Onderstaand artikel was voor publicatie in de Bildtse Post van deze week bestemd. Maar de redacteur vond het kennelijk niet nodig om alles over te nemen en daarom staat er in de krant een verkorte versie. Hier dus nu hele hele verhaal.
Op het eerste gezicht zou je het niet zeggen, maar het pand Meinardswei 36 is een rijksmonument. Het pand is op 17 november 1971 ingeschreven in het monumentenregister als woonhuis met zadeldak tegen een forse topgevel met beitelingen langs de zijden.
Het is niet bekend hoe oud dit pand precies is, maar op de kadasterkaarten van 1832 staat het pand al ingetekend. Het pand zelf bestaat dan uit twee kadastrale percelen, een voorgedeelte en een achtergedeelte. De eigenaar van het pand is Douwke Jacobs Meyer, de weduwe van Wytze Sjoerds Bakker. Wytze Sjoerds was bij zijn leven kooltjer (tuinder) en heeft kennelijk goed op de centen gepast om dit huis te kunnen kopen. De volkstellinggegevens van 1830 en 1840 wijzen uit dat de weduwe met haar vier kinderen van respectievelijk 28, 25, 15 en 12 jaar oud er woonden. De oudste zoon is dan schipper. In het achterste gedeelte woonde de 43-jarige weduwe Trijntje Jans Vellinga met haar kinderen waarvan de oudste zoon schoenmaker was.
In 1837 vestigde Petrus Lucas Hannema zich als ‘heelmeester en vroedmeester ten plattelande’ in Minnertsga. Hij ging wonen in het pand Meinardswei 36. Hij liet zich op 9 april 1837 dopen in de toen Nederlands Hervormde Kerk, nu Meinardskerk. Op 23 maart 1839 trouwde hij met Luutske, een dochter van de Minnertsgaaster cichoreifabrikant Cornelis Helles Tjessinga en Seerske Dirks Koopmans.
Dokter Hannema zal ongetwijfeld een spreekkamer hebben gehad waar hij zijn patiënten kon ontvangen. Er zullen dan ook heel wat gespreken zijn gevoerd tussen dokter en de Minnertsgaaster patiënt over het wel-en-wee van hem of haar. Denkbeeldig ligt er tussen de muren van dit pand enorm stuk geschiedenis over het sociale- en geestelijke leven en de gezondheidstoestand van de Minnertsgaaster bevolking van toen.
Hoelang de woning als dokterspraktijk heeft gediend is niet met zekerheid vast te stellen. Rond de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw woonde Klaas van der Weide in het pand. Hij was kassier van de Coöperatieve Boerenleenbank in Minnertsga. Het zou best kunnen zijn dat hij eerst kantoor hield en later is verhuisd naar het nieuwgebouwde bankgebouw aan de Hermanawei.
Later komt Meinardswei 36 in eigendom van de familie Reitsma. Anne Gaukes Reitsma en Klaske Oberman hebben er gewoond met hun kinderen Geertje en Gauke. Anne Gaukes Reitsma (1897-1978) was een oomzegger van de in Minnertsga geboren Pieter Bernardus Winsemius (1883-1973) die onder andere een boekje heeft geschreven over de geschiedenis van Minnertsga. Van de beide mannen is een foto bewaard gebleven waarop zij druk met elkaar in gesprek zijn onder het genot van een sigaar. Uit overlevering is bekend dat de mannen het vaak over de landelijke en lokale politiek hadden en over de geschiedenis van het eigen ‘gea’. Als de muren van dit rijksmonument eens konden praten dan werd er nog veel meer bekend dan dat nu bekend is over de historie van Minnertsga.
NB: [09-10-2016] Naar aanleiding van dit verhaal reageerde Gauke Reitsma (zoon van Anne Gaukes) met een aanvulling en een onjuistheid. Klaas van der Weide heeft nooit in deze woning gewoond. Die woonde aan de Stasjonstrjitte, in de woning die later door het Groene Kruis werd gekocht en als huisvesting diende voor de wijkverpleegster en het consultatiebureau. Anne Gaukes heeft de woning (tussen 1915 en 1920) gekocht van Krijn bij de Lei die klokkenmaker was. Krijn is toen van het voorste woongedeelte naar het achterste woongedeelte verhuisd. Zijn woonkamer hing vol met Fries (staart)klokken. Op de zolder werd vroeger vlas opgeslagen.
Welke namen bedoelt u?
Kan het zijn dat de namen verwisseld zijn?