19 08, 2017

Brouwers Stalinrichtingen

2017-08-19T06:04:35+00:0019 augustus 2017|0 Reacties

In september 2000 heb ik een artikel geschreven over Brouwers Stalinrichtingen en dat toen is gepubliceerd in de Bildts Post. Het artikel is later door Reimer Rauwerda gebruikt is in een boekje dat bij zijn afscheid als directeur van Brouwers Stalinrichtingen is gepubliceerd. Nu ik toch wat met de Brouwers in de weer ben (zie het vorige verhaal) leek het mij goed om het artikel uit 2000 hier ook maar te publiceren. Boerderij aan de Stasjonstrjitte in Minnertsga Als u uit de richting Marssum naar Leeuwarden rijdt en via het Europaplein, bij het FEC langs gaat, en dan over viaduct gaat, ziet u links beneden aan het spoor het bedrijf Brouwers Stalinrichtingen liggen. De naam Brouwers staat met grote letters bovenop het dak van het pand dus dat kan niet missen. Wat de meesten van u niet zullen weten, behalve sommige ouderen onder u, is dat de wortels van dit bedrijf liggen in Minnertsga. Aan de huidige Stasjonstrjitte in Minnertsga stond voor 1880 nog geen enkele woning. Omdat van het stationsgebouw ook nog geen sprake was werd deze weg de Langdyk genoemd. De eerste bebouwing die plaats vond was de boerderij aan de oostkant van de straat die omstreeks 1880 vermoedelijk in opdracht van Simon Lammerts Brouwers is gebouwd. Simon Lammerts was een zoon van de bekende Lammert IJsbrands Brouwers. Zijn naam is nog altijd verbonden aan het feit dat er op oudejaarsdag een uitdeling plaats vindt onder de weduwen van het dorp, het zgn. Brouwersfonds. Deze Lammert Brouwers had zes kinderen. Uit zijn eerste huwelijk met Tietje Freeks Dijkstra werd een kind geboren en uit het huwelijk met Akke Reisma werden vijf kinderen geboren. Simon werd uit het tweede huwelijk geboren op 29 november 1848 in Minnertsga en kreeg de handelsgeest van zijn vader mee. Echtpaar Brouwers - Nieuwland gefotografeerd in de herfst van 1926 Simon werd koopman om de kost te verdienen en in 1877 trouwde hij op 28-jarige leeftijd met Nieskje Andries Nieuwland.  Nieskje haar ouders woonden in St. Annaparochie die daar een landbouwbedrijf hadden. De combinatie van handelsgeest en de kennis van de landbouw van zijn schoonvader zullen er wel toe geleid hebben dat het echtpaar een boerderij heeft laten bouwen aan de Stasjonstrjitte. De financiële middelen die nodig waren voor de bouw zullen wel geen probleem zijn geweest want vader Lammert (die een cichoreifabriek in Berlikum had) was goed vermogend. Ook aan de zijde van de familie Nieuwland zal wel geen gebrek aan geld zijn geweest. Binnen een jaar na de huwelijksvoltrekking werd bij Simon en Nieskje het eerste kind geboren. Later worden in het gezin nog vijf kinderen geboren waarvan er enkele op zeer jonge leeftijd zijn overleden. Akke, Andrieske en Lammert zijn de enige kinderen die in het gezin overbleven. Simon was bouwboer maar bleef zich vooral bezighouden met de bewerking van vlas. In de boerderij had hij daarvoor veel machines staan die daar uitermate geschikt voor waren. Lammert Simons Brouwers en Trijntje de Boer met hun kinderen: [...]

