Over Gerryt

Deze auteur heeft nog geen informatie verstrekt.
So far Gerryt has created 308 blog entries.
1 02, 2012

Oude foto’s bij de buren

2013-02-02T07:27:48+00:001 februari 2012|0 Reacties

Het dorp Wier is één van de buurdorpen van Minnertsga. Niet onbekend natuurlijk en . . . . . eigenlijk een overbodige constatering om dit stukje tekst mee te beginnen. Maar voor de bezoekers van dit blog, die niet zo bekend zijn met de topografie van deze omgeving, is het wel even goed om te weten.  Wier is een pittoresk dorp gelegen ten oosten van Minnertsga en schommelt de laatste jaren rond de 200 inwoners. Als je vroeger vanuit Minnertsga naar de grote stad - Leeuwarden - moest, dan ging je over Wier, Berlikum, Beetgum, Beetgumermolen en Marsum daar naar toe. Tegenwoordig zijn er andere en snellere routes om in Leeuwarden te komen. Vanaf Leeuwarden liep vroeger via deze route ook een spoorlijn van de NTM met als eindpunt St. Jacobiparochie.  Deze trein liep midden door de hoofdstraat Wier en rakelings langs de woningen die er stonden. Levensgevaarlijk zou je zeggen, maar of dat ook geleid heeft tot ongevallen is mij niet bekend. Wel kan ik mij herinneren dat één van de goederen wagons een keer een hele dakgoot meegenomen heeft van een woning. Van Wier en haar bewoners zijn prachtige oude foto’s te vinden op internet. Rechts van dit artikel staat de link naar de website of - klik hier - Af en toe staat er ook een Minnertsgaaster tussen.

29 01, 2012

Lûdsopnames fan jieren lyn

2013-02-02T07:26:04+00:0029 januari 2012|2 Reacties

Sa no en dan doch ik wat oan strunerij op ynternet. Net ferkeard begripe . . . . it hat te krijen mei it sykjen nei de skiednis oer myn berte doarp. Sa stadichoan is der al hielwat by elkoar skarrele. Fan 'e wike bin ik op in jûn nei Frjentsjerwest wer't in lêzing hâlden waard torch in meiwurker fan Tresoar út Ljouwert. Hy broch my op it spoar fan de webside fan it Meertens instituut dy't harren presentearje as: 'Het Meertens Instituut is een onderzoeksinstituut dat zich bezighoudt met de bestudering en documentatie van Nederlandse taal en cultuur. Centraal staan de verschijnselen die het alledaagse leven in onze samenleving vormgeven. Het Meertens Instituut is onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen'. Ik hie wol ris faker op dy webside sjoen, mar no kaam ik dochs wat tsjin dat hiel nijsgjirrich is. It binne twa lûdsopnames dy't jieren lyn makke binne ynferbân mei ûndersyk nei dialekten. By it belústerjen fan de opnames binne jo benijd wa as dy Minnertsgeasters binne. Op de earste opname set it petear yn mei in frou dy't frege wurdt oer de brân fan de tsjerke in 1947. Ik werken de stim net mar letter komt der ek in mannestim by en oan it praat te hearen - en ek oan de stim - is dat Bouwe de With. Dat kin net misse. Bouwe hie in winkel op 'e hoeke Meinardswei - Hegebuorren en hannele yn saneamt wytguod, radio's en tillevyzjjes. Ik kaam der wol gauris om Witte Kat batterijen op te heljen foar de bûslampe dy't ik op myn karre hie. De oare opname kin hast net oars wêze as wy heare de stim fan Anne Gaukes Reitsma. Hy fertelt prachtig oer de gernierkeij, oer it flaaksbraken en oer de Douma's. Ek is letter syn frou noch te belústerjen dy't in dochter wie fan de Minnertsgeaster bakker Teake Oberman. Anne Gaukes Reitsma fertelt ek dat er yn in âld doktershûs wennet. Dit is it hûs oan de lofter kant fan de froegere slachterij fan Bonnema. En dat kloppet ek wol want in dat hûs wenne froeger de 'heelmeester' Petrus Lucas Hannema. Dat wie sawat fan 1835 - 1875. Om de lûdopnames te belústerjen klik hjir

