17 11, 2013

Uw eigen verhaal: Jaap Kooiker herkent zijn vader op filmfragment

2013-11-17T14:51:28+00:0017 november 2013|1 Reactie

De website Minnertsga vroeger is onlangs een beetje aangepast. Op de voorpagina worden bezoekers uitgenodigd om hun eigen verhaal of herinnering aan Minnertsga op te schrijven en dat vervolgens te delen (zo heet dat tegenwoordig) met anderen. Oud-Minnertsgaaster Jaap Kooiker uit Leeuwarden heeft van die uitnodiging gebruik gemaakt.   Piet Kooiker met grote trom Hij schrijf: ‘ Naar aanleiding van de filmpjes op de website Minnertsga vroeger, wil ik het volgende aan je kwijt. Het filmpje ( klik hier ) over het muzikaal inhalen van de bejaarden van Minnertsga sprak mij erg aan, temeer omdat mijn vader Piet voorop loopt met de grote trom. Toen ik dit filmpje bekeek kwam ook weer het verhaal boven, wat mijn vader ons destijds vertelde en wat ik hierbij wil doorgeven.   Het muziekkorps Oranje was in die periode naar een muziekconcours (ik weet niet meer waar dat was) en het korps zou ‘s avonds ook meedoen een de mars wedstrijd. In die tijd was het korps nog niet zo ingesteld op dit onderdeel. De toenmalige dirigent, De Jong, kon hier niet zo goed mee overweg. Piet Kooiker met grote trom in 1954 Voordat de wedstrijd begonnen was hadden de mannen ook al een slokje gehad en hadden grote tromslager Pieter Kooiker en de bekkenist Piet Wassenaar met elkaar afgesproken “wy sille se rinne litte”. Zij waren natuurlijk de mannen die het tempo aangaven omdat toen der tijd de grote tromslager en de bekkenist voorop liepen. Het tempo lag hoog en dat werd hen niet in dank afgenomen. Iedereen was kwaad op de twee gangmakers. In spanning werd er gewacht op de uitslag van de jury en die luide: 1e prijs met lof van de jury voor Oranje Minnertsga. Vervolgens werd er nog maar een borrel ingeschonken’.   Jaap zijn vader was onderhoudsschilder bij de LABO. Het gezin Kooiker kwam in 1951 vanuit Idskenhuizen naar Minnertsga. Jaap zijn vader is eerst in de kost geweest bij Jan en Griet Hibma. Jan Hibma zat zelf ook bij het muziekkorps en daarmee is de link gelegd dat vader Piet Kooiker ook bij het korps kwam. Toen de huizen aan de Tsjerkestrjitte waren gebouwd, had Tolman van de LABO een aantal woningen toegewezen gekregen voor het personeel van de LABO. Zo kwam de familie Kooiker op nummer 19 in de Tsjerkestrjitte te wonen. Tsjerkestrjitte 1961 Jaap zijn herinnering gaat verder: ‘Wij kwamen in Minnertsga wonen toe n de restauratie van de grote kerk in volle gang was. Er stond toen aan het begin van de straat een tijdelijke werkplaats t.b.v. de restauratie van deze kerk. Tijdens het plaatsen van de wijzerplaten aan de toren, mochten wij als jeugd mee helpen sjorren, om het geheel naar boven te krijgen. Zelf heb ik een groot deel van mijn jeugd in Minnertsga doorgebracht. Na tien jaar zijn mijn ouders in Leeuwarden gaan wonen. De LABO had daar ook een vestiging. Samen met mijn moeder heb ik nog gezongen in het koor “Fryske Stimmen” o.l.v. [...]

