Het uitzoeken van de geschiedenis van Minnertsga en zijn bewoners is mijn grote passie. Maar daarnaast probeer ik bijvoorbeeld ook alle oude prentbriefkaarten van Minnertsga te verzamelen en andere leuke curiositeiten die een duidelijke relatie hebben met het dorp.

Zo kreeg ik enkele jaren geleden bij toeval een Delfts blauw klompje in bezit. Goed . . . ik moest er een paar Euro voor betalen maar dat heb je er als ‘dorpsgek’ dan wel voorover. Eigenlijk stelt het niet zo veel voor, maar het is leuk om dit soort bijzondere voorwerpen te hebben. 

Maar als je met de historie van Minnertsga bezig bent, dan ontkom je er niet aan dat de historie van Barradeel je ook raakt. En als je dan wat bijzonders tegenkomt wat een duidelijke relatie met Barradeel heeft, dan probeer ik dat ook in handen te krijgen. 

Zo ben ik ooit in het bezit gekomen van een gasmuntje van de gasfabriek die vroeger in Tzummarum stond. Zelf heb ik geen herinneringen aan een gasmuntje, maar ik wist wel van het bestaan af dat dergelijke muntjes vroeger werden gebruikt voor de gaslevering.

Op geregelde tijden kwamen de meteropnemers van het elektrisch en het gas langs. Een van de gemeentelijke gasfabriek en een van de P.E.B. de leverancier van de stroom. Zij schreven niet alleen de stand van de meters op maar zij haalden ze ook leeg. Zowel naast de gas- als de stroommeter was een muntapparaat aangebracht waarin je steeds een munt moest gooien om weer een hoeveelheid energie geleverd te krijgen. Op die manier was het gas en het licht altijd betaald. 
De gasmunten waren van zink of messing en hadden de grootte van de huidige 50 eurocent muntstuk. In het midden kon een gaatje zitten of de rand werd onderbroken door een inkeping. Munten voor de gasmeter kon je kopen bij de meteropnemer die eens in de maand langs kwam. Wie de meteropnemer(s) zijn geweest van het gasfabriek Barradeel is mij niet bekend. Eén meteropnemer kan ik mij nog voor de geest krijgen, maar zijn naam weet ik niet meer.  
In de loop van de oorlogsjaren deed zich echter het probleem voor dat de energiebedrijven geen metaal meer konden krijgen om nog nieuwe munten aan te maken. En daardoor ontstond een  betaalwijze die wat moderner aandeed. De zegels van de muntenkasten werden verbroken en met één muntje kon je eindeloos veel energie afnemen, gewoon door het steeds in de gleuf te gooien en het onderaan weer op te vangen. En toen zelfs de laatste munten verdwenen waren ontstond als vervanger voor  de gasmunt een 2½-centstuk waar een inkeping in was gevijld of er werd een vooroorlogse stuiver gebruikt voor de stroommeter.
Ook na de oorlog hebben de muntmeters nog een tijdlang hun diensten bewezen, maar geleidelijk aan verloren de meteropnemers hun baan en evolueerde het betalingssysteem tot dat wat we nu hebben: een maandelijkse termijnbetaling, een ‘student-meteropnemer’die eens in de drie jaar langs komt en een jaarlijkse, onleesbare rekening. Mogelijk dat er lezers zijn die nog aanvullende herinneringen hebben of namen weten van meteropnemers of personeel die bij het gasfabriek hebben gewerkt. Laat het weten!