6 08, 2017

Hier ligt wat sterfelijk was

2017-08-06T08:22:41+00:006 augustus 2017|0 Reacties

Een paar weken geleden reageerde Jacoba Brouwers op een verhaal op deze website over de Armenzorg en Lammert IJsbrands Brouwers. Via email raakte ik rechtstreeks in contact met Jacoba en daaruit volgde een alleraardigste mailwisseling. Zij attendeerde mij op IJsbrand Lammerts Brouwers (1837 – 1927) die met de Minnertsgaaster Jantje Taekeles Wiersma (1834 – 1916) getrouwd is geweest. Deze IJsbrand Lammerts Brouwers heeft aan de wieg gestaan van de oprichting van de Vrije Evangelische Gereformeerde Gemeente in Franeker. Hij was een broer van Simon Lammerts Brouwers die in Minnertsga aan de Stasjonstrjitte de boerderij heeft laten bouwen die onlangs is gesloopt. Dat is dan weer een reden om het verhaal van de Brouwers wat completer te maken en op onderzoek uit te gaan. Jacoba Brouwers schreef in haar mail dat op de algemene begraafplaats in Franeker een aantal Brouwers en aangetrouwden zijn begraven, maar dat er onlangs een aantal grafzerken waren geruimd. Ik kreeg foto’s van haar toegestuurd van vier grafzerken toen deze nog op het graf stonden op de algemene begraafplaats. Vrijwel onleesbaar! Na verwijdering van de grafzerken heeft zij deze laten schoonmaken door de steenhouwer en naar haar woonplaats laten vervoeren. Deze week kreeg ik van haar opnieuw foto’s van de vier grafzerken, die nu schoongemaakt en weer goed leesbaar zijn. Op een van de grafzerken staan twee dezelfde namen van twee kinderen uit het huwelijk van Lammert IJsbrand Brouwer en Eelke Edens met een mooie tekst die begint met : ‘Hier ligt wat sterfelijk was van Anna L. Brouwers geb. 1 febr. 1890, overl. 3 april 1897 en van Anna L. Brouwers, geb. 24 mei 1898, overl. 10 oct. 1901 Twee kleine paarlen / Aan des Heilands kroon. Eens zien wij ze weer / Voor des Heeren troon. Het Lam zal hen weiden’. De andere grafzerken stonden op de graven van het echtpaar Brouwers – Wiersma, het echtpaar Brouwers – Edens en Marinus L. Brouwers. Dankzij de inzet van Jacoba Brouwers blijven deze oude historische grafzerken bewaard. Door de interesse van Jacoba in de Brouwers-familie, hebben we de nodige gegevens uitgewisseld. Zij vertelde dat IJsbrand Lammerts Brouwer op 90-jarige leeftijd – hij was toen 50 jaar kerkvoogd – in januari 1927 de eerste steen heeft gelegd van een nieuw pand van de Vrije Evangelische Gereformeerde Gemeente aan het Noord ZZ 43 in Franeker. Een gedenksteen van dit gebeuren zit nog in de oostgevel van het pand. Zij vertelde ook dat op initiatief van IJsbrand Lammerts een brug is gebouwd in Franeker aan de Zuiderkade. Aan de brug is een naambordjes bevestigd met Brouwersbrug. - klik hier- om de brug in Google Street View te bekijken. IJsbrand Lammerts is twee maanden nadat hij de eerste steen had gelegd van het pand van de Vrije Evangelische Gereformeerde Gemeente, overleden. Hij behoorde, net als zijn vader die een jaar ouder werd, tot de leeftijdsgroep van de zeer sterken. In de Leeuwarder courant van 31 maart 1927 staat de volgende oproep: ‘Ieder die iets te vorderen heeft van of verschuldigd is [...]