9 11, 2013

Van statig tot vervallen boerderij Stasjonsstrjitte

2013-11-10T11:26:30+00:009 november 2013|4 Reacties

De storm van maandag 28 okotber (2013) heeft veel schade veroorzaakt in de provincie. Vooral bomen moesten het ontgelden omdat die nog volop in het blad zaten, maar ook de schade aan gebouwen en boerderijen was enorm. Zo heeft de boerderij aan de Stasjonstrjitte ook geleden onder de eerste heftige najaarsstorm dit jaar. Aalzen de Haan stuurde mij deze week een paar foto’s van de stormschade van deze boerderij. De boerderij staat te koop en het schijnt dat er belangstelling is om het vervallen opstal met de grond gelijk te maken en er een nieuwe woning te bouwen. ‘Ik vind het dik zonde dat deze boerderij straks uit het beeld verdwijnt in Minnertsga’ zo schrijft Aalzen in zijn email. En daar kan ik mij wat bij voorstellen. Maar zoals de boerderij er nu bij staat is het geen gezicht. Het vergt een flinke restauratie – en veel geld - om de boerderij weer in oude glorie te herstellen. Naar alle waarschijnlijkheid heeft Lammert IJsbrands Brouwers vroeger deze boerderij laten bouwen. Dat moet ergens tussen 1832 en 1887 zijn geweest. De Stasjonstrjitte heette toen Lange Dijk. Deze boerderij was het eerste gebouw in de straat en stond toen gewoon net buiten het dorp mooi op de ruimte. De andere bebouwing aan beide kanten van de Stasjonstrjitte is van na 1887. De boerderij heeft een belangrijke functie vervult in het begin van de vorige eeuw. Want het is op deze plaats waar de ‘pakesizzer’ van Lammert IJbrands Brouwers het fundament heeft gelegd van Bouwers Stalinrichting. Hier werden de eerste veedrinkbakken geassembleerd onder de namen Brouwers no. 2, Brouwers no. 3 en Brouwers no. 4. Het florerende bedrijf is Minnertsga later ontgroeid en het heeft zich toen gevestigd in Leeuwarden. Daar is het bedrijf verder uitgegroeid totdat het in 2012 is ondergebracht bij GEA Royal De Boer Stalinrichtingen. Omstreeks 1932 In 2000 heb ik, in het kader van mijn onderzoek naar de historie van de Brouwers, een bezoek gebracht aan het bedrijf in Leeuwarden waar ik toen uiterst vriendelijk te woord ben gestaan door de toenmalige directeur Reimer Rauwerda. Hij heeft mij toen veel verteld over het bedrijf en ik kreeg zelfs enkele foto’s en kopieën van bedrijfsdocumenten mee naar huis die ik nog steeds zorgvuldig bewaar. De statige boerderij met zijn prachtige siertuin aan de Stasjonstrjitte was vroeger een plaatje om te zien. De basis van Brouwers Stalinrichting dreigt nu uit beeld te verdwijnen; net zoals het bedrijf zelf dat ook uit het bedrijfsbeeld is verdwenen.  Kleurenfoto's: Aalzen de Haan

25 10, 2013

Herinnering aan mijn allereerste autoped

2013-10-25T10:34:42+00:0025 oktober 2013|1 Reactie

Wat was ik trots toen ik vroeger een spiksplinternieuwe autoped kreeg van mijn ouders. Niet dat die autoped alleen voor mij bestemd was, nee . . . . ik moest de autoped delen met mijn broertje. Maar die komt een paar jaar achter mij aan, dus daar had ik niet zoveel last van.   Als ik in mijn grijze geheugen omspit komen er beelden naar boven van mijn allereerste autoped. Ik heb het nu over de tijd 1959 – 1962. Het was een eenvoudig frame met een vernikkeld stuur waar het nikkel al flink vanaf gebladerd was. Het stuur was dan ook meer roestig dan dat het een mooi glimmend stuur was. Ook op het frame was weinig van de laklaag overgebleven en de kleine buitenbanden vertoonden schuurtjes; verouderd rubber dus. Spatschermen zaten er ook niet meer op. Achteraf gezien moet die autoped al jaren oud zijn geweest want hij was al flink afgejakkerd.   Tsjerkestrjitte omstreeks 1962 Het lijkt wel of het beeld van die oude autoped steeds sterker wordt naarmate ik probeer meer herinneringen op te halen over dat vervoermiddel. Het schiet mij te binnen dat er ergens nog een kleine foto moet zijn waar ik met die oude autoped op sta samen met mij broertje in de voortuin op de Tsjerkestrjitte. Uit de boekenkast pak ik de oude fotoalbums van mijn ouders. Tussen de ingeplakte foto’s is de foto die ik zoek niet te vinden. In één van de albums liggen enkele losse foto’s. Yes . . . . . . daar zit de foto tussen waar ik om zocht. De foto bevestigt mijn herinnering aan die oude autoped.   Innovatief vervoermiddel voor postbodes De autoped was een vervoermiddel waarmee je wereld ineens groter werd. Als je eenmaal het steppen onder de knie had, kon je je sneller verplaatsen. Zo was ik sneller onder het bereik van mijn ouders vandaan als wij zondag ’s middag een kuier maakten over het Sybrendykje en Dirkjebuorren.   Terug naar die spiksplinternieuwe autoped. Een paar details heb ik nog goed voor de geest; het was een rode autoped maar zonder rem. Het zal wel met de prijs te maken hebben gehad dat een ik een autoped zonder rem kreeg. Het rempedaal zat tegen het achterwiel aan; je kon er zo met je hak op drukken. Flink drukken en je stond zo stil.   De hulpmotor Bijna alle kinderen in de buurt hadden een zo’n autoped; de één nog mooier dan de andere. Wat niet echt door je ouders op prijs werd gesteld was dat je flink vaart maakte en dan onderweg vlug er vanaf stappen. De autoped reed dan nog met een flinke snelheid door zonder bestuurder om vervolgens met een klap op de straat tot stilstand kwam. Wie kon het verste komen?   Ik vroeg mij af waar het woord Autoped vandaan kwam, want het vervoermiddel had volgens mij niets te maken met ‘auto’. Op internet vond ik – dankzij Wikipedia – dat Autoped [...]

