Johannes Reitsma is als fietsenmaker begonnen in het pand van de familie Hiddema aan de Tilledyk 1 (later J.E. de Vries). Samen met zijn vrouw Joukje woonde en werkte hij hier ongeveer 2 jaar. In 1954 kwam het pand aan de Tsjillen 4 vrij. In dit pand had Wiebe bij de Leij eerst een meubelmakerij. Johannes en Joukje verhuisden hierheen en openden een winkel met huishoudelijke artikelen en fietsen. De winkel was toen niet zo groot. Naast de zaak was een werkplaats met verkoopruimte waar Johannes fietsen verkocht en repareerde.

Reitsma-Tsjillen

Omstreeks 1964 bleek dat de winkel te klein werd. Boven de winkel was een grote zolder, waar eigenlijk niet veel mee werd gedaan. Ze verbouwden het pand en maakten van de zolder een woonruimte zodat het gezin (ouders en vier kinderen) hier konden wonen en de winkel kon worden uitgebreid. De nieuwe fietsen werden achter in de zaak geplaatst en het speelgoed met huishoudelijke artikelen in het andere gedeelte. Rond 1974 was de winkel weer aan een verbouwing toe. De houten vloer zakte op bepaalde plaatsen door zodat alles werd leeggehaald en gesloopt. Er werd beton gestort. Ook werd door het hele pand centrale verwarming aangelegd. Dit was al met al een hele verbetering.

Johannes Reitsma op een middenstandsbeurs

Johannes Reitsma op een middenstandsbeurs

’s Winters werden er schaatsen verkocht. Later ook nog vuurwerk maar dat vonden ze heel erg moeilijk. Ook werkten ze mee aan de middenstandbeurzen, die werden georganiseerd in de Boppeslach, en aan de vele Sinterklaasacties. Ze hadden geen personeel maar Tine Tuinhof hielp en vaak in drukke tijden en in de decembermaand. Ook stond hun dochter Trix wel in de winkel.

Toen Johannes 58 jaar was is hij in de sanering gegaan, wat inhield dat het pand niet meer gebruikt mocht worden voor zakelijke doeleinden. Dit vond plaats in 1981. Na ongeveer 30 jaar middenstander te zijn geweest brak voor de familie Reitsma eindelijk een rustige periode aan. Het winkelpand is vervolgens weer verbouwd tot woonhuis.

 

 

Winkel-Reitsma-01Met dank aan Dooitze Zwart die die verhaal kreeg van de dochter van Johannes en Joukje Rietsma.