2 07, 2017

De verdwenen korenmolen van Minnertsga

2017-07-02T11:41:45+00:002 juli 2017|0 Reacties

Tijdens de kuiertocht “Slach troch it doarp” op vrijdagmiddag 30 juni 2017, kwamen we ook op de hoek Stasjonstrjitte en Langedyk. Daar heeft aan het eind van de Molendijk de koren- en pelmolen De Welkomst gestaan. Het was eenzelfde vrijdagmiddag, maar dan 20 april 1888, toen er een hevig onweer losbarstte boven onze provincie. Op veel plaatsen in de provincie sloeg de bliksem in waardoor brand ontstond. In Damwoude sloeg de bliksem in een molen die volledig door brand werd verwoest. En dat gebeurde ook met de molen van Auke Koning in Minnertsga. De molen, met de opslag van graan en losse goederen, stond in een ogenblik in lichterlaaie en was in korte tijd in een puinhoop veranderd. Met het opruimen van wat krantenknipsel kwam ik onderstaand bericht tegen wat hier op Minnertsga vroeger niet mag ontbreken. Het bericht dateert van 28 januari 1969 en is geschreven door J.G. de Boer uit St. Jacobiparochie. De reeds jaren verdwenen korenmolen van Minnertsga, was afkomstig uit Leeuwarden. Die overplaatsing geschiedde toen Minnertsga zonder molen was komen te zitten omdat de voorganger tijdens een onweer door de bliksem was getroffen en afgebrand. Eén der molenaars die de molens hebben bemalen, heette Koning. Hij richtte de molen destijds in als pelmolen hetgeen voor die tijd zeker heel vooruitstrevend was. Werd de gort vroeger meestal los verkocht, molenaar Koning leverde ze ook verpakt in papieren zakjes van een halve of hele kilo. Toen ik in de dertiger jaren eens in de molen kwam stond er nog altijd een paktafel met enige gele papieren zakjes waarop gedrukt stond: “Koning’s gort”. Die waren van het begin van deze eeuw, in elk geval van vóór 1910 want in dat jaar had de molen weer een andere eigenaar, een zekere Knol. Dat was in mijn jeugdjaren. Knol is op de molen oud geworden, maar met hem ook de molen, want de zaak verliep en de molen kwam in verval. Lange tijd heeft de molen met één roede gestaan. Toch is later weer wat opgeknapt en is er nog weer graan mee gemalen. Dat was in de jaren na 1930 toen de graanprijzen abnormaal laag waren. Op de gemengde bedrijven werd bij ons toen veel van het verbouwde graan aan het vee gevoerd. De molen werd toen gehuurd door Sieds Hogerhuis, een molenaarsknecht. Hij liet een gebruikte roede komen van een molen uit Marrum (Fr.) waarop hij ook knecht was geweest. De roede, die zelfzwichting had, miste nogal wat kleppen, maar ja. Hogerhuis zat ook niet al te ruim bij kas en dan valt het niet mee om een molen, die al afgetakeld is, weer helemaal in orde te brengen. In de jaren dat ik boer was, heb ik nogal veel graan op deze molen laten malen. Ik herinner me nog, dat ik voor een partij goed houdbare haver niet meer dan zes cent per kilo kon krijgen. We hebben het op de zolder gebracht en het is allemaal tussen de stenen doorgegaan en door de koeienmaag! In die tijd [...]

30 04, 2017

Geluid geroofde kerkklokken WOII weer te horen

2017-04-30T09:36:38+00:0030 april 2017|0 Reacties

Volgens mij was het in 2015 toen ik in Minnertsga een verhaal voor de Stichting Welzijn Ouderen heb gehouden over Minnertsga vroeger en de vroegere bewoners. Na afloop kwam Neno Plat bij mij en vroeg of ik na afloop even bij hem langs wou komen. Hij wilde mij wat laten zien. Bij Neno thuis, liet hij mij een paar oude bakelieten 78-toeren grammofoonplaten zien waarop het geluid van de oude torenklokken zou moeten staan met de stem van Sijbe Reins Faber (1893-1968) die toen kerkvoogd was. De vraag van Neno was of ik ook kans zag om het geluid van deze oude platen hoorbaar te maken. We waren beiden erg nieuwsgierig wat we dan te horen zouden krijgen. Thuis heb ik een apparaat dat grammofoonplaten en cassettebandjes kan digitaliseren, dus het zou geen probleem moeten zijn het geluid over te zetten naar een bestand dat we met de moderne apparatuur kunnen beluisteren. De grammofoonplaten bleken behoorlijk beschadigd te zijn of ze zijn grijs gedraaid. Het geluid is miserabel en eigenlijk niet om aan te horen. Maar tussen de krassen en de kraken door waren de klokken te horen en ook de stem van Sijbe Reins Faber klonk door de luidsprekers.  Met speciale software heb ik het geluid op kunnen poetsen en nu is er een mooi geluidsbestand van gemaakt. Als eerste is de stem van Sijbe Reins Faber te horen die de volgende zinnen zegt: Op dizze stille maaitiidsjûn, de jûn fan 17 maart 1943, op it ein fan de Bidstond foar it gewas, litte wy dizze stimmen fan ús klokken fêst lizze, ta in oantinken foar dy nei ús komme. Us klokken falle oan de offer fan it oarlochsgeweld; God wês ús genedich! We weten nu overduidelijk waarom deze grammofoonplaten zijn gemaakt.   Opeisen klokken Het opeisen van klokken is een gebruik dat als minstens tot het begin van de 15e eeuw teruggaat. Het is niet zo verwonderlijk dat kerkklokken ten tijde van oorlog werden opgeëist. Het brons was dan vooral nodig voor het gieten van kanonnen, hoewel het brosse klokkenbrons in de geschutgieterij niet zondermeer bruikbaar was. Schattingen gaan ervan uit dat in de Eerste Wereldoorlog rond 65.000 klokken werden omgesmolten, in de Tweede Wereldoorlog rond 45.000 uit Duitsland en uit de bezette gebieden nog eens 35.000. Grote klok zoals die is gefotografeerd in het pakhuis aan het Vliet in Leeuwarden In de Tweede Wereldoorlog classificeerde de Nationaal-Socialistische regering klokken in de typen A, B, C en D. De typen C en D vielen onder historisch waardevolle klokken, terwijl de typen A en B onmiddellijk moesten worden afgegeven. Het klokkentype C was twijfelachtig en bleef in een soort wachtpositie. Het klokkentype D was beschermd. Er werden echter ook tal van historisch waardevolle klokken van het type D uit kerktorens gehaald door fanatieke burgemeesters die nog steeds geloofden in een eindoverwinning. In de Eerste Wereldoorlog werden in België de klokken willekeurig uit de kerktorens gehaald en op de zogenaamde klokkenkerkhoven ingezameld. In Nederland kwam de adjunct-Rijksinspecteur Kunstbescherming [...]

