25 12, 2015

Paard op Durkjebuorren

2015-12-25T08:13:27+00:0025 december, 2015|0 Reacties

In augustus dit jaar stuurde Gijs Vlothuizen mij veel foto’s van de familie Miedema en Wierda. Daar zaten ook een paar foto’s bij van jonge meiden die belangstelling voor paarden hadden. Die meiden waren de nichten Gelbrie en Jantje Miedema en Lijsbeth Jantje Miedema. Drie van de foto’s trokken mijn aandacht. Gijs had mij gevraagd of ik ook wist waar die foto’s waren genomen. Op twee van de foto’s waren volgens mij de woningen te zien op Dirkjebuorren, maar daar was ik niet helemaal zeker van. Maar moet je daar dan wel zeker van zijn? Ja . . . . het liefst wel, want dat kan een foto nog meer betekenis geven. Ik heb de foto’s gearchiveerd met de namen er bij, wanneer de foto’s zijn genomen, van wie en wanneer ik de foto’s heb gekregen etc. Daar bleef het eerst even bij, maar de beelden van de foto’s bleven wekenlang op mijn netvlies hangen. De beelden waren zo herkenbaar, net of ik het paard en deze omgeving eerder heb gezien. Ja ja . . . . . een paard herkennen op een foto die in ieder geval vóór mijn geboorte is genomen. Het moet niet gekker! Ik zal het uitleggen. Mijn pake Gerrit Bouma en beppe Afke woonden vroeger met hun zoon Hendrik (mijn vader) op Dirkjebuorren. Mijn pake was arbeider maar hij had ook een paard en wat kleinvee en huurde wat land om gewassen te verbouwen. In de familie ging het verhaal dat pake vroeger een keer met het paard op hol was geslagen en dat hij daardoor één van de houten luifels op Dirkjebuorren volledig vernielde omdat het paard naar de stal toe wilde. Deze gebeurtenis zou vlak voor de WOII zijn gebeurd. Op verjaardagsvisites kwam steevast dit verhaal weer op de proppen en omke Sipke (de broer van pake) vertelde het verhaal ieder jaar weer sterker zo leek het wel. Ik herinner mij dat er veel om werd gelachen. Enkele jaren geleden vond ik onderstaand bericht in de Leeuwarder Courant dat het familieverhaal bevestigde; het was dus toch waar geweest. MINNERTSGA, 24 April (1939). Hedenmorgen geraakte op de Middelweg alhier een paard gespannen voor een kunstmeststrooier op hol. Twee paarden, die op dezelfde weg een wagen voorttrokken, geraakten ook op hol. De bestuurders van beide voertuigen konden tijdig van hun zitplaats springen. De paarden renden bij Dirkjebuurt het erf op en konden daar worden gegrepen. Een houten afdak werd vernield. Verdere ongelukken hadden niet plaats. Maar nu even terug naar de foto’s. In het familiealbum zitten een paar foto’s van mijn pake met zijn paard. Volgens mij moet daar een foto in zitten die overeenkomst vertoont met de foto’s van de jonge meiden bij het paard bij waarschijnlijk Dirkjebuorren. En jawel . . . . . het paard op foto met de jonge meiden is het paard van mijn pake. En sterker nog . . . . . de foto’s zijn op dezelfde dag en tijdstip gemaakt. Op alle foto’s heeft het gras voor het Lees meer

22 01, 2012

Jeugd vernielde leegstaande woningen

2013-02-02T07:13:57+00:0022 januari, 2012|0 Reacties

In de kleibouwstreek van Friesland staan huizen leeg. Meeste oude huizen, eenkamerwoningen, die midden in het veld staan, vertrokken van alle moderne comfort, zoals waterleiding en elektrisch licht. Er zijn dan ook praktisch geen gegadigden voor te vinden, ook al is de huur bijzonder laag. De huizen – of liever huisjes – zijn degelijk gebouwd, maar vaal veel te klein en te ver afgelegen voor de moderne mens, staan daar maar leeg, vaak te goed om afgebroken te worden. Een kamer in één van de huizen, die aan de vernielzicht van de jeugd blootstaat. Behang, planken en scherven liggen over de vloer. Toch wordt er op deze manier aan de afbraak van de huizen gewerkt, want ze kunnen nog zo ver weg staan, de jeugd weet ze te vinden en maakt grif een begin met de sloop. Ruiten worden kapot geslagen, het behang wordt met linnen en al van de muur getrokken, planken worden uit de bedsteden gesloopt, kort om de vernielzucht viert hoogtij in deze afgelegen, leegstaande huizen. ‘Er moet toch wat aan te doen zijn’, aldus de eigenaar van een paar van zulke huizen aan de Krommeleane en in Dirksjesbuurt, de heer Johannes Hannema te Minnertsga, een dikke zeventiger, ‘de jeugd van tegenwoordig is toch niet waardeloos. Ergens hebben de jongeren toch wel een greintje respect voor het eigendom van anderen’. Misschien ligt het er aan, dat in Minnertsga, zoals in zovele plaatsen, niet genoeg ruimte is voor de jeugd om zijn energie uit te leven. Toch . . . . . ook in Minnertsga zijn er sportverenigingen, waarin de jongens en meisjes hun levenslust kunnen uiten. Johannes Hannema (1885-1961) Wat zou er aan te doen zijn? De heer Hannema is van mening, dat de jeugd bezig gehouden moet worden. Er moet iets voor hen gedaan worden, bijvoorbeeld het geven van filmavonden, het houden van excursies naar tentoonstellingen, of alleen maar het veld in. Op die manier zou de jongeren misschien iets van waardering voor de natuur, voor de kunst of voor het eigendom van anderen bijgebracht kunnen worden. Wie dit zou moeten doen, is een moeilijke vraag, want evenals in vele andere plaatsen kent Minnertsga de verscheidenheid van levensbeschouwingen, die een goede samenwerking vaak in de weg staat. Misschien is het iets voor de onderwijzers in Minnertsga en in andere plaatsen om er gezamenlijk iets aan te doen. Bron: Leeuwarder Courant 23 mei 1959

Ga naar de bovenkant