Sédyk 1 – Tzummarum
Het huisperceel van de eerste woning vanaf Dijkshoek is aan de west-, oost- en zuidzijde volgens de situatie in 1832 omgeven door water. Het is in die tijd niet een aaneengesloten watergang wat ook tegenwoordig nog goed is te zien. De vorm van de perceelgrenzen van het erf en de watergangen is bijna twee eeuwen vrijwel hetzelfde gebleven. Om reden dat het huisperceel is omgeven door water verklaart wellicht ook waarom het huisperceel in de archieven ´de polle´ wordt genoemd.
De meest vroegste eigenaar-bewoner die we tegenkomen in de archieven is de gardenier Dirk Jacobs Oostringa (1790-1857). Zijn vrouw is Neeltje Wolvendijk (1783-1858). Volgens het waterschapregister van bewoners aan de zeedijk vinden we in het jaar 1822 bij huisnummer 122 de naam Dirk Jacobs. Net zoals de andere bewoners mag ook hij slechts vier schapen op de zeedijk laten weiden met een houten bordje om hun nek met daarop de initialen van de eigenaar. Dirk Jacobs is dan 22 jaar maar nog niet getrouwd. Hij trouwde pas op 39-jarige leeftijd met de toen 36-jarige Neeltje. Neeltje was eerst getrouwd geweest met de arbeider Sijbren Klases Hamersma (1789-1828). Na het overlijden van haar man bleef ze met drie jongere kinderen achter. Zij woonde in Firdgum. Dirk Jacobs was enigst kind en zijn ouders waren beide in 1816 al overleden. Kennelijk hebben Dirk en Neeltje elkaar noodgedwongen gevonden om wat voor elkaar te kunnen betekenen; Dirk een vrouw voor de huishouding en Neeltje een man die voor een inkomen zorgde. In hun huwelijk zijn vier kinderen geboren waarvan de jongste maar enkele weken heeft geleefd. Volgens de overlijdensakte is het kind overleden in het huis met nummer 122 wat overeenstemt met het eerder genoemde waterschapregister. Dit huis komt ook al voor op de oude atlaskaart uit 1777. Het is vrij aannemelijk dat Dirk zijn ouders in der tijd het huis hebben gekocht en dat hij in de ouderlijke woning is blijven wonen. Maar begin 1846 staat er een bekendmaking in de krant dat het huis met wat vruchtbaar bouwland te koop is. Het is een openbare verkoping bij de kastelein Gerrit Jans Herrema in de Witte Zwaan in Tzummarum.
De kopers zijn de in Minnertsga geboren Jan Ulbes Faber en de in Tzummarum geboren Tietje Zijlstra. Zij worden eigenaar van het huis met hok en bouwgrond voor de koopsom van 528 gulden. Dit echtpaar is later naar Noord Amerika geëmigreerd. Bij de verkoop van het huis met hok en bouwgrond is boer Leendert Jelmers Tichelaar (1798-1849) uit Minnertsga in 1848 eigenaar geworden voor de koopsom van 956 gulden. Kort na zijn dood worden door de erfgenamen een aantal onroerende zaken verkocht waaronder dit huis.
In 1849 wordt ene Rein Arjens Westra (1818-1873) eigenaar van het huis. Hij is het oudste kind uit het gezin van Arjen Reins Westra en Douwtje Cornelis Kuiken en is zijn hele leven vrijgezel geweest. Zijn jongere broers Jan en Riemer waren ook vrijgezel en het kan best zijn dat zij met hun drieën in het huis woonden.
Namen tussen de grijze lijnen horen bij elkaar als gezin, familierelatie of inwonende.
Your Content Goes Here