22 04, 2017

Oorlogsjaren op de Miedleane IV

2024-02-01T05:41:42+00:0022 april 2017|4 Reacties

Onderduikers en evacuees Door Jelle Feenstra, april 2017 In de eerste drie delen heb ik al aantal onderduikers beschreven die tijdens de oorlog waren ondergedoken op de Miedleane. Ik heb toen ook geschreven over de evacuees die vanuit Limburg naar Minnertsga waren ondergebracht. Later bleek dit niet helemaal te kloppen en dat ook de namen niet juist waren. Tijdens mijn onderzoeken naar de stamboom van de familie Boomsma kwam ik in contact met Janke Speek - de Haan. Na een aantal mailwisselingen schrijft zij, dat zij ook uit Minnertsga afkomstig is en dat zij in het bezit is van een schilderij van Minnertsga waarvan zij in de veronderstelling is dat het gemaakt is door een onderduiker. Volgens haar was hij kunstschilder en was zijn naam Rouwns, maar daar is zij niet helemaal zeker van. Links de woning van het gezin van Fokke de Haan (1911 – 1987) en Antje Lont (1912 – 2011). Zij hebben hier gewoond van mei 1939 tot 1948. In 1955 komt het in het bezit van Folkert Sijbesma die het voorhuis sloopt en de kap doortrekt waardoor het pand zijn huidige vorm kreeg. Op haar vraag of ik daar belangstelling voor heb, mail ik haar dat ik daar uiteraard grote interesse voor heb en dat ik daar graag een kopie van wil hebben. Wie schetst mijn verbazing, wanneer ik de foto krijg, dat het om een aquarel gaat die op de Miedleane is gemaakt. Tot dat moment had ik geen idee waar zij had gewoond. Op deze aquarel staat de boerderij van haar ouders afgebeeld en ook de woning ernaast, die toen werd bewoond door Marten Gratama. Later heeft mijn grootvader Dirk Boomsma het huis van Marten Gratama gekocht en heeft mijn oom Johannes Boomsma er met zijn gezin in gewoond.  Het gezin van Fokke de Haan heeft in de linker boerderij gewoond van mei 1939 tot 1948. In 1955 komt de boerderij in het bezit van Folkert Sijbesma die het voorhuis sloopt en de kap doortrekt waardoor het pand zijn huidige vorm kreeg. In deel III van De Oorlogsjaren op de Miedleane heb ik geschreven dat Sjarel en Marie Braun als evacuee naar Minnertsga waren gekomen en bij mijn grootouders waren ondergebracht. Ik wist inmiddels dat dat niet klopte en ook dat er meer personen van de familie Braun, zoals ik toen veronderstelde, in Minnertsga waren geweest. Bij het zien van de signatuur onder de aquarel, begreep ik dat de naam Brouns moest zijn. Op de aquarel stond volgens mij H. Brouns. Vervolgens heb ik opnieuw contact met Janke opgenomen en haar verteld dat het waarschijnlijk om een evacuee ging en geen onderduiker, ik vroeg ik haar of zij er zeker van was dat hij kunstschilder was geweest. Zij was er van overtuigd dat dat het geval was waarna ik verder ben gaan zoeken om meer informatie.  Al snel bleek dat het om Hub (Hubertus Wilhelmus) Brouns moest gaan. Hubertus Brouns is geboren in 1887 in Maasniel (gemeente Roermond) en woonde in [...]

Ga naar de bovenkant