17 03, 2013

Haven wordt gedempt; rioolwater schoon

2013-09-08T05:39:07+00:0017 maart 2013|2 Reacties

Begin 1974 zag het er naar uit dat Minnertsga zou worden aangesloten op de persleiding naar de zuiveringsinstallatie tussen St. Jacobiparochie en St. Annaparochie, zodat de viezigheid van de haven zou verdwijnen.   De haven was toen een stinkend stuk water waar het gemeentelijk riool in uitkwam. In 1974 stond er niet eens zoveel water meer in de haven, het was hoofdzakelijk stinkende bagger. De haven deed toen al niet meer dienst als laadplaats voor bietenschepen. Haven omstreeks 1974 De veiligheid rond de haven baarde de omgeving vooral zorgen na de tragische verdrinking van de achttienjarige Haaie Hofstra in december 1973. Haaie was niet de eerste die in de haven is verdronken, want in februari 1966 kwam de vijfjarige Folkert Jan Stallinga in het vieze water om het leven. Drie jaar daarvoor raakte de toen zesjarige Baukje Sijbesma in de haven te water. Haar vader was toen bezig met het lossen van bieten vanaf de kade in het schip en merkte niets van het ongeluk. Gelukkig hoorde Pabe Tuinhof het gehuil van de kleine meid en spoedde zich naar de plaats waar het gehuil vandaan kwam. Hij slaagde er in het meisje te grijpen en behouden op de wal te brengen. Na deze gebeurtenissen hadden omwonenden aangeklopt bij het gemeentebestuur om adequate maatregelen te treffen. Burgemeester en wethouders dachten aan het plaatsen van een hek langs de hele haven en hoge kade. Maar daar is uiteindelijk van afgezien omdat kinderen de neiging hebben te gaan klimmen als er een hek staat, “en dan is de sitewaesje noch gefearliker” aldus de Minnertsgaaster wethouder Sijtse Bierma. Een unieke foto met de kerk en toren spiegelend in het water (ca. 1937). De straatverlichting ging ’s avonds om negen uur in de ‘nachtstand’ waardoor de omgeving van de haven dan al in volledige duisternis was gehuld. De bewoners uit de omgeving zouden hebben geklaagd bij de gemeente om daar verandering in te brengen, maar dat werd afgeschoven naar het P.E.B. in Leeuwarden. Want de straatverlichting werd daar centraal geregeld. Bovendien was het volgens wethouder Bierma het niet echt noodzakelijk om de woningen langs te haven te bereiken, want aan de haven staan alleen woningen die met de achterzijde naar de haven waren gericht. Dat was natuurlijk een argument van niets, er lag immers een openbare weg die ook al zodanig werd gebruikt. De ongerustheid over de gevaarlijke situatie bij de haven bleef bestaan en ook de verwijten richting gemeentebestuur bleven onverminderd. Het was dan ook wel begrijpelijk dat de omwonenden een snellere oplossing hadden gewild, maar de mogelijkheden tot een drastische aanpak waren er niet eerder. In 1974 stond de verbetering van de doorgaande weg tussen Minnertsga en Tzummarum op het programma. Omdat bij die gelegenheid veel grond moest worden verzet, is besloten tegelijkertijd de haven te dempen. In 1955 had men de havenkom in het dorp al gedempt. Bron: Leeuwarder courant 11 november 1963 Leeuwarder courant 16 januari 1974