28 01, 2012

200 Friese gardeniers scheppen zich een nieuw bestaan in Suderleech

2013-02-02T07:22:24+00:0028 januari 2012|0 Reacties

Bijna 400 bunder werd voor de ‘helsdoarren’ weggesleept. Definitieve vestiging in toekomst mogelijk.  Onder deze grote kop stond maandag 16 juni 1952 een groot artikel in de Leeuwarder courant waaruit onderstaande tekst is aan ontleend. Voor de derde maal hadden aardappelen van de Friese gardeniers vrucht in de Noordoostpolder. Voor de derde maal kwamen de polderboeren, die geselecteerd waren uit duizenden Nederlandse boeren, kijken en zich verbazen over hetgeen de Friese gardeniers uit de grond wisten te halen. De gardeniers waren zelf ook verbaasd, want het product dat zij toen in 1952 teelden was beter dan ze hadden durven hopen. Met spanning zagen zij dan ook het ogenblik tegemoet waarop hun tijdelijke vestiging in de polder zou worden omgezet in een definitieve, omdat zij in de polder nieuwe kansen gekregen hadden zich een bestaan op te bouwen. De aardappelmoeheid heerste al ruim tien jaar in de Friese bouwstreek en de Wet op de Aardappelmoeheid, die rond 1950 in werking was getreden, noopte de telers tot wisselbouw waardoor het voor de gardeniers op hun kleine stukjes grond schier onmogelijk was gemaakt nog een bestaan te vinden.  Op de harde kluiten van Barradeel en Menaldumadeel was daarvoor toen geen vervangend gewas te vinden. Het gevolg was dat vele gedupeerden gardeniers een bijstandsuitkering moesten aanvragen bij de sociale dienst van de gemeente. Het was dan ook geen wonder dat vele gedachten uitgingen naar het ‘Suderleech’, waar nog duizenden hectares in de Staatsexploitatie waren en geenszins intensief bebouwd werden. De polderdirectie had zich echter bij het bevolken van de polder een ideaal gesteld, dat niet geheel strookte met het toelaten van de Friese gardeniers. Toch zal de vakbekwaamheid van deze aardappeltelers de directie niet zijn ontgaan en zou bij een eventuele definitieve vestiging van de Friezen, waarvan sprake was, deze ongetwijfeld bijdragen tot de goede naam die de polder reeds op landbouwgebied had opgebouwd. In 1952 waren er in de polder 47 combinaties van gardeniers met in totaal 202 leden die een oppervlakte van 399 hectare land met aardappelen verbouwden. Honderdduizenden guldens hadden ze in grond, in de buurt van voormalige eiland Schokland, geïnvesteerd.  De aardappelvelden lagen voor een groot deel bij Schokland, maar ook bij Marknesse lagen enkele velden. In de voorgaande jaren zaten de Friezen meer in het centrum van de polder, maar naarmate de uitgifte van boerderijen aan pachters vorderde, schoven de gardeniers verder van het centrum en kwamen toen onder aan de dijk te zitten. Voor het seizoen 1952 kon er slechts amper 400 bunder door de gardeniers worden gerealiseerd en omdat dat het bij de ‘helsdoarren’ weg moest komen had men de veronderstelling dat het volgende seizoen vrijwel onmogelijk was om nog voldoende grond te bemachtigen voor de gardeniers, tenzij er voor hen een definitieve vestigingsplaats werd aangewezen.   ‘Se hawwe ús hjir leaver net as al’, zei de heer Plat uit Oosterbierum tegen de journalist van de Leeuwarder courant die ter plaatse was tussen een rij schoffelende mannen. De heer Plat vormde samen met Lautenbach van Berlikum en Piet [...]

