlijk verschilt het principe van een prentbriefkaart niet veel van een E-mail. Op 18 februari 1915 lag deze prentbriefkaart op tafel in de roef aan boord bij de Walter Ales Hylkema (1870-1940) en Trijntje Eiberts Sikkema (1870-1935). Walter is turfschipper en koopman en ligt dan met zijn schip in de havenkom in het dorp. De kaart was bestemd voor hun zoon Ale die op dat moment milicien is en in Haarlem was gemobiliseerd. Ale is dan nog geen twintig jaar als hij het Vaderland moet dienen. Wie de kaart heeft geschreven is niet uit de tekst op te maken, maar de kans is groot dat ‘mem’ Trijntje de kaart heeft geschreven. Op de kaart is de datum, die met potlood is geschreven, dezelfde als die van het poststempel. De kaart moet dus voor de laatste lichting van de postbus bij het hulppostkantoor aan de Stasjonstrjitte zijn gebracht. Voor het gemak ga ik er maar even vanuit dat haar man Walter Ales, die turfschipper en koopman was, er op uit was voor de handel. Maar het is op dat moment winter en het kan ook best zijn dat de Hylkema’s toen met het schip vastgevroren lag in de havenkom in het dorp. Het zijn allemaal maar veronderstellingen. Walter Hylkema en Trijntje Sikkema Hoe het ook zij, op de achterkant van de kaart is de volgende tekst nog waar te nemen: ‘Hedenmiddag bericht ontvangen, alles best aan het [ . . .] P. van der Veen heeft hier geweest met kunstmest. De groeten van haar. Wij zijn maar blij dat het aardig lijkt. Hier is ook thuis [. . .] voor wij vertrekken krijgt u eerst bericht. Zijt van ons allen gegroet maar vooral van uw vader en moeder en zusters’. Dus voordat de Hylkema’s met hun schip Minnertsga weer verlaten voor een vracht, sturen ‘heit en mem’ nog even een kaart naar Ale om hem op de hoogte te houden waar zijn ouders naar toe zijn om vracht op te halen. Wouter Hylkema, zoals hij in het dorp werd genoemd, had ook een of meerdere pramen in zijn bezit. Deze werden gebruikt voor de aan- en afvoer van vracht door
Lees meer . .

Ga naar de bovenkant