7 09, 2013

Melkboer Jan Stallinga had primeur met rijdende winkel

2013-09-27T18:44:50+00:007 september 2013|1 Reactie

In de provincie Noord-Holland reden in 1966 er al een aantal. Maar Minnertsga had de primeur voor Friesland; een rijdende zuivel-zelfbedieningswinkel.  De Minnertsgaaster melkboer Jan Stallinga durfde het risico aan om in een tijd van branchevervaging te investeren in een rijdende winkel. Rijdende winkel van Jan Stallinga Tot in de jaren '60 van de vorige eeuw kon de detailhandel nog ingedeeld worden in talrijke van elkaar te onderscheiden categorieën. Naast de melkboer kenden we bijvoorbeeld de slager, bakker, groenteboer, de kruidenierswinkeltjes, de tabakswinkel en de manufacturenwinkel. Geleidelijk aan zag je gebeuren dat bepaalde winkels op elkaars terrein gingen komen. Kruideniers gingen bijvoorbeeld zuivelproducten, ‘fijne’ vleeswaren en tabaksartikelen verkopen. De kruideniers gingen over op zelfbedieningswinkels, dus kon ook de melkboer niet achterblijven in deze branchevervaging. Hij wilde op zijn beurt kruidenierswaren verkopen, maar daar had wel een ander vervoermiddel voor nodig dan de ‘brijkarre’; een driewieler met een trekmotor er voor. De detailhandelaar wilde in het algemeen liefst een groot mogelijk assortiment aan de huisvrouw aanbieden. Hoewel de ‘winkelman’ zijn kruidenierswinkel inmiddels had omgebouwd tot een zelfbedieningswinkel, bracht hij ook nog veel boodschappen bij de klant thuis. De ene dag noteerde hij bij de klant de bestelling in het winkelboekje en de volgende dag bracht hij de doos met boodschappen bij de klant. Met een zogenaamde rijdende winkel had je dat probleem niet. Hierin zag Jan Stallinga een gedurfde uitdaging. Het was een flinke stap vooruit als besluit een wagen aan te schaffen, waarin de klant zelf kan binnenkomen en zijn artikelen kan uitzoeken. Dat heeft voordelen: de klant hoeft niet meer in weer en wind niet meer bij de ‘brijkarre’ te staan wachten en hij vlak voor zijn eigen deur kiezen uit een vrij omvangrijk assortiment zuivel en kruidenierswaren. 'Brijkarre' vlnr: Folkert Hein Stellingwerf en Jan Stallinga met dochtertje Klaaske Anneke (bijschrift gewijzigd na reactie) Op 21 juli 1966 werd de eerste rijdende winkel van Friesland officieel in gebruik gesteld. Er waren nogal wat ‘pommeranten’ naar Minnertsga gekomen om Jan Stallinga en zijn familie alle succes te wensen met de nieuwe aanwinst. De officiële openingshandeling werd verricht door de burgemeester van de gemeente Barradeel, mevrouw De Roos en de heer C. Boonstra – de later veel meer bekend geworden Cor Boonstra – van de Friese Bond van Zelfstandige Melkhandelaren. Juist in een tijd dat in Barradeel de jongere bevolking wegtrok naar andere streken en de blijvende bevolking verouderde, was deze nieuwe vorm van Winkel-aan-huis een antwoord en tevens een antwoord op de branchevervaging die de kruideniers hadden ingezet. De heer Bloksma sprak namens de Middenstandsvereniging Barradeel en hij was het met de burgemeester eens, dat de middenstand in de gemeente alles doet om het de klant naar de zin te maken. Hij sprak de verwachting uit, dat de bevolking van Minnertsga de heer Stallinga dankbaar zal zijn voor deze nieuwe voorziening. Als laatste sprak Klaas Schotanus namens de middenstand in het dorp. Hij betrok in de gelukwensen ook de broers Hein en Oane Stellingwerf. Oane Stellingwerf [...]

Ga naar de bovenkant