22 01, 2012

Levertraan

2013-02-02T07:18:34+00:0022 januari 2012|7 Reacties

Wintertijd betekende vroeger, dat de fles met levertraan uit de kast werd gehaald. Als ik terugdenk aan die lepel van die gelige olie voor het slapen gaan, dan lopen bij deze vijftiger nog de rillingen over de rug. Bah . . ., vreselijk, die smaak die je nooit meer zult vergeten. En velen van u zullen dit kunnen beamen. Onze ouders wisten kennelijk ook wel dat het een vieze, weeë smaak was want de meeste kinderen kregen na deze ‘kindermishandeling’ een snoepje, pepermuntje of een koekje om de traansmaak enigszins te neutraliseren. Het verhaal was vroeger dat het goed voor de lichamelijke weerstand was. Teksten uit reclame advertenties luiden als volgt: ‘Er worden hogere eisen gesteld aan uw kinderen wanneer zij de lagere school verlaten en naar een middelbare school gaan: een grotere geestelijke inspanning en een sterker concentratievermogen. Ook het zo beruchte huiswerk speelt een belangrijke rol en er blijft maar weinig tijd over om in de buitenlucht te zijn. U zult maatregelen moeten nemen om uw kinderen lichamelijk en geestelijk op peil te houden. Hier schiet onze gewone voedsel te kort, vooral in de wintermaanden wanneer er weinig zon is. Slechts één middel helpt afdoende . . . ‘. Ja, en dat was die beruchte levertraan! Er wordt aangenomen dat levertraan een bloedverdunnende werking kan hebben, het risico op ontstekingen (zoals de ziekte van Crohn, artritis, psoriasis) kan verminderen en de kans op hartaandoeningen verkleint. Een oude visser vertelde eens dat hij door spierreuma zo goed als invalide is. Niets hielp. Ergens had hij nog een hoeveelheid levertraan liggen en gebruikte dat zes weken lang. Zijn bloedbezinksel daalde van 70 naar 30 en de pijn in vingers en schouders verdween. Levertraan voorkomt dat het bloed gaat stollen. Het is ook nuttig voor de behandeling van reuma en andere pijnlijke aandoeningen. Zo dom was die visser dus niet. De stoffen in levertraan verlagen eveneens de bloeddruk. De levertraan raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw uit de gratie omdat men dacht dat het uit de beschermde walvis werd gewonnen. Het werd echter uit kabeljauw gehaald. De beroemdste levertraan was die van Samuel Draisma van Valkenburg. Draisma opende in 1869 zijn levertraanfabriekje in de Doelstraat in Leeuwarden. De zaken gingen goed. Decennialang was Draisma van Valkenburg marktleider in Nederland. De fabriek sloot in 1974 haar deuren. Volgens mij herkennen de meeste lezers onder u nog de bekende fles met daarop die zwarte bootjes. Zo rond de jaren 1900 was deze levertraan in Barradeel verkrijgbaar bij L. Heukels in Minnertsga, in Tzummarum bij E. Zijlstra en R.J. Elzinga, in Oosterbierum bij M. Sietsma en in Sexbierum bij de wed. C.C. Knoll, in Pietersbierum bij J.S. Hibma en tot slot in Wijnaldum bij IJ. De Boer. Dus zijn er in de loop der jaren heel veel Barradeelsters met dit gelige goedje groot gebracht. Ik laat het hierbij; genoeg over levertraan . . . alleen die smaak al!  

22 01, 2012

Jeugd vernielde leegstaande woningen

2013-02-02T07:13:57+00:0022 januari 2012|0 Reacties

In de kleibouwstreek van Friesland staan huizen leeg. Meeste oude huizen, eenkamerwoningen, die midden in het veld staan, vertrokken van alle moderne comfort, zoals waterleiding en elektrisch licht. Er zijn dan ook praktisch geen gegadigden voor te vinden, ook al is de huur bijzonder laag. De huizen – of liever huisjes – zijn degelijk gebouwd, maar vaal veel te klein en te ver afgelegen voor de moderne mens, staan daar maar leeg, vaak te goed om afgebroken te worden. Een kamer in één van de huizen, die aan de vernielzicht van de jeugd blootstaat. Behang, planken en scherven liggen over de vloer. Toch wordt er op deze manier aan de afbraak van de huizen gewerkt, want ze kunnen nog zo ver weg staan, de jeugd weet ze te vinden en maakt grif een begin met de sloop. Ruiten worden kapot geslagen, het behang wordt met linnen en al van de muur getrokken, planken worden uit de bedsteden gesloopt, kort om de vernielzucht viert hoogtij in deze afgelegen, leegstaande huizen. ‘Er moet toch wat aan te doen zijn’, aldus de eigenaar van een paar van zulke huizen aan de Krommeleane en in Dirksjesbuurt, de heer Johannes Hannema te Minnertsga, een dikke zeventiger, ‘de jeugd van tegenwoordig is toch niet waardeloos. Ergens hebben de jongeren toch wel een greintje respect voor het eigendom van anderen’. Misschien ligt het er aan, dat in Minnertsga, zoals in zovele plaatsen, niet genoeg ruimte is voor de jeugd om zijn energie uit te leven. Toch . . . . . ook in Minnertsga zijn er sportverenigingen, waarin de jongens en meisjes hun levenslust kunnen uiten. Johannes Hannema (1885-1961) Wat zou er aan te doen zijn? De heer Hannema is van mening, dat de jeugd bezig gehouden moet worden. Er moet iets voor hen gedaan worden, bijvoorbeeld het geven van filmavonden, het houden van excursies naar tentoonstellingen, of alleen maar het veld in. Op die manier zou de jongeren misschien iets van waardering voor de natuur, voor de kunst of voor het eigendom van anderen bijgebracht kunnen worden. Wie dit zou moeten doen, is een moeilijke vraag, want evenals in vele andere plaatsen kent Minnertsga de verscheidenheid van levensbeschouwingen, die een goede samenwerking vaak in de weg staat. Misschien is het iets voor de onderwijzers in Minnertsga en in andere plaatsen om er gezamenlijk iets aan te doen. Bron: Leeuwarder Courant 23 mei 1959

Ga naar de bovenkant