4 01, 2013

Huis moet plaats ruimen voor straat

2013-01-04T15:26:00+00:004 januari 2013|0 Reacties

Met deze tekst kopte de Leeuwarder Courant op 12 augustus 1954 met erbij een prachtige foto van een rijtje van drie woningen. In mijn verzameling foto’s en prentbriefkaarten heb ik geen mooier beeld kunnen vinden van deze drie woningen, dan de foto in de krant. Waar is dit? Ten opzichte van de situatie van nu, is dit beeld vrijwel onherkenbaar te plaatsen. De foto zou daarom uitermate geschikt zijn als quizvraag: Waar is dit? Het enige wat herkenbaar is het hekwerk waarachter de fotograaf stond om deze foto te maken en de woning rechts. Midden huisnummer 50. Het hekwerk is de afscheiding van het kerkhof met de straat. En de woning rechts op de foto is Lytse Buorren 1. Alleen deze woning staat er anno 2013 nog. De ander twee zijn afgebroken en geruimd. Regeren is vooruitzien, stond er in de krant. ‘Deze wijsheid vergeet ook het gemeentebestuur van Barradeel niet en daarom heeft het in Minnertsga het middelste huisje op de foto aangekocht. Dit zal mettertijd worden afgebroken om plaats te maken voor de nieuwe straat tussen de Lytse Buorren en de Havenstraat. Overigens zullen de bewoners voorlopig nog niet behoeven te verhuizen, want de uitvoering van het uitbreidingsplan in Minnertsga zal in verband met het kleine bouwvolume nog wel even op zicht laten wachten’. Dat schreef de krant dus in 1954. In het begin van de jaren ’50 is de uitbreiding van de Tsjerkestrjitte gerealiseerd. In eerste instantie zijn de woningen aan de oostzijde van de straat gebouwd. Op een luchtfoto van 1953 is dat goed te zien. De grond waarop de woningen van de Havenstrjitte later zijn gebouwd, ligt er nog ongerept bij. Detail luchtfoto 1953 Wie goed de luchtfoto bekijk ziet dat het dak van het schip van de kerk nog open is. Men was toen druk bezig met de herbouw/restauratie van de kerk die in juni 1947 door brand was verwoest. Het dak op de toren is al wel weer aangebracht.   Wie hebben in de woning gewoond? Op een kadastrale kaart uit 1832 staat de woning ingetekend als kadastraal nummer B 484. De toenmalige bewoners was Frans Baukes Tilstra. Hij was getrouwd met Akke Jurjens Hamer. Frans was gardenier en kooltjer; hij had dus wat bouwland en tuinderij.   Kadasterkaart 1832, havenkom loopt nog door aan de noord- en zuidzijde van de kerk De woning heeft, volgens de beredenering van Dooitze Zwart, die in 1996 het bevolkingsregister 1850 – 1862 in boekvorm heeft uitgegeven, huisnummer 50. In die jaren woont Ate de Vries er met zijn vrouw Antje Tilstra. Ate is arbeider en het gezin telt vijf kinderen. Ook staat Simon Aardema met zijn vrouw Grietje Andringa te boek op dit adres. Simon is arbeider en hij heeft met zijn vrouw één kind. Als we het huisnummer aanhouden in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw dan komen we Janke Zijlstra, weduwe van Douwe de Jong, tegen als bewoner en later Metje Winsemius die weduwe was [...]

1 04, 2012

It waarhúske fan pake

2013-02-03T14:38:33+00:001 april 2012|0 Reacties

Al jierren stiet by my yn ien fan de boekekasten in waarhúske wer’t ik hiel sunich op bin. It is fan myn pake Gerrit west dy’t froeger yn ien fan de bejaardewenninkjes wenne oan de Havenstrjitte yn Minnertsgea. Mist ’50 jieren fan de foarige ieu binne dy húskes doe set. As jo achter troch de doar kamen dan hong it waarhúske boppe de doar nei de keamer ta. Myn pake wie der tige wiis mei, en ik no noch mear tink. It soe bêst kinne dat pake dat ris kocht hat op in reiske mei de ‘ouden van dagen’. It hiele waarhúske selt neat foar, de poat der op en it is fyn, mar ik koesterje it. Us heit hie de gek der altyd mei, mar pake miende echt dat it wurke, teminsten sa sit dat yn myn ûnthâld. Al mei al is it húske krapoan 50 jier âld. Op internet fûn ik ûndersteande tekst. Bejaardenwoningen vlak voor de sloop in 2000 Een weerhuisje is een eenvoudig soort meetinstrument. Veelal wordt gedacht dat het een eenvoudige barometer is, maar het is in feite een hygrometer, die de luchtvochtigheid meet. Het weerhuisje bestaat uit een klein huisje met daarin twee poortjes. Uit het ene poortje kan een mannetje naar buiten komen, uit het andere poortje een vrouwtje. Als het vrouwtje naar buiten komt zou het mooi weer kunnen worden, als het mannetje naar buiten komt zal het gaan regenen. Het weerhuisje heeft dus geen afleesbare schaalverdeling, maar geeft alleen een indicatie van droog, of vochtig. In moderne centraal verwarmde huizen functioneert een weerhuis niet goed, omdat daar de luchtvochtigheid altijd laag is, zonder relatie met het weer buiten. Zou het huisje buiten gezet worden, dan zal het beter werken, maar in Nederland en België is de werking beperkt, omdat de luchtvochtigheid weinig verandert. In bergachtige gebieden treden er wel sterke veranderingen op van de luchtvochtigheid. It waarhúske fan pake Waarschijnlijk stamt het traditionele ontwerp van het weerhuisje uit het Zwarte Woud. Het weerhuisje werd vanaf de 17e eeuw populair. De kleine huisjes hebben vaak kenmerken van de huizen uit het Zwarte Woud, met als decoratie de typische houten drinkbakken die je daar veel ziet. Veel mannetjes en vrouwtjes in de weerhuisjes dragen de traditionele klederdracht van de regio Gutach in het Zwarte woud. Ook bij ronddansende poppetjes bij koekoeksklokken kom je deze klederdracht telkens weer tegen. De klederdracht is te herkennen aan een vrij grote zwarte hoed van het mannetje en de unieke hoed van de dame met de typische grote rode ronde bollen erop. Tussen de poortjes is vaak een thermometer aangebracht. Er bestaan echter ook modernere varianten waar het vrouwtje een parasol heeft, het mannetje een paraplu. Pake Gerrit en beppe Afke De werking is als volgt: het mannetje en het vrouwtje kunnen draaien, en zijn opgehangen via een stukje schapendarm. Als het droog is, draait dit in elkaar, bij vocht wordt het langer en draait het terug. Het trieste aspect van een [...]

Ga naar